Inleiding Bij het voor het eerst drukken in het buitenland van recente Nederlandse zegels - in 1998 - was mijn eerste reactie: de volgende stap is Australië. Dit kwam niet geheel uit de lucht vallen omdat in de loop van de jaren '90 enkele Australische drukkerijen al volop internationaal bezig waren en met name op het gebied van zelfklevende zegels in rollen verpakt in doosjes. Eind 1999 werden de eerste zelfklevende rolzegels in doosjes voor België vervaardigd in Australië. Het werd dus tijd voor een hernieuwde kennismaking met de Australische postwaardenaanmaak nadat ik me in de jaren '70 - in het kader van de Studiegroep Zuid West Pacific - al had beziggehouden met de zegelaanmaak bij de Note Printing Branch of the Reserve Bank of Australia. |
Introduction When the first Dutch stamps got printed abroad - 1998 - my first reaction was that the next step would be to have the Dutch stamps printed in Australia. This wasn't such a strange thought since in the early 1990-ies several Australian printers had produced stamps for several countries outside Australia. Mostly coils of self-adhesive stamps in boxes. The Belgium 1999 self adhesives coil stamps in boxes had been printed in Australia! So it was about time to start to get acquainted again with Australian stamp production. A matter I was very much interested in in the 1970-ies where being a member of the South West Pacific Study Circle I wrote articles about the Note Printing Branch of the Reserve Bank of Australia. |
Recente geschiedenis Eind jaren '70 besloot de Australia Post de nauwe banden met de Note Printing Branch los te laten en in zee te gaan met commerciële drukkerijen om een brede postwaarden drukkende industrie te krijgen. Vanaf eind 1977 werden zegels gedrukt in offset-litho bij Asher and Co, Melbourne, een onderdeel van Leigh-Mardon Pty Ltd. Incidenteel werden na 1980 nog enkele zegels bij de Note Printing Branch gedrukt. Na 1978 zijn geen zegels meer in rasterdiepdruk in Australië gedrukt. Vanaf 1981 zien we ook de namen van de Cambec Press, Melbourne en Leigh-Mardon, Melbourne. Als hoge uitzondering gold de uitgifte van een postzegelboekje in rasterdiepdruk, gemaakt door Joh. Enschedé in 1982. Vanaf 1987 werd ook gedrukt in offset-litho bij CPE Australia Ltd, Melbourne. Een incidentele boekjes-druk in 1986 was Mercury-Welch in Hobart, die meestal de pre-stamped enveloppes drukte en incidenteel ook de zegels voor automaten [1988]. |
In the late 1970-ies Australia Post had decided to loosen the ties with the Note Printing Branch and to start co-operating with commerical printers to set up a stamp printing industry. Since the end of 1977 stamps got printed in Melbourne at Asher and Co's, part of the Leigh-Mardon Pty Ltd. After 1980 incidentally stamps were printed at the Note Printing Branch.Since 1978 no stamps in photogravure have been printed im Australia. A curious exception is the printing of a stamp booklet in photogravure by Joh. Enschedé in 1982. From 1981 onwards we first meet the names of the Cambec Press, Melborune and Leigh-Mardon, Melbourne, since 1987 CPE Australia Ltd, Melbourne. All in offset-lithography. Incidentally stamps in typography by Mercury-Welch, Hobart, in 1986, a printer responsible for pre-stamped enveloppes [PSE] and some stamps for dispensing machines [1988]. |
Rond 1982 wist Australia Post al zeker dat de traditionele verzamelaar van postzegels slechts een kleine 7% uitmaakte van het totale klantenbestand voor filatelistische producten. Werd er in die jaren nog vooral gemikt op extra gelegenheids postwaardestukken - 'pre stamped enveloppes' - in de beginjaren '90 was het assortiment rond een bijzondere uitgifte al zo groot dat de traditionele verzamelaar wel zou moeten afhaken. Per emissie verscheen tegelijkertijd een blok met 5-7 zegels van de emissie erin gecombineerd, loketvellen voor elke waarde, een postzegelboekje van 10 met 2-4 zegels uit de emissie, een doosje met een rol of 100 met dezelfde waarden als voor het boekje en soms nog een rol of 200 er bij. Bij sommige langlopende emissies aangevuld met een set van automaatzegels in bijna dezelfde tekening, maar behalve met de instelbare waardeindruk ook nog eens wisselende plaatsen van waar de automaat werd ingezet - voor de filatelist niet zelden op postzegeltentoonstellingen over de hele wereld. |
About 1982 it had become clear to Australia Post that the tradtional collector made up only 7% of the clients for philatelic products. Although initially the market for PSE's was considerable, in the early 1990-ies the choice of stamp products accompanying every new commemative or special issue was that enormous that the tradtiional collector was bound to give up. Each issue comprised counter sheets of each nominal value, a block of 5-7 with different values, a stamp booklet of 10 [and/or 20] with 2-4 values of the set, a little box with 100 coiled stamps and occasionally a box of 200. In the case of definitives in addition a set of coil stamps from Frama-type machines, with adjustable nominal values and - specially made for the philatelist - a extra print commemorating the international stampp exhibition somewhere in this world.... |
Rond 1992 was duidelijk dat de Australische filatelistische dienst een voorbeeld kon zijn voor andere filatelistische diensten als het gaat om een uitgebreid filatelistisch assortiment. Tussentijds echter kon ook geëxperimenteerd worden met voor bepaalde klantengroepen - niet-filatelisten - diensten die al zeer snel succesvol bleken. De vervanging van de traditionele zegelautomaat door de Frama machines, de ruime keuze van zegels in postzegelboekjes voor de Sterner-automaten door de zelfklevende zegels in boekjes en in rollen. |
About 1992 is was clear to everybody that the Philatelic Service of the Australia Post was to play a model role for every other philatelic service in the world when it goes to the broad choice of stamp related products. In the meantime experiments with non-philatelic clients appeared to be successful. The traditional stamp dispensing machine replaced by the Frama's; self-adhesives in both colis and booklets replacing booklets from the Stetner machines. |
In de jaren '90 kwamen de 'joint issues' met landen als Zweden [1994], China [1995], Duitsland [1996], Canada [1999] en Frankrijk [2002] waarbij de zegels vaak in die landen werden gedrukt: Zweedse PTT drukkerij, Bundesdruckerei Berlijn, Staatsdrukkerij Peking en Ashton Potter. In de hiernavolgende beschrijvingen komt de nadruk op de 'self-adhesives' te liggen alsmede de met deze gepaard gaande nieuwe ontwikkelingen in druktechnieken. Op 31.03.1989 vond de fusie van CPE Australia Ltd, [Scoresby] Melbourne met Leigh-Mardon, [Moorabbin] Melbourne plaats. De Scoresby fabriek blijft tot eind 1991 draaien, daarna alleen de oorspronkelijke Leigh-Mardon fabriek. |
In the 1990-ies 'joint issues' became popular with countries like Sweden [1994]. China [1995], Germany [1996], Canada [1999] and France [2002]. Usually the Australian stamps were printed overseas: Swedish Post Stamp Printers, Bunedsdruckerei Berlin, State Printing Works,. Peking and Ashton Potter, Canada. |
