briefkaart: 10 groen/groen 10 groen/donkergroen 10 groen/wit 15 rood/buff 15 roodbruin/wit 20 rood/wit 30 blauw/wit 30+30 blauw/wit 70 rood/wit 70+70 rood/wit 1e dag van uitgifte: 18-09-50 10 22-09-50 15 04-10-50 5 24-10-50 3 13-12-50 50 31-12-50 30 30-03-52 20, 35, 40, 45, 60, en 85 04-01-53 postzegelboekje: 6*5 + 6*10 +2*6*30 = 450 [3 teksten] 05-01-54 80, 95, 100, en 125 20-08-50 10, 15 briefkaart 08-08-51 10 briefkaart [op donkergroen] 26-11-51 10 briefkaart [ op wit] 01-02-52 15 briefkaart [roodbruin] 26-10-52 20 briefkaart 08-11-53 30 briefkaart 31-08-54 30+30, 70, 70+70 briefkaart Verkrijgbaarheid: tot en met: 31-02-52 briefkaart 10 groen, 15 rood 31-01-54 briefkaart 15 roodbruin, 20 rood 15-06-55 postzegelboekje 30-01-59 alle velzegels 19-01-60 briefkaart 30, 30+30, 70, 70+70 Druk/Drukvormen: Offset Lewin-Epstein. Raster 60. Vellen 4x10x10. De beide onderste loketvellen tete-beche geplaatst ten opzichte van de beide bovenste. Bovendien ten behoeve van postzegelboekjes tete-beche-vellen van de 5, 10, 15, 20, 30 en 45pr. Zowel direct aan elkaar als gescheiden door een brug met twee verticale lijnen: 10 rijen met elke rij 3 zegels rechtop, brug, 3 kopstaand en 3 rechtop. In de 1e rij op de 4e positie [de brug] het veltelnummer. De 20 en 45pr zijn niet meer in postzegelboekjes verschenen vanwege tariefswijzigingen. De boekjesvellen zijn aan het loket opgemaakt. De briefkaarten zijn uitgevoerd in offset op drukvellen van 1000x700 => 40 stuks = 4x10 van 151x100, vanaf herfst 1951 46 stuks = 6x7+4x1 van 147x97. Kamtanding 14 16/20. Perforatiebeeld: 1/0/d/d of 1/d/d/0 [de beide onderste loketvellen, in het grote drukvel is het perforatiebeeld 90 graden gedraaid: d/0/1/d]. Bij de boekjes vellen: 1/0/d/d. Doorzicht IIIb | en IIId |. Dikte: 9/100mm +/- 1/100mm. De eerste oplagen hebben wat dikker papier. Copyright © Rein Bakhuizen van den Brink Last updated on 15 mei 2010 |