Inleiding Als op 7 januari 1922 Ierland van Groot Britannië onafhankelijk wordt is het ook tijd voor eigen postzegels. Voorraden Engelse postzegels worden overdrukt - door Ierse drukkerijen - met de tekst 'Rialtas Sealadac na h-Eireann' [voorlopige regering van Ierland] en later met 'Saorstatt Eireann' [Ierse Vrijstaat]. Maar al heel snel blijkt dat de onafhankelijkheid - althans waar het de postzegelaanmaak betreft - maar heel beperkt was, en dat zou nog lang zou blijven. Voor zegels uit de postzegelautomaten moest worden teruggegrepen op de ervaring van Engelse postzegeldrukkerijen. Drukkerij Harrison & Sons, uit London kreeg de opdracht voor het aanmaken van rolzegels [incl. de 'opdruk']. Van echte opdrukken zal geen sprake meer zijn geweest, veeleer een druk in twee-kleuren. Nog in hetzelfde jaar 1922 - op 6 december - verschijnt de eerste waarde, de 2p, van de eerste echte Ierse frankeerserie, gedrukt in boekdruk bij de Staatsdrukkerij in Dublin. |
Deze langlopende serie 1922 zal blijken een echte 'langlopende' te zijn. Pas na 46 jaar, op 14 oktober 1968 wordt een begin gemaakt met de tweede langlopende Ierse zegeluitgifte! In 1923 komen geleidelijk aan de volgende waarden van de langlopende zegels uit, alleen voor waarden boven de 1' [2'6, 5', 10'] bleven de 'overdrukte' Engelse zegels in omloop. 'Overdrukt' omdat een beslissing over de eigen Ierse ontwerpen uitbleven en de basis-zegels bijgedrukt moest worden. Werden de basis-zegels gedrukt door Bradbury Wilkinson & Co, Ltd in plaatdruk, bij de overgang in 1935 van de druk van de hoge waarden naar Waterlow and Sons, gingen ook de Ierse 'overdrukken' mee! De 'overdruk' serie van 1922 is een uiterst boeiende emissie waar nog lang niet het laatste woord over geschreven is. Duidelijk is evenwel dat de rol van drie Engelse postzegeldrukkerijen; Harrison & Sons, Bradbury & Wilkinson en Waterlow & Sons, nog lang na 1922 een grote zou zijn. |
Langlopende serie motieven 1922-1968 De langlopende zegels van 1922 hadden 4 motieven: Lichtend zwaard [ 1/2 , 5, 6p, 1'], Landkaart [1, 1 1/2 , 2p], Wapens van de 4 provinciën [2 1/2 , 4, 9p] en Keltisch Kruis [3, 10p]. Alle zegels werden gedrukt door de Staatsdrukkerij [Government Printing Works, Dublin Castle, later wat preciezer aangegeven als de: Stamping Branch of the Revenue Commisioners]. De hoge waarden [2'6, 5', en 10'] met de afbeelding van Sint Patrick, de beschermheilige van Ierland kwamen pas uit in 1937 en werden aanvankelijk gedrukt door Waterlow & Sons. In de jaren 1933-35 verschenen twee-zijdig getande rolzegels [1 en 2p staande rollen, 1/2 , 1, en 2p liggende rollen]. De rol van Harrison & Sons was op dat vlak uitgespeeld. In 1937 werd Ierland ook een republiek. Van 1922 tot 1940 heeft het papier het watermerk 'Se' [=Saorstat Eireann, Ierse Vrijstaat], vanaf 1940 tot 1974 het watermerk 'e' [=Eire, Ierland]. |
Na de Tweede Wereld Oorlog was de rol van de Engelse postzegeldrukkerijen niet voorbij. Voor de zegels in plaatdruk bleef een beroep gedaan worden op Waterlow & Sons: de luchtpostzegels van 1948 bleven tot in 1961 door hen gedrukt, na de overname van Waterlow & Sons door De La Rue bleef de productie in Engelse handen tot 1965. Een enkele gelegenheidsemissie werd door Waterlow & Sons gedrukt: 1950 Heilig Jaar. In 1958 werden de Mary Aikenhead zegels gedrukt door een filiaal van Waterlow & Sons in Brussel! De overige zegels in plaatdruk in de jaren '50-60 echter werden gedrukt door een filiaal van De La Rue in Dublin. Alleen de 1962 O'Donovan en O'Curry zegels, resp. de 1968 St. Mary Cathedraal van Limerick werden in plaatdruk uitgevoerd door Bradbury & Wilkinson. De Staatsdrukkerij bleef tot in 1965 uitsluitend drukken in boekdruk. Als in het begin van de jaren '60 de meerkleurige plaatjezegels ook Engeland verschijnen, kunnen de Ierse posterijen niet achterblijven. Op 2 februari 1963 verschijnen de eerste zegels in rasterdiepdruk - Rode Kruis - vervaardigd door Harrison & Sons, High Wycombe. In 1964 volgden de Wereldtentoonstelling in New York, de Europa zegels, en 1965 UIT. Alle gedrukt bij Harrison & Son, in High Wycombes. | After the Second World War, the role of English stamp printers
was not over. For the stamps in recess/intaglio printing Waterlow &
Sons continued the airmail stamps of 1948 remained printed by them
until 1961, after the takeover of Waterlow & Sons by De La Rue the
production remained in English hands until 1965. A single occasional
issue was printed by Waterlow & Sons: 1950 Holy Year. In 1958, the
Mary Aikenhead stamps were printed by a Waterlow & Sons subsidiary in
Brussels! The other stamps in intaglio printing in the fifties and
sixties however were printed by a branch of De La Rue in Dublin. Only
the 1962 O'Donovan and O'Curry stamps, resp. the 1968 St. Mary
Cathedral of Limerick were printed in recess/ intaglio by Bradbury &
Wilkinson.
