De postzegelboekjes, met alleen 0.18 resp. met 0.15 en 0.18 gemengd, zijn in dubbelvellen van 36 gedrukt, elk enkelvel is opgebouwd als volgt: cd nNN*kKKnNN NNn*KKkNNne ********** nNN*kKKnNN NNn*KKkNNne c=cyclometer, d=datum N=rechtop, K=kopstaand *=rosette, e=postembleem op de plaats van n en k zitten de 0.15 zegels in het gemengde boekj |
In de linker- en rechter-bovenhoek van het bovenvel, en het linker- en rechter-onderhoek van het ondervel staan paskruizen. Juist op de tete-beche-vellen is het gebruik van twee cylinders vaak goed te zien omdat als de cylinders ten opzichte van elkaar zijn verschoven het op het rechtopstaande zegel in de tegengestelde richting is gebeurd als op het kopstaande zegel waardoor het contrast versterkt is. Het boekje met 1*0.10+5*0.18 heeft een aparte lay-out: nN KK nNe NN KK NN NN Kk NN e=postembleem N=rechtop, K=kopstaand op de plaats van n en k zitten de 0.10 zegels in het gemengde boekje Per drukvel drie velletjes boven elkaar. Er zijn minstens twee [deel]oplagen gezien de twee verschillende raster-combinaties: 100/100 en 70/70. |
De lay-out van de drukvellen van het 5*0.20 boekje is nog niet duidelijk. Er zijn geen vellen van 18 of 36 verkocht, wel zijn zegels met een aanhangsel boven en opzij in omloop. Deze komen uit het boekje: Na NN NN Het is aannemelijk dat dit boekje vergelijkbare drukvel-layout heeft als het boekje met 1*0.10+5*0.18. Namelijk 3x3 blokjes. Ook tete-beche? Dat zal de drukrichtingen moeten uitwijzen. Vooralsnog alleen B gevonden. De drukrichting is -bij een drukvel met datum/embleem in de rechterbovenhoek- B. De individuele zegels welke bij zo'n stand van het vel kopstaand zijn hebben de tegenovergestelde drukrichting O. Zegels uit de beide Stadswapen-series met een drukrichting O zijn altijd afkomstig uit de tete-beche lay-out van de boekjeszegels. |