|
In een nog niet zo ver verleden bestonden in België twee catalogi naast elkaar: de Officiele Catalogus van België en Gebieden, de "OCB" en de Officiele Belgische Netto Catalogus, de "Netto". In 1991 worden de krachten gebundeld en sindsdien verschijnt slechts één catalogus. Begin december 2002 verscheen de 48e uitgave van een werk dat weliswaar in de titel niet de omschrijving 'speciale' voert, echter met veel meer recht dan andere catalogi deze titel zou mogen voeren. Wat de Nederlandse verzamelaar onmiddelijk opvalt is het formaat: 17.5x25.0cm en een dikte van 3cm, alsmede de hardkartonnen omslag. Een inhoud van 650 bladzijden met full-color afbeeldingen. Al enkele jaren wordt als extraatje een niet-uitgevoerd ontwerp van een Belgische zegel bijgevoegd. Zo ook dit jaar, maar daarbovenop nog de in samenwerking met Yvert&Tellier uitgegeven CD-rom als gratis bijlage. Het aantal ontwerp-vignetten is een goede indicatie voor de oplage van de catalogus: circa 14.000 voor de Nederlandstalige versie en circa 11.000. |
De aanpak is geheel anders dan in Nederland de verzamelaar gewend is: zegels worden chronologisch behandeld en bij een langlopende emissie als b.v. die van de Vogels niet bijelkaar gezet. Het grote voordeel is dat de nummering niet hoeft te worden aangepast noch dat er nummers gereserveerd moeten worden voor evt. later nog te verschijnen zegels. Juist voor zulke langlopende emissies zijn aparte bladzijden met tabellen aanwezig, vanwaaruit b.v. een 6F50 Vogel toch weer terug te vinden is. Alle zegels krijgen een eigen nummer ook al zitten ze in een 'boekje' of een 'blok' en worden zeker niet weggemoffeld. |
|
De zegellanden welke behandeld worden zijn uiteraard België, de Belgisch Congo, Zaire, Katanga, Zuid-Kasai, Ruanda-Urundi, en Rwanda en Burundi apart. Het nog steeds behandelen van de Afrikaanse gebieden is een telkens terugkerend discussie-onderwerp. 150 bladzijden op de 650 is niet mis, maar hier wordt tenminste consequent alles van die gebieden opgenomen en worden niet zoals in Nederland gebeurd is de onafhankelijke republieken verzwegen. Het politieke zeer en menselijk leed dat elke onafhankelijkheid met zich mee brengt heeft de filatelistische objectiviteit ten minste niet vertroebeld. Nederland kan wat dat betreft nog wat leren als het gaat om zegels van Indonesia en Suriname. Behalve de 'normale' postzegels worden uiteraard ook de buitenbeentjes uitvoerig behandeld. Waaronder de spoorwegzegels en voorafgestempelde zegels, maar ook de frankeervignetten [Frama's], de rolzegels en de postzegelboekjes worden diep uitgespit. |
"België is het land na Engeland waar filatelisten de meeste aandacht besteden aan papier- en gomsoorten." Het is een constatering die makkelijk te controleren valt bij het bezoek aan postzegelbeurzen en bij het lezen van filatelistische literatuur. Wat zo bijzonder is dat - anders dan in Nederland - ook de handel volledig meegaat in deze belangstelling. En dat is goed terug te vinden in deze [handelaren] catalogus. Zijn er eigenlijk wel minder positieve kanten? De aandacht voor 'erinofilie' en de Waalse en Vlaamse legioenen mag de verzamelaars in Noord-Nederland verbazen. En ook een thematisch overzichtslijst Europa/CEPT doet vreemd aan voor een landencatalogus. Deze nieuwe catalogus mag in geen enkele bibliotheek van een België verzamelaar ontbreken. Het is een naslagwerk dat regelmatig te voorschijn zal worden gehaald en waarbij in de loop van dit jaar weer reikhalzend zal worden uitgekeken naar de volgende editie. |