PS ofwel Pressure Sensitive danwel Peel and Stick In 1990 werd het 'Peel and Stick' [lostrekken en opplakken] ingevoerd ofwel met een deftige kreet 'pressure sensitive' [drukgevoelige] zegels. De eerste PS-zegels werden gedrukt bij Pemara Labels, Victoria, in boekdruk aan de rol op een 9-kleuren Ko-pack pers. De zegelbaan was 4 zegels breed, de omtrek 6 zegels, de 'matrix' - het overtollige zegelpaper rondom en tussen de zegels - werd er gelijk van af gestript. Het paper was in eerste instantie afkomstig van JAC, Australië zelf. De PS-zegels werden in rolletjes van 100 of 200 in een plastic 'dispenser' later ook in een kartonnen doosje [met 100 zegels] geleverd. Gemikt werd op het midden- en klein bedrijf. Anders dan voorheen voorzien van een comb perforation werden de zegels geslit - net als bij de Nederlandse zelfklevende zegels - van bovenaf rondom de zegel fijn gesneden tot op het drager-paper. De Engelse term: kiss die-cut, waarmee bedoeld wordt dat de die-cut [stans] niet door en door gaat maar slechts tot op zekere diepte - de kus - 'kiss'. |
Pressure Sensitive or Peel & Stick In 1990 the introduction of 'Peel and Stick' also called 'Pressure Sensitive' stamps. The first PS stamps were printed by Pemara Labels, Victoria,in typographyfrom a web-fed 9-colours Ko-pack press. The web was 4 stamps broad, the circumference 6 stamps long, the 'matrix' the superfluous paper around the stamps got stripped off in the process. In first instance the paper originated from JAC, Australia. The PS-stamps were placed in colis of 100 or 200 in a plastic dispenser first, late on also in a cardboard box [with 100 stamps]. Meant for use by the small businesses. Unlike with the traditional comb perforation, the stamps were provided with a kiss die-cut, i.e. the stamps got cut just up to the backing paper. With a 'normal' die-cut the cutting goes all the way, all through the bacvk paper, in this case it goes 'just' past the stamp paper and leaves the backing paper untouched: 'kiss' die-cut. |
Er werden overwegend 2 formaten gebruikt - een medium formaat en een langwerpig formaat. De kamperforaties die ook bij de gelijktijdig uitgegeven zegels in loketvellen op blokken werd gehanteerd waren:
|
Mostly for Australian stamps 2 sizes were used - a medium size and an oblong size. For stamps in counter sheets tradtional comb perforators were used like the Grover, Kampf, and Bickel machines.
|
De slit-tandingen moeten meestal een lijntanding voorstellen met hoekpunten die stomp zijn, de overige 'tanden' kunnen net als bij kamtanding geteld worden- zowel horizontaal en verticaal. Het afwisselingspatroon 'gat' en 'tand' is regelmatig goed te omschrijven, waarbij opvalt dat de 'tanden' meer of minder 'scherp' resp. 'steil' kunnen zijn. Hieronder aangegeven met 'scherp', '90-' en '90+'. De beide laatste 'slits' alleen in combinatie met een wat meer 'golfvormige' patroon [sinus] en om aan te geven of de sinus iets afgevlakt is [90+] of niet [90-]. Bij 'scherp' daarentegen zijn de 'gaten' precies halve cirkels en is er geen sinus-patroon. Het verschil tussen 90- en 90+ was zeer lastig vast te stellen. Echter recent heb ik ontdekt dat er een nogal eenvoudig hulpmiddel bestaat. Waarover later. Bij een vervolg-drukorder werden sinds 199. ten behoeve van filatelisten symbooltjes aangebracht in de vorm van een 'koala', vanaf de 5e druk een 'kangaroe' etc. |
Kiss-die-cuts should usually simulate a line-perforation, the corners being obtuse. Nevertheless the 'teeth' can be counted just as with normal comb perforation - both horizontally and vertically. What is so special is that the shape of the 'tooth' can vary - it can be rather sharp or steep or not so sharp or steep. Denoted by me by 'sharp', '90-', '90+'. The latter 2 just go with a somewhat sinusoid wave that gets flattened [90+] or not [90-]. With 'sharp' the holes are more like half circles and there is no sinus [oid] pattern. The difference between 90- en 90+ was rather difficult to establish. Lately I found a way to make this a lot easier! Succesive printing orders were from a certain point [199..] made visible to collectors by means of the 'Koala' [up to 4 of them], from the 5th printing by a 'Kanguru', after that a 'Koala' added and so on... |