|
|
Electro-Mechanical Engraving = EME
Het ook voor de langlopende emissies in gebruik nemen van het Hell-procede waarbij de rasterdiepdruk-cylinder wordt gegraveerd had zonder meer consequenties voor de emissie Beatrix ontwerp Struycken/Unger. Door [zij het zeer minieme] aantasting van het ontwerp moest opnieuw onderhandeld worden over het ontwerp. Menig filatelist hoopte misschien stiekem op een mislukken van deze onderhandeling echter ze hadden er niet bij stil gestaan dat de Koningin zelf nogal gecharmeerd was van het ontwerp. In plaats dat voor slechts enkele ingewijden de lopende Beatrix-serie geruisloos op een nieuwe aanmaakwijze overging werd besloten om deze af te ronden en over te stappen op een nieuwe emissie met een duidelijk afwijkende tekening. Bij de presentatie van de milieu-zegels op 29 januari 1991 maakte dhr Scheepbouwer de emissie Beatrix inversie bekend. Dit inverteren houdt in dat wat bij de oude emissie kleur was nu blank is en wat uitgespaard was in de kleur: waarde en landsaanduiding nu kleur krijgen. |
Voor de kleur kan terecht gesproken worden over inversie. Het zwarte portret echