Bij het uitzoeken van de 'hoeken' van LAS 1 bleek dat de ronde hoeken bij de 'S' en de 'T' zich beperkten tot een bepaald bereik met een enkele uitzondering [182/183] maar ook dat de onderlinge afstand van de hechtpuntjes verschilden en er soms dubbele hechtpunten voorkwamen. Vervolgens viel op dat er velpositie-kenmerken waren - sommige zeer duidelijk en consistent aanwezig. De voorlopige conclusie is dat - bij de 'S' - 8 verschillende posities zijn bij de 'rechte' hoeken en dat bepaalde kenmerken ook voorkomen bij de 'ronde' hoeken. Dit betekent dat de 'ronde' geen afwijking van de 'rechte' is, maar een eigen aparte 'slit'! Om een drukvel-reconstructie te kunnen maken zijn achtereenvolgende nummers nodig, liefst afkomstig uit de stickerboeken. In de stickerboeken zijn de stickervelllen 8 [=2x4] stroken groot. |
Bij LAS 1 zijn de rode lijn en het zwarte kader over het groen heen gedrukt - eris geen uitsparing gemaakt! Bij LAS 2 zien we dat wel. Het voorkomen van de 'ronde' hoeken bij dezelfde nummers zowel voor de 'S' als de 'T' deed vermoeden dat dezelfde slit is gebruikt. Echter de velpositie-kenmerken van de 'T' tot dus ver zijn afwijkend van die van de 'S' en ook lijkt bij de 'T' een nieuwe slit voor te komen.. Enkele kenmerken van de 'rechte' hoeken komen bij 'T' ook voor bij de 'ronde' hoeken! |
Bij de 'reepjes' van de typen 1 en 2 zijn de rechte hoeken soms afgerond soms recht gebleven. |
Gezien de nummering en het gelijktijdig overstappen op een nieuwe tekening [LAS 1 naar LAS 2] lijkt het er sterk op de 'RRRS' en 'RRRT' met de zelfde offset-platen zijn aangemaakt. Ook zijn de velpositiekenmerken van de 'S' anders dan die van de 'T'. We zouden kunnen veronderstellen dat iets dergelijks ook gebeurd is met de 'RRRV' en 'RRRW' bij de overgang van LAS 3 naar LAS 4. Een nauwkeuriger onderzoek naar de kenmerken van met name de groene cylinder spreekt dit tegen. Vooralsnog is voor alle lettercombinaties van LAS 2 [en LAS 3 !] dezelfde groene cylinder in gebruik geweest, d.w.z. van LAS 2S tot en met LAS 3W. Bij de lettercombinatie RRRV en RRRW speelt nog een extra complicatie waarbij zelfs dubbele nummers te verwachten zijn. Het nieuwe type 4 heeft namelijk een andere hoogte van de barcode! |
Een kleine tip van de sluier licht Balie Nieuws 1 van 03.01.2000, 1.2. 'Boekje met barcodestickers Aangetekend': Het Sorteercentrum Aangetekend heeft vanaf 1 januari 2000 een nieuw scansysteem in gebruik genomen voor het scannen van alle aangetekende zendingen. Omdat dit nieuwe systeem uitsluitend de laatste versie van de barcodestickers Aangetekend kan inlezen, doet u de oude versie van deze sticker na ontvangst van de nieuwe weg. Eind week 1 ontvangt u via de envopac één "nieuw" boekje met barcodestickers (P2203). In de bijgevoegde instructie wordt uitgelegd hoe u moet handelen. Mocht u het nieuwe boekje niet in deze week ontvangen, neemt u telefonisch contact op met de afdeling Plussupport (030)-290 46 60. Als klanten met zendingen aan de balie komen die reeds zijn voorzien een barcodesticker Aangetekend, mag u deze nog op de gebruikelijke wijze aannemen. Dit klinkt plausibel, maar wie zich een beetje heeft verdiept in barcodes weet dat de hoogte van de barcodes geen enkele rol hoort te spelen. Ook de dichtheid niet tenzij er een echte groot verschil is en dat was er niet. Ook het type barcode zou nog van belang kunnen zijn, maar ook hier is steeds spraken geweest van type 'Code 39', en niet van een concurrerend type als EAN 128 of ITF [interleave 2 of 5]. Wat was er wel aan de hand???? |
