Bij de langlopende emissies uitgevoerd in boekdruk komen we als afspiegeling van de in de vorige paragraaf genoemde overgangsperiode 1908-1911 beide standen van het watermerk 'Groot Kruis' tegen. Langlopende frankeerzegels welke uitgegeven worden na 1911, al of niet op papier met watermerk 'Groot Kruis', hebben bij het staande zegelformaat steeds het liggende watermerk. De eveneens in boekdruk uitgevoerde emissie met cijfertekening van 1905, gedrukt eerst bij St?mpfli & Cie, maar vanaf 1906 bij de Munt, is mij slechts met staand watermerk bekend. Deze cijferzegels worden in 1907 vervangen door een Tellknaap en Helvetia motief. |
De langlopende frankeerzegel-emissies Voor een uitgebreide tabel zie het hoofdstuk over P6/P7. De witte gaten in de tabel, aangegeven met "." vinden we voornamelijk bij de zegels uit postzegelboekjes danwel later overdrukt met een andere waarde. Ook is hiet niet altijd voor 100% zeker of een zegel uit het loketvel komt of uit de niet afgewerkte vellen ten behoeve van postzegelboekjes. Zegels uit postzegelboekjes hebben altijd ??n of twee aanliggende zijden gesneden. |
Het is typisch dat van de twee frankeerseries uit 1907, die toch in 1908-1909 werden vervangen door andere Tellknaap en Helvetia motieven, de 5 rp voorkomt met beide standen van het watermerk. Het is wel de waarde met de grootste oplage [154 miljoen] en de 5 rp zal ook nog wel in 1908 zijn bijgedrukt. De 5 rp met liggend watermerk heb ik met datums van october en december 1908. De Helvetia met Zwaard zegels zijn volgens de Zumstein Spezial in 1908 uitgegeven. Eerst de 40 rp met ontwerpersnaam [augustus], dan de 30, 35 en 50 rp in november en daarna de andere waarden tot in januari 1909. De 40 rp met initialen is met vroegste datum bekend van 27 januari 1909. |
De vroegste datum die ik gezien heb met liggend watermerk is van de 25 rp uit maart 1911. Bij de Tellknaap is volgens de Zumstein Spezial de 2 rp met vroegste datum 28 december 1908 bekend, de 3 en 5 rp van eind januari 1909 af. Direct daarna, met als laatste de 15 rp op 1 februari, verschijnen de drie waarden Helvetia. Met liggend watermerk heb ik de 2 rp type I uit juni 1910, de 3 rp type I uit september 1910, de 2 rp type II uit october 1910, de 5 rp type II uit september 1911, de 10 rp uit december 1911, en de 15 rp uit november 1909. Voor vroege datums van alle frankeerseries, uit de periode 1908-1911, houd ik me zeer aanbevolen. Gezien de datums van de 5 rp Tellknaap zou de overgang naar gegomde rollen papier al in 1908 moeten zijn begonnen. |
De langlopende frankeerserie Wilhelm Tell zegels doet niet mee want deze werd pas vanaf 1914 uitgegeven. Enkele van de in de tabel hierboven genoemde zegels verschijnen vanaf 1933 met door papierfabriek Sihl geleverd, reeds voorgegomd, gecoat papier met de bekende ribbeling. Het gaat om de 35, 50, 60 en 80 rp, en 1 Fr Zittende Helvetia. In 1940 levert een andere papierfabrikant Biberist gecoat papier zonder ribbeling. We vinden dat bij de 50, 60 en 80 rp Zittende Helvetia. |
Het boekdruk papier met watermerk 'Groot Kruis' wordt vanaf 1940 door Biberist slechts geleverd ten behoeve van de Zittend Helvetia, de Wapentjes, de Luchtpost, de Portvrijdom en de Spoorweg-zegels. Alle zegels behalve de Portvrijdom en Spoorweg worden per 31 december 1942 ongeldig verklaard. De Portvrijdom-zegels op Biberist papier verschijnen in 1943. De laatste waarden van de Spoorwegzegels op Biberist-papier verschijnen in 1949: de 20 en 30 Fr. Het gecoate papier, zowel van Sihl als van Biberist, is uitsluitend bekend met liggend watermerk. |
Een verrassing bij de luchtpostzegels Geheel buiten de periode 1908-1911 vallen de luchtpostzegels die tussen 1923 en 1940 in boekdruk uitgevoerd zijn uitgegeven. Ze hebben in eerste instantie het papier dat we kennen van de gewone frankeerzegels in boekdruk. Vanaf 1934 komt ook het gecoat papier, dat voorgegomd is [en met ribbeling gebroken] van papierfabriek an der Sihl, in gebruik. In 1940 verschijnt de 20 rp op gecoat papier zonder ribbeling van papierfabriek Biberist! Al deze zegels hebben het watermerk liggend. Althans dat dacht ik tot ik in een rondzending een 20 rp vond met staand watermerk gedateerd 3.II.38 op papier met ribbeling. |
De meeste waarden uit deze serie hebben een oplage van enkele honderdduizenden, de 50 rp met ribbeling een oplage van 1.1 miljoen en de 20 rp met ribbeling een oplage van 2.4 miljoen. De loketvellen waren 5x5 groot, de drukplaten omvatten 4 loketvellen. Met een langwerpig liggend formaat zegel levert dit niet direct een vierkant drukvel op dat verkeerd in de boekdrukpers is gevoerd! Wat bij deze luchtpostzegels de achtergrond is van beide standen van het watermerk is nog niet duidelijk. Ook moeten we vreemd opkijken als ook bij de andere waarden het staand watermerk opduikt! |
De langlopende frankeerzegels van Zwitserland uit de periode 1905-1940, met de tot dus ver bekende verschillende papiersoorten, vormen een boeiend verzamelgebied, dat behoudens enkele uitzonderingen voor weinig geld nog goed toegankelijk is. Nieuwe ontdekkingen voor wat betreft standen van het watermerk kunnen nog steeds gedaan worden. De bovenvermelde 4 nieuwe zegels komen uit rondzendingen waar ze slechts enkele dubbeltjes kostten. Telkens maar weer, zoals ook met deze Zwitserse voorbeelden, blijkt dat de filatelie in slaap is gesukkeld en er gedacht wordt dat alles al uitgezocht is en bekend. Het is niet waar! En de verzamelaar hoeft er niet eens voor de PTT-archieven in, maar kan volstaan met een duik in het eigen stockboek met dubbelen, de stockboeken van collega's en de rondzendingen van de plaatelijke verenigingen. Copyright © Rein Bakhuizen van den Brink Last updated on 15 mei 2010 |