Rond 1938 werd een mengsel van gelatine en dextrine als gom ingevoerd. Deze gom werd niet gebroken doch vertoonde, zij het niet in zo'n sterke mate als arabisch gom, de neiging tot craqueleren. Na de Tweede Wereldoorlog werd weer overgegaan op arabisch gom. De vochtaantrekkende werking van de arabische gom leverde problemen op als zegels in automaten aan het wisselvallige klimaat van Nederland blootgesteld zijn. Maar ook in de tropische landen. Uit die overweging werden vaak zegels voor de koloniën niet voorzien van gom. De onzekere politieke situatie in de Arabische wereld en het ter beschikking komen van synthetische gommen, heeft mede geleid tot de algehele invoer van synthetische gommen bij postzegels. In het begin van de jaren '60 kwam het gebruik van synthetische gom op, mede als gevolg van de moeilijke verkrijgbaarheid van arabische gom. Joh. Enschedé en Zonen gebruikte de synthetische gomsoorten aanvankelijk uitsluitend voor zegels van landen als Kuwait, en Haiti (al vanaf 1964), maar pas in 1965 voor zegels van Nederland (Korps Mariniers). |
De synthetische gomsoorten hadden wel het nadeel ten opzichte van de arabische cq. dextrine gom in die zin dat niet altijd even duidelijk was of er gom op de zegel zat. Om weer net als de gelige arabische gom herkenbaar te zijn werden kleurstoffen aan de gom toegevoegd. De gom door Harrison and Sons, Ltd aangebracht vertoonde duidelijke kleurverschillen met de voorheen door Joh. Enschedé en Zonen aangebrachte synthetische gom, echter grote chemische verschillen zullen er niet geweest zijn. In beide gevallen ging het om P(oly)V(inyl)A(lcohol). In 1974 veranderde Harrison de chemische samenstelling van de gom: aan de PVA werd dextrine toegevoegd, en om een duidelijk optisch verschil te hebben ook blauwgroene kleurstoffen. Toen in 1981 Joh. Enschedé en Zonen het gommen van het Harrison papier overnam, bleef de chemische samenstelling gehandhaafd en ook de kleurstoffen bleven blauwig. |
We kunnen de volgende, in ieder geval voor Nederlandse zegels, bruikbare notaties hanteren:
|
In het najaar van 1980 begonnen geruchten tot verzamelaars door te dringen dat het Harrison papier werd vervangen, en dat papier van anderen werd betrokken, en dat Joh. Enschedé en Zonen voortaan zelf de gom aanbracht. Dat er iets aan hand was werd duidelijk toen er nieuwe oplagen van de 80 JR rollen en 1 gulden JR vellen (ets 11) uitkwamen. De 80c zag er veel witter uit dan voorheen, zowel aan de voorzijde als aan de gomzijde, en bij de 1 gulden deed de gom enigszins blauwig aan. Hadden we hier nu te maken met Enschedé-gom? Ja, maar we moeten wel goed stil staan bij het onderscheid tussen papier en gom! Waar vroeger Harrison papier met Harrison gom werd gebruikt, wordt nu Harrison papier met D(elft) N(ationaal) gom gebruikt [de 80c]. Waar voorheen Violino papier met lichtgelige DN werd gebruikt, wordt thans Violino papier met blauwige DN gom gebruikt [f1,-]. Het papier is dus onveranderd, het verschil zit in de gom. De chemische samenstelling is van de nieuwe DN gom gelijk aan die van Harrison and Sons. De nieuwe gom is synthetisch, blauwig gekleurd, en vertoont, al of niet duidelijke, vlekjes met andere woorden D2! Toch zien we verschillen:
|
De gom-soorten C en D kwamen wat Nederlandse zegels betreft alleen voor in samenhang met papier dat geleverd wordt uit Engeland door Harrison and Sons, Ltd. Sinds begin 1980 werd de gom niet meer in Engeland aangebracht doch in Haarlem. Het verschil is minimaal. Het is niet duidelijk of gelijk werd overgestapt door Joh Enschedé op gom zonder dextrine. De verschillen zijn gradueel, en de variabiliteit van de D2 gom vóór 1980 zo groot dat als secundaire kenmerken (bijvoorbeeld optisch witter papier) ontbreken het zeer moeilijk zal zijn om oplagen met Harrison gom te onderscheiden van die met Enschedé gom. Toen in 1996 de gommeringsmachines in Haarlem verdwenen was de gom al enige tijd zonder dextrine geweest. In de periode 1994-1996 was in het Verenigd Koninkrijk door Harrison and Sons al geëxperimenteerd met synthetische gom zonder dextrine vanwege het feit dat door de dextrine de vellen niet vlak genoeg bleven. Vanaf 1996 gebruikt Harrison nog slechts synthetische gom zonder dextrine. Het Harrison-papier dat in Haarlem wordt gebruikt is al voorgegomd. De overgang van door Joh. Enschedé naar Harrison aangebrachte gom in 1996 is geheel onopgemerkt verlopen. |