Bij de RRRX vinden we een overstap op een nieuwe rasterdichtheid. Bij welk nummer de overgang precies plaats vond is niet bekend. Rond de [begincijfers] 800? Bij de RRRY is een variant bekend waarbij de onderhelft die normaal in het stickerboek/-blad achterblijft niet aanwezig is. Dus ook geen 'verzendbewijs' e.d., de groene afscheiding onderaan ontbreekt en dat maakte de strook zo opvallend. De rode lijn loopt links niet door en eronder is ook geen groen gedrukt. Alle vier hoeken zijn ook gerond! De complete strook is 48mm hoog. gevonden: RRRY 7291479. Type 4 met 9.5mm tussen einde nummer en einde barcode. Soortgelijke stroken blijken ook gevonden bij LAS 3. Nader onderzoek is nodig.... |
Niet alleen bij de eerste drie LAS-sen zijn onderverdelingen te maken. Ook bij de 'RRRRX' en volgende met een raster 33 werden 2 duidelijke types gevonden: constante verschillen in tekening van het rood [de rode 'R'] met 1 resp. 2 punten. De oorspronkelijke hoofdnummering is omgegooid en bij LAS 4 is een tweedeling gemaakt met LAS 4 [raster 50] en LAS 5 [raster 33]. Bij LAS 5 is het aannemelijk dat b.v. de linkerhelft van de drukbaan subtype 1 heeft en de rechterhelft subtype 2. De deelreeks is dan zo lang als de drukbaan geweest. Maar hoe lang??? |
Het 'platen' van de Landelijke Aanteken Strook Voor het vaststellen van de velopmaak van de LAS-sen is het nodig om complete stickervellen te hebben, liefst enkele met opeenvolgende nummers zoals b.v. uit een stickerboek. Van de LAS-sen 2, 3, 4 en 5 heb ik de beschikking over één of méér stickervellen die het mogelijk maken om voorlopige conclusies te trekken. Stickervellen van LAS 1 t/m LAS 3 hebben de even nummers links en de oneven nummers rechts. Bij de LAS 4 t/m LAS 6 begint men links met oneven nummers! De opmaak van LAS 1 lijkt te wijzen op vellen van 2x4 stroken voor de 'S' en eveneens voor de 'T'. Echter de velpositiekenmerken bij 'S' zijn andere dan die bij 'T'. Elk kenmerk komt voor op of even stroken of op oneven stroken - wat niet vreemd is met een stickervel opmaak van 2x4 stroken. |
Bij de allereerste LAS-sen zijn nogal wat velpositiekenmerken te vinden. Later wordt dit veel minder. Het groene raster is bij uitstek geschikt om de diverse drukvorm-posities te omschrijven. De meest uitgebreide manier is de beschrijving van de groene rasterpuntjes rondom de uitgespaarde rechthoek. Afhankelijk van de rasterstand en de rastermaat is b.v. het aantal rasterpuntjes in de linkeronderhoek te tellen van boven naar beneden - de hoekpunt niet - en dan weer van links naar rechts. De relatief kleinere puntjes krijgen een 1/2 , zeer veel kleinere een ( 1/2 ). Als het raster precies onder een hoek van 45 graden staat, dan is het simpeler: de hoek telt 2 - schuine - -of 3 punten - haaks op elkaar. |
Dankzij 2 stickervellen van Dieter Lüwer komen we wat verder als we de 4 hoeken van de grote - in het groen uitgespaarde - rechthoek bekijken: Bij de S vanaf '4833858':
