De in 1951 begonnen vervanging van de emissie Smelt heeft geresulteerd in een viertal emissies waarvan er drie door Kolff werden gedrukt en één door Joh. Enschedé en Zonen, en later door Pertjetakan Kebajoran. De lage waarden met de "Aar" [links Padi-aar, rechts katoen-tak] zijn zeer interessant vanwege de wisselingen in zegelformaat, beeldformaat, tandingsmaat, rastermaat en niet te vergeten papier. Gedrukt in rasterdiepdruk met velinleg in drukvellen van 2x10x10. De brug tussen de veldelen is één zegel breed bij de eerste oplage van de 5 en 10 sen. De oude kammen konden hiervoor nog worden ingezet. Voor de andere waarden en voor latere oplagen van de 5 en 10 sen was de brug vier zegels breed geworden. Een nieuwe kam met een iets afwijkende perforatiemaat ging hiermee gepaard. De 5 en 10 sen verschenen namelijk al in februari 1951, de 15, 20, en 25 sen pas vanaf april, de 2 1/2 en 7 1/2 sen vanaf juli, en de 1 en 2 sen vanaf september 1951. Velrandbijzonderheden verder zoals bij de vorige emissie: oplaagletters boven en onder, telcijfer 1-10, 10-1 links en rechts. Etsingnummers boven zegels 5/6. Drukrichting B of O gekoppeld aan het doorlopen van de perforatie in boven- of ondervelrand. Soms een horizontale balk op de ondervelrand. |
De papiersoorten sluiten aan op die van de vorige emissie, sommige waarden van de Smelt serie immers zouden nog even door gedrukt blijven: de 3, 4 sen, en de 30 sen en hoger. Alleen de 30 sen heeft het karakteristieke perkamentachtige papier van de eerste oplage "Aar" [afgezien van de 5 en 10 sen] uit 1951. Voor de sen waarden boven de 25 werden twee andere tekeningen gebruikt en wel vanaf 1953: Postkantoor, ontwerp M. Irot [30-50 sen] resp. Edelman, ontwerp Ratmojo [60-90 sen]. Beide emissies, hoewel ook aanmaak-technisch geheel in het verlengde van de "Aar", laat ik in dit artikel met rust. Volstaan zal ik met de opmerking dat papier III voorkomt met beide papierrichtingen: en , en dat de 50 sen dun papier kent net als de 10 en 25 sen Aar in 1957. Behalve postzegels verschenen in de "Aar"-tekening ook nog postwaardestukken zoals de briefkaarten van 10 sen blauw, en 15 sen paars, resp. het postblad van 20 sen rood. Alle uitgevoerd in rasterdiepdruk met rastermaat R70 bij Kolff. De opstelling zoals in de overzichts-tabel is vanzelfsprekend veel uitgebreider dan in welke Indonesia catalogus ook, zij het nog niet perfect. Zonnebloem is chaotisch. Bij de 10 sen b.v. is het totaal niet duidelijk wat welk beeldformaat heeft. Nummer 77 zou beeldgrootte 18x22 1/2mm hebben afgaand op de catalogus, maar heeft in werkelijkheid 17x22mm. En wat hebben 77A, 77B, 77F en 77H? De Indonesische "Katalog Prangko Indonesia" doet voor de Zonnebloem overigens niet onder. |
Overzichts-tabel emissie Aar, ontwerp M. Irot We kunnen de Aar-serie opsplitsen in een aantal min of meer chronologische groepen:
nr waarde kleur A B C D E F G1 G2 1 1 sen grijs - - x - - - - - 2 2 magenta - - x - - - - - 3 2 1/2 sepia - - x - - - - - 4 5 roserood x - x . x x - . 5 7 1/2 groen - - x . x - - - 10 sen blauw 6 beeld- 18x22 1/2mm x x - - - - - - 7 formaat 17 1/2x22mm - - x . x x x . 8 15 paars - - x x . x - x 20 sen rood 9 beeld- 18x22 1/2mm - - x - - - - - 10 formaat 17 1/2x22mm - - x . x x - . 11 25 donkergroen - - x . x x x . RIAU [1 januari 1954]: nr waarde kleur A B C D E F G1 G2 12 5 sen roserood x 13 7 1/2 groen x 14 10 blauw 17 1/2x22mm x 15 15 paars x 16 20 rood 17 1/2x22mm x 17 25 donkergroen x |
1951 President Soekarno, ontwerp M. Irot/Joh. Enschedé Terwijl de rupiah-waarden van de Smelt-serie nog van tijd tot tijd werden bijgedrukt bij Kolff [tijdsbeparing, deviezengebrek] werden dezelfde waarden in 1950 bij Joh. Enschedé en Zonen, Haarlem besteld vooruitlopend op de mogelijkheid straks in Indonesia zelf de zegels te gaan drukken [zie aflevering III]. Net zoals in Nederland de guldens waren de rupiah-waarden [boven 1 rupiah] aan verkoop-restricties gebonden. Pas na 1952 zouden deze wat lichter worden. Eerst werden de waarden t/m 5 rupiah vrijgegeven, daarna t/m 10 rupiah. De 25 rupiah en hoger bleven nog langer onder restricties. Dit is ook direct terug te vinden in de oplage-tabel, en de bestelling van een reeks nieuwe waarden [1.25 - 50 rupiah] die in maart 1953 wordt afgeleverd. Pas in 1957, nadat in 1955 de drukkerij Pertjetakan Kebajoran is opgeleverd, verschijnen de eerste Soekarno-zegels van de Chambon-pers in Djakarta. |
