Home De voorbereiding bij rakeldiepdruk Doorzicht - moderne bindingen Chronologie van de diverse papierdoorzichten

Doorzicht - multiplexe bindingen

In de periode vanaf 1982 komen we - bij het Harrison papier diverse doorzichten tegen die vaak niet te herleiden zijn tot bekende weefsel-bindingen danwel dat het doorzicht moeizaam te omschrijven is. Rond 1983 echter zien we echter bindingen verschjnen die we dankzij enkele stalen/monsters van papiergaas kunnen herleiden tot meerlagige bindingen en die overal volop ingezet worden voor de papierfabricage.

Voorbeelden vermoedelijk uit de eerste categorie:

'IIIb? 30/20
de gomzijde is tamelijk glad, horizontaal is een fijne structuur te zien bij schuin opvallend licht. Diagonalen zijn aan de gomzijde niet te zien, de glansdiagonalen aan de beeldzijde zijn ook niet altijd even duidelijk. De beeldzijde vertoont vrij lange groeven van de papiervezels. Dit papierdoorzicht lijkt slechts te zijn gebruikt in de periode maart/april 1982. Met als voorbeeld de f 2.- Beatrix velzegel.
III -10/30
Diverse Nederlandse bijzondere zegels uit 1984-86. Onder de UV-lamp is behalve een egale grijswitte reactie nog duidelijk met de achtergrond contrasterende witte vezels te zien. Het doorzicht is praktisch niet te zien, in opzicht zijn de diagonalen -10 resp. 30 met enige goede wil nog te zien.


de periode 1983 tot heden:

IIIq
de diagonalen zijn: -60, +80, en +30. De +80 diagonaal heeft een hoge dichtheid, de -60 diagonaal een vrije lage dichtheid. Het zeef is gemaakt van kunststof draden, aan de papierzijde ziet het er glad uit en groen, aan de achterkant wat ruwer en kleurloos. Onder de loupe gezien zijn de kettingdraden kleurloos, de inslagdraden zowel groen als kleurloos. Er is namelijk sprake van een dubbelweefsel met twee stelsels inslagdraden. De kettingdraad gaat van boven naar beneden over twee groene inslagdraden, duikt dan tussen een groene en een kleurloze inslagdraad door naar het achtervlak waar ze over één kleurloze inslagdraad loopt, en dan weer richting voorvlak gaat. De kettingdraad ernaast begin een inslagdraad hoger of lager. De achterzijde heeft een 4-keperbinding zoals boven aangegeven, aan de papierzijde heeft het schema ook veel van een 4-keperbinding weg omdat de '—' vervangen is door de 'x–' en gespiegeld is om de verticale as. Het aantal draden horizontaal per cm is iets hoger dan gewoonlijk: 24 i.p.v. 20, het aantal draden verticaal is 40 per cm, echter aangezien ze weggedrukt worden is het effectief circa 30 per cm. De bij IIIq waargenomen zeer steile diagonalen van +80 of -80 graden, ontstaan door de wringing van de verticale kettingdraden. Afhankelijk van hoe horizontaal de inslagdraden lopen, wordt nu eens de -80 dan weer de +80 duidelijker. De +80 vervangt de -80 als de inslagdraden van links naar rechts met een hoek van 5 graden naar beneden aflopen.

IIIp
het exacte spiegelbeeld van IIIq, met diagonalen van -80, -40 en +60 graden.
III-80
de diagonalen zijn zeer steil: -80, +80, resp. +40. De +80 diagonaal heeft een veel lagere dichtheid dan de -80, en ook dan de -80 en +80 diagonalen bij IIIq en IIIp.

Deze drie soorten domineren de papierproductie bij Harrison and Sons van de laatste vijftien jaar zoals de voorgaande twaalf jaar gedomineerd waren door doorzicht IIIa. In andere landen zoals bijvoorbeeld in België zijn duidelijke perioden aan te wijzen waarin deze soorten tijdelijk alleen voorkomen.

Incidenteel vinden we bij het Harrison-papier een doorzicht die zo regelmatig is dat een complexe binding moeilijk voor te stellen is:

IIIx
als doorzicht is alleen een fijnmazige -45 en +45 diagonaal-stelsel vast te stellen. Ook wel als I -45/45 genoteerd.


Copyright © Printing Matters (Contact Rein Bakhuizen van den Brink)
Last updated on 6 augustus 2015

Home De voorbereiding bij rakeldiepdruk Doorzicht - moderne bindingen Chronologie van de diverse papierdoorzichten