Posities te nummeren van linksboven naar rechtsonder: 1 - 8 Op positie 2 was een zwarte horizontale kras te zien ver vóór de '3S' in het wit onder de barcode; verder een groene kras achter de 2e strip. Op positie 3 een dubbele hechtpunt in de 2e strip boven; op positie 4 een dubbele hechtpunt in de 1e strip boven; op positie 8 een dubbele hechtpunt in de 2e strip boven.. |
Andere velpositiekenmerken bij de S:
|
Bij de T vanaf '4472866':
Posities te nummeren van linksboven naar rechtsonder: 1 - 8 Op positie 3 was een dubbele rode stip te zien ver vóór de '3S' in het wit onder de barcode; verder een rode stip vóóraan; op positie 8 was een rode stip te zien achteraan het 2e stripje; op positie 6 een dubbele hechtpunt in de 2e strip boven. |
Velpositiekenmerken bij de T
Niet alleen bij positie 3 zijn er 3 verschillende 'stadia' (?) te onderscheiden, ook bij positie 8. De verdeling van elk 'stadium' over de nummering tussen 000 en 649 is heel grillig. B.v . alle 3 stadia van positie 3 zijn bekend met 041. Dit kan lijkt me alleen maar als een stickerboek samengesteld wordt [gecollationeerd] vanuit 3 verschillende banen. Complete stickerboeken van LAS 1 zouden meer licht op de zaak moeten wijzen..... |
B.v.
|
Bij LAS 2 echter zijn zo goed als geen kenmerken te vinden. Slechts één kenmerk - een groene stip aan het einde van de bovenste nummerstrip - komt voor bij zowel de 'T' als de 'U' en de 'W'. Bij de 'V' nog niet gevonden. Aan de hand van de paar stickervellen bij 2T1 [nr. 735] valt op te maken dat velpositiekenmerken terugkomen om de 8 stroken [=4 rijen ofwel één stickervel groot] Bij LAS 2 is de verdeling van de hoekpunten van de grote rechthoek als volgt: Bij de T vanaf '7356686':
|
Als voorbeeld: de linkeronderhoek: met 1/2 - 2 - 1 de linkerbovenhoek: met 1 - 2 - 1 1/2 de rechteronderhoek: met 1 - 2 - 1 de rechterbovenhoek: met 1 - 1 - 1/2 |
Zoals we in de vorige tabel kunnen zien is dat aan de rechterkant 2e van boven, dus een oneven nummer- wat klopt: 3S RRRRV 3738735. Bij de V vanaf '3617962':
|
Bij LAS 3 is de verdeling van de hoekpunten van de grote rechthoek als volgt: Bij de V vanaf '6628890':
Wat bij LAS 2 [en 'T'] op rij 1 zit, zit bij LAS 3 op rij 4; wat bij LAS 2 [en 'T'] op rij 2 zit, zit bij LAS 3 op rij 1 enzovoorts. Een verspringing van 1 rij dus! |
Bij de latere LAS-sen 4 en 5 is de velopmaak anders:
|
Bij LAS 4 is de verdeling van de groene punten in de rode R als volgt: binnen 2 achtereenvolgende stickervellen verspringend van 2 naar 1 en weer terug resp. van 3 naar 2 en weer terug, waarbij de even stroken [de rechterkant van het stickervel] aan de linkerkant van de rechthoek een minieme extra verticale kolom rasterpuntjes vertoont. Bij LAS 5 is het aannemelijk dat b.v. de linkerhelft van de drukbaan subtype 1 heeft en de rechterhelft subtype 2. De deelreeks kan dan zo lang als de drukbaan geweest. Maar hoe lang??? Een oplossing zou kunnen komen van 2 elkaar qua nummering opvolgende stickerboeken waarvan de ene type 1 heeft en de andere type 2. We komen dit namelijk tegen bij LAS 6 [zie hieronder]. Dit zou betekenen dat voor een stickerboek om en om van de linker- resp. rechterbanen gebruik is gemaakt. |
Bij LAS 6 is de verdeling van de groene punten in de rode R als volgt:
|