De zegels bij Joh. Enschedé zijn vervaardigd op een Palatia velinleg-pers voor rasterdiepdruk, die bij Kebajoran op de Chambon druk aan de rol rasterdiepdruk-pers. Dit is belangrijk omdat ondermeer aan de drukrichting [L= Joh. Enschedé, B of O = Pertjetakan Kebajoran] vast te stellen is van welke drukker de zegels afkomstig zijn. De zegels zijn gedrukt in vellen van 10x10. De zegels voor RIAU en Irian Barat zijn in tweekleuren rasterdiepdruk bij Kebajoran vervaardigd, dus net als we al van Kolff gewend waren is er geen sprake van een opdruk. Bij de RIAU Soekarno zegels ontbreken de 1, 2, 3, 5, 10, en 25 rupiah omdat die in de Smelt-serie waren uitgekomen en daarvan nog genoeg waren. |
Velrandbijzonderheden: de Joh. Enschedé-druk met telcijfers 1-10, 10-1 links en rechts, etsingnummers boven zegels 5/6. Bij de Kebajoran-druk is de velrand gevarieerder. Oplaagletter + Etsingnummer boven 5/6 of onder 95/96, telcijfers 10-1 boven, 1-10 onder, links 1-10, en rechts 10-1. De telcijfers zijn bij de cylinders die in 1957 zijn gemaakt groot, bij die na 1958 kleiner. |
Ook het papier is een goed hulpmiddel om de zegels te onderscheiden. Is de eerste oplage van Joh. Enschedé nog enigszins cremig, de tweede en derde oplage zijn optisch al wat witter. Pas het papier van Kebajoran rond 1963 is pas echt goed wit dankzij de toevoeging van wit fluorescente stoffen egaal door de papiermassa. De in 1951-52 verschenen zegels in Joh. Enschedé-druk hebben papierdoorzicht IIIb, de zegels uit 1953 alle IIId. De rastermaat is bij de Joh. Enschedé-druk nog zoals in Nederland toen gebruikelijk R80, en ook de eerste oplagen bij Kebajoran hebben R80. Vanaf circa 1962 wordt het raster fijner: R100. |
Overzichts-tabel, Pres. Soekarno Zoals het ook het geval is met de vorige behandelde emissies is deze in een aantal min of meer chronologische groepen op te delen:
In de tabel zijn de bekende drukrichtingen aangegeven. nr waarde kleur A B C D E F 1 1.- paars L B,O 2 1.25 oranje L B,O 3 1.50 lichtbruin L ,O B B ,O 4 2.- groen L B B,O ,O 5 2.50 lilabruin L B B B 6 3.- blauw L B B B 7 4.- olijfgroen L ,O B B 8 5.- bruin L B,O ,O B,O 9 6.- roodviolet L B B,O 10 10.- blauwgrijs L 11 15.- geel L 12 20.- donkersepia L 13 25.- rood L 14 40.- groen L 15 50.- paars L |
De waarden vanaf 15.- hebben verschillende tekeningen voor de Joh. Enschedé en Kebajoran drukken. Met name in de waardecijfers zitten verschillen in dikte, Kebajoran heeft dikkere cijfers. nr waarde kleur A B C D E F 16 10.- blauwgrijs ,O B B 17 15.- geel B,O 18 20.- donkersepia B,O 19 25.- rood ,O 20 40.- groen ,O 21 50.- paars B,O RIAU [21 mei 1960]: nr waarde kleur A B C D E F 22 1.25 oranje B 23 1.50 lichtbruin B 24 2.50 lilabruin B 25 4.- olijfgroen B 26 6.- roodviolet O 27 15.- geel B 28 20.- donkersepia B 29 40.- groen B 30 50.- paars B Irian Barat [1 mei 1963]: 31 1.- paars B, 32 2.- groen B, 33 3.- blauw B, 34 5.- bruin B, |
Oplagen Joh. Enschedé aantallen afgeleverd in vellen van 10x10 waarde 1e aflevering ets.nr knip afgeleverd 1.- 08-11-50 1 13 34.918 19-07-51 2 1 45.251 15-07-52 2-3 4 101.756 2.- 13-11-50 1 14 2.188 21-07-52 2 5 49.948 3.- 13-11-50 1 15 1.264 21-07-52 2-3 6 51.024 5.- 13-11-50 1 16 1.346 24-07-51 2 2 2.301 17-07-52 2-3 7 20.711 10.- 14-11-50 1 17 1.380 05-08-52 2 8 20.433 25.- 14-11-50 1 18 695 24-07-51 2 3 301 17-07-52 2 1 10.848 1.25 -03-53 1 7 50.796 1.50 -03-53 1-2 8 51.359 2.50 -03-53 1 9 52.306 4.- -03-53 1 10 25.746 6.- -03-53 1 11 26.516 15.- -03-53 1 12 25.246 20.- -03-53 1 15 25.166 40.- -03-53 1 16 10.726 50.- -03-53 1 17 10.836 |