Bij drukvormen bestaande uit een gebogen plaat [om een cylinder] of uit een massieve cylinder kunnen we vaak de drukrichting herkennen. Wat verstaan we onder drukrichting? Bij rotatiedruk (=druk met cylinders, niet noodzakelijk met een continue papierbaan) ondergaat de nog niet droge drukinkt een waswringer effect, waarbij de inkt weggestuwd wordt en ten opzichte van het bewegende papier iets achter lijkt te blijven. Afhankelijk van het drukprocédé is deze inktverplaatsing goed te zien:
N.B. Het gaat om de tegenstelling, de beide resterende zijden kunnen best heel duidelijke rasterpunten vertonen. |
De kant waar de druk donkerder, vervloeid of scherper is, noemen we de druk- of uitvloeiingsrichting, en is het laatst met de drukcylinder in aanraking geweest. De golven lopen in de drukrichting. Als notatie gebruiken we de letters B(oven), O(nder), L(inks), R(echts), alles ten opzichte van een normaal leesbaar zegelbeeld. Bij rasterdiepdruk is de drukrichting meestal goed te zien, bij offset niet tot matig, bij rotatie-plaatdruk slecht, soms daarentegen weer zeer goed (b.v zegels van Zwitserland). |