The State Printers continued to print exclusively in typography/letterpress until 1965. When in the beginning of the 1960's the multi-coloured stamps also appeared in England, the Irish Post Office could not stay behind. On February 2, 1963 the first stamps in photogravure - Red Cross - produced by Harrison & Sons, High Wycombe appeared. In 1964 followed the World Fair in New York, the Europe stamps, and 1965 UIT. All printed at Harrison & Sons, in High Wycombe. |
Experimentele rasterdiepdruk 1965-68 Op 14 juni 1965 verschenen de eerste zegels gedrukt in rasterdiepdruk van de Staatsdrukkerij: W.B. Yeats herdenking. En eind 1966 werden van de langlopende serie [emissie 1922] twee waarden in plaats van in boekdruk nu in rasterdiepdruk uitgevoerd. Het ging om de waarden 3p diepblauw, en 5p helderviolet. De opstelling is als volgt: |
Experimental photogravure printings 1965-68 On June 14, 1965, the first stamps printed in the State Printing Works' were in photogravure: W.B. Yeats commemoration. And at the end of 1966 two values of the long-running series [definitves of 1922] instead of in typography/letterpress were now printed in photogravure. These were the values 3p deep blue, and 5p bright violet. This was as follows: |
de verschijningsvormen voor de 3d zijn / issued in the fol.lowing manners:
Watermerk "e", bij de rollen ook kopstaand. / Watermark "e" , stamps from coils could also have the watermark upsidedown. Welke verschijningsvorm hoort bij welke variant is nog niet duidelijk. / It is not clear yet which variant belongs to what origin.
|
de verschijningsvormen zijn:
De 5' boekjes kwamen uit op 01-12-66, de 2'6 boekjes op 09-12-66. Vanwege de tete-beche layout komt zowel normaal als kopstaand watermerk "e" voor. De loketvellen verschenen pas 01-04-68, in een iets lichtere kleur. Ook zijn de schaduwlijnen regelmatiger. Dat laatste komt door dat de stand van het raster onder de zelfde hoek is gezet als de schaduwlijnen. Welke verschijningsvorm hoort bij welke variant is dus duidelijk. |
The appearances are as fiollows:
The 5' booklets came out on 01-12-66, the 2'6 booklets on 09-12-66. Because of the tete-beche layout, both upright and upsidedown watermark "e" occur. The counter sheets only appeared on 01-04-68, in a slightly lighter colour. Also the shadow lines are more regular. The latter is due to the fact that the position of the screenis set at the same angle as the shadow lines. So which appearance belongs to which variant is clear. |
According to "Princestamps": Released: 3d Blue - 1 Aug 1967, 5d in Booklet coils 1 Dec 1966, Sheets on 1 April 1968 Replaced: 3d cross of cong and 5d Sword of light "e" watermark 1940 Format: 17 x 21 mm much smaller than 1940 stamps, "e" watermarks on white chalky paper Printing: Revenue Department, stamping branch of Irish Post Office using Photogravure Perforations: 15 all around, 5d coils will have or 2 imperforate sides. Sheets: 120 stamps per pane ( 12 x 10 rows), 2 panes per sheet of 240 stamps Other Formats: 5d was issued in booklets, one at 2/6 and other at 5/- Both had panes of 6 x 5d with imperfs on edges. Booklets issued in December 1966. These were an emergency issue, when stocks of 3d and 5d definitives ran out in the mid to late 60s. These stamps were crucial as they were the Local 1st class (Sealed) and 2nd class (Unsealed, card) rates. Earlier stamps were printed in typography and by 1966, this was hard to get and use. So these new stamps were printed on smaller and cheaper looking paper. But by 1966 white paper was more common and affordable. Plus the designs were printed in Photogravure. Initially it was the 5d that was needed, and originally this arrived only in booklet panes, sold in booklets of 6 and 12 stamps. These stamps are easily identified from sheet stamps, with imperf sides on 1 or 2 sides (The stamp in the photo is a coil from one of these booklets). The booklets could not be more simple, 2/6 was one pane, 5/- was two and both are quite cheap to buy 15 and 35 by the standards of Irish booklets. Booklet singles are at 2 mint or used. The 3d arrived in sheet form some 4 months later and also saw wide usage as the 3d rate was the second largest after the 5d. No varieties exist and its only worth 40p mint and 15p used. Its very easy to tell them apart from older stamps, they have a pale white colour, the printing is slightly sharper and they are smaller than the earlier (1940) stamps. Finally in April 1968, when the booklets had well and truly gone, the stamp was issued in sheet form and these are even more common than the 3d at 30p mint and 15p used. Both stamps were pretty much rendered obselete in late 1968/69 when these rates increased to 4d/6d. Still this stop gap measure saw very heavy usage and these stamps are surprisingly common, given they were only used for two years. By the time they came out, the Post Office had set up an advisory bureau (1967) and despite the popularity and iconic nature of the 1922/1940 definitive series, the writing was on the wall, and a new set was being planned. Later 1967 saw the beginnings of a competition for a new series. This series would see usage for only 14 years and not be anywhere as iconic as the last series. |