(!beg-pag)
De [dreiging van] het opheffen van het postmonopolie bracht zowel in Nederland als in België een diversificatie van de diensten en tariefering van de zwaardere gewichtsklassen [v/h postpakketen] met zich mee. In Nederland uittte dat zich ondermeer in de invoering van pakketpostzegels op 01.01.1995. Zes jaar later op 01.01.2001 werden ook in België de pakketpostzegels ingevoerd.
De gespecialiseerde dienstverlening in België vertaalde zich ondermeer in de oprichting van dochterondernemingen als Taxipost, Vicindo, e-Services enz.. De pakketdienst aanvankelijk ondergebracht onder Taxipost fungeert sinds 01.01.2003 apart als 'Parcels'. De informatie-overdracht over de diverse producten die de dochterondernemingen uitbrengen op postaal gebied is niet alleen onderling maar ook naar de klant toe beperkt. De groep potentiële verzamelaars heeft geen weet van wat er verkrijgbaar is resp. richt zich uitsluitend op de filatelistische tak met postzegels, briefkaarten e.d.
Dat is in Nederland net zo. Het bestaan van pakketpostzegels, aangetekend postzegels, TNT-postzegels en -enveloppen gaat grotendeels ook de gespecialiseerde verzamelaar voorbij. Ook in België zijn de laatste jaren postale producten in het verlengde van postzegels in gebruik genomen door EMS-Taxipost en Kilopost, waarvan slechts bij toeval de filatelist achter het bestaan is gekomen.
Dit artikel beoogt één van voornoemde producten onder de aandacht van de filatelie te brengen: de pakketpostzegels. Het is een Belgisch-Nederlandse co-productie van enerzijds de rubriekredacteur Nederland - Rein Bakhuizen van den Brink en anderzijds de Belgische expert postwaardestukken - Luc van Tichelen.
Korte voorgeschiedenis In verband met de tariefering van binnenlandse zendingen in België was [en is] sprake van pakketten als de afmetingen één van de dimensies van 305x381x30mm overschrijdt. Daaronder zitten de categoriën: genormaliseerde briefzendingen en niet-genormaliseerde zendingen tot 350gr. De genormaliseerde briefzendingen maken het leeuwendeel van het postvervoer uit althans dat deel waar de doorsnee gebruiker [en filatelist] mee te maken krijgt. Eind 2002 wordt het systeem grondig overhoop gegooid met de invoering van de 'prior-zendingen'. In dit artikel spelen de genormaliseerde zendingen niet een hoofdrol. De niet-genormaliseerde zendingen waren vanaf 01.01.1998 ongewijzigd gebleven:
|
Voor de zwaardere stukken ofwel de postpakketten was het tarief:
|
De categorie zwaardere stukken werd per 01.01.1999 opgesplitst in twee groepen: Maxipost
|
Deze indeling en tariefering is ook na 18.11.2002 [de invoering van 'Prior '] zo gebleven, maar de tarieven [wat eerder Maxipost © was] van onder de 2 kg gingen omhoog in mei 2002:
|
De invoering van Pakketpostzegels Vanuit 'Taxipost' werd voor 2001 beoogd de dienstverlening op het gebied van pakketten te stroomlijnen door het gebruik van speciale pakketpostzegels en de 'electronische opvolging' [track and trace]. Per 01.01.2001 zouden de pakketpostzegels in plaats van gewone postzegels moeten worden gebruikt en was op de pakketpostzegels ruimte voorzien voor de inbedding van het verzendingsborderel. Ofwel alle adresgegevens op een vaste plek op de zegel en niet meer lukraak elders op de zending. Tot en met 31.12.2000 zouden gewone postzegels gebruikt mogen worden voor de frankering van postpakketten. Vanaf 01.01.2001 zou dit niet meer mogelijk moeten zijn. In de praktijk is dit niet gelukt. De invoering van de pakketpostzegels verliep geleidelijk en ook de uiteindelijk vorm van de zegels veranderde nog in de loop van 2001 - daarover verderop. Het track and trace verhaal dat in 2002 haar beslag zou moeten krijgen, lijkt nog niet echt van de grond te zijn gekomen. Was de electronische opvolging misschien mogelijk via het telefonisch benaderen van een speciale afdeling van de Post zoals dat ook in Nederland geschiedde voordat via het internet het opsporen van de zending mogelijk werd? Uitgaande van een jaarlijkse verzending van zo'n 22 miljoen pakketten binnen België werd ruwweg een maand behoefte aan pakketpostzegels in eerste instantie aangemaakt. De verwachtingen binnen de post - uit een persbericht van begin 2002 - waren als volgt: |
"940 mensen vormen samen 'Taxipost', de pakjesspecialist van De Post. Zij staan in voor de verzending - in en naar het buitenland - van expresse-zendingen en postpakketten tot 30 kg. Aan het woord Luc Cloet, managing director Taxipost. Taxipost bestaat uit twee onderdelen. Enerzijds is er Kilopost: de distributie van standaardpakketten of postpakketten van burgers of bedrijven naar burgers. Anderzijds is er EMS-Taxipost; actief in expresse-zendingen binnen het business-to-business segment." "Kilopost - goed voor 22 miljoen pakketten per jaar - is een van de universele diensten van De Post. Pakjes worden afgegeven in een postkantoor of in één van de sorteercentra van De Post. In de meeste gevallen is het de postbode die de pakjes thuis aflevert. Operationeel wordt het leeuwendeel van het werk dus uitgevoerd door de businesss unit Mail met een netwerk van 26.500 postmannen en 1.352 postkantoren. De Kilopostdienst wordt vooral gebruikt door postorderbedrijven en door particulieren. De Post garandeert haar klanten levering binnen een bepaalde leveringstermijn. Vandaag kan de klant nog niet beschikken over een tracking en tracing dienst." Luc Cloet: "Daar zal op termijn zeker verandering inkomen. In 2001 voerder we de Kilopost 'pakketzegel' in; een grote zegel met barcode waarop het adres van de bestemmeling moet ingevuld worden. Deze zegel is een eerste stap naar de uitbouw van een 'tracking and tracing'-systeem. Ook op andere vlakken zullen we de kwaliteit van deze standaarddienst aanzienlijk verbeteren."
|
De vormgeving van de pakketpostzegel Per 01.01.2001 is Kilopost © overgestapt op het gebruik voor postpakketten binnen België van een groot formaat sticker - ruwweg hetzelfde idee en formaat als dat van de Nederlandse pakketpostzegels, maar met de integratie van adressering en frankering. Voor de electronische opvolging is gekozen voor een barcode met hetzelfde UCC/EAN-128 systeem als begin 2001 ook ingevoerd voor de aangetekende zendingen. Een productbarcode [13-tallig volgens EAN-13, zoals ook gekend van de Nederlandse producten van PTTPost/TPGPost] van '541288500' + 3-tallig volgnummer + controle-getal, wordt voorafgegaan door '010' en gevolgd door '211' plus 8 cijfers [= het volgnummer] ten behoeve van 'track and trace' . Er zijn 9 verschillende zelfklevende pakketpostzegels voor de 9 gewichtsklassen van 0.5kg t/m 30kg. Elk met een eigen kleuren-combinatie van zwart/grijs en de hoofdkleur. De barcode is met een inkjet aangebracht, de kleuren in offset, het 'Post' embleem in zilver verdiept ingedrukt [foil-blocking]. |
Het gedeelte van de pakketpostzegel dat op de zending komt heeft bovenaan:
Kilopost ©
PAKKETTEN/PAQUETS
dan de barcode en daaronder ruimte voor adressering van de bestemmeling:
Naam/Nom
ingevuld danwel met een voorgedrukt adresetiket op deze plaats. |
Geheel onderaan het gedeelte dat de afzender zelf bewaard met voorgedrukt [inkjet] het individuele barcode-nummer en de ingevulde bestemmelings-gegevens:
Bestemming / Destinataire
|
De zegel is zelfklevend en bevestigd op een drager-papier waarop aan de achterkant de aanvullende informartie over de dienst in het Nederlands en het Frans. Halverwege en onderop een ril om de pakketzegel los te kunnen maken van het drager-papier. Behalve de 9 soorten per gewichtsklasse zijn er nog 2 soorten zegels:
|
Beide laatste zegels zijn 'gratis', maar worden niet altijd van ganser harte afgegeven door de kantoren. Sommige postmensen zeggen dat het niet 'mag'. Anderen vragen je waar je dan het pakket hebt dat zo nodig retour moet? De zegels voor frankeermachines zijn niet in alle kantoren aanwezig. De zegels voor terug/retour daarentegen zijn in principe overal beschikbaar wat niet verwonderlijk is! Hoe het versturen van pakketten gepaard gaat met de aanvullende diensten als aantekenen, express-verzending, handtekening voor ontvangst en rembours is nog niet echt duidelijk. Vermoedelijk was de combinatie van kilopost met aantekenen van aanvang af uitgesloten. |
Specialisatie - twee series Na een eerste experimentele periode - vermoedelijk tot mei 2001 - zijn noodzakelijke wijzigingen bij de zegels doorgevoerd. Al begin juni 2001 worden zegels met een gewijzigd uiterlijk gemeld. De zegels van de oorspronkelijke serie hebben een mat uiterlijk, de ondergrond druk is vrij grof gerasterd [alles raster 55 onder een hoek van 45 graden] en de track and trace barcode cijfers zijn groot [2.1mm hoog]. De achterzijde van het zegel - d.w.z. de achterkant van het drager-papier - was uitgevoerd op wit papier. Bij de zegels van de tweede serie is voor alle gewichtsklassen gebruik gemaakt van glanzend papier. De gewichtsaanduidingen zijn thans donkerder uitgevoerd en goed omrand. De kleuren zijn veel fijner gerasterd [alles raster 100 met zwart/grijs onder 45 graden, hoofdkleur onder 0 graden] en de barcodecijfers iets verkleind [1.9mm]. De instructies op de achterzijde staan nu op een gele ondergrond. Bovendien is aan de achterkant onderop de productbarcode geplaatst t.b.v. het op termijn kunnen in-scannen van het product aan de balie. Nu nog moesten als om een 'bon' werd gevraagd de zegels op het computer-beeldscherm handmatig nog worden aagegeven wat zeer veel tijd in beslag nam. |
Als argument voor de wijziging van papier gaat het verhaal dat de stempels op de zegel slecht leesbaar waren. Zonder de omranding van de gewichtsaanduiding was niet eenvoudig te zien om welke gewichtsklasse het ging, er ten minste van uitgaand dat de bijbehorende kleuren niet bekend verondersteld moesten worden. De omranding is duidelijk een verbetering. Het geel aan de achterkant van het drager-papier maakt de instructies niet direct beter leesbaar. Beide series zijn gedrukt in offset in het Verenigd Koninkrijk bij De La Rue Security Printing. De zegels krijgen catalogus-nummers van 1 t/m 9 voor de oorspronkelijke serie en 10 t/m 18 voor de verbeterde versie. Hoewel geen van beide voldoen aan het kriterium van 'vooruit betaalde diensten' nemen we toch de 'Terug/retour' en 'Frankeermachine' zegels op onder de nummers 19 en 20. De 'track and trace' volgnummers lopen per gewichtsklasse gewoon door. Aan de hand van de gevonden nummers is min of meer in te schatten hoe groot de oplage geweest moet zijn van de eerste serie. Voor de laagste gewichtsklassen is die schatting vermoedelijk nog zeer ruim - d.w.z. te hoog - genomen. Voor de hoogste gewichtsklassen - met name de 30 kg - is de marge tussen 'hoog' en 'laag' nog maar klein - zo'n 2500. |
Het papier bij alle zegels licht onder de UV-lamp enigszins wit op aan de voorkant - daarbij is enige variatie: iets meer of minder witmakers aanwezig - te constateren. Echter de 'frankeermachine' zegel heeft - althans voor de laagst gevonden nummers [4394/4442] - totaal geen witmakers aan de voorkant van de zegel! Gezien de lage nummers van de 'frankeermachine' bij de glanzende zegels en de aanvang van de service per 01.04.2002 is het zeer onwaarschijnlijk dat er nog een matte variant aan voorafging. We nemen aan dat het ook geldt voor de 'terug/retour' zegel. |
Moderne postale zaken bereiken de filatelie meestal enige tijd nadat de invoering heeft plaatsgevonden. Communicatie door de Post vóóraf is geen gemeen goed meer. Dit vereist van de filatelist een uiterste alertheid en het direct inspringen op wat er gevonden is. Zowel door de postale diensten zo spoedig mogelijk te benaderen over de gang van zaken, de voorgeschiedenis e.d. omdat anders ook daar de informatie niet meer beschikbaar is alsook door onmiddelijk het materiaal zelf te verzamelen en de mogelijk geinteresseerde medeverzamelaar per omgaande op de hoogte te brengen. |
De gebruikelijke voorbereidingstijd van filatelistische artikelen van 5 … 20 jaar kan thans nog maar betrekking hebben op postale zaken die zich afspelen in de periode ruwweg vóór 1980 toen er nog sprake kon zijn van een gedegen documentatie en archivering aan de bron - lees de Post. Internet en e-mail maken nu een zeer snelle onderlinge communicatie dwars over de aardbol mogelijk - ook over filatelistische zaken getuige dit artikel - doch brengt praktisch automatisch met zich mee dat informatie weer even snel vervlogen is als dat het tot ons gekomen is.
23 april 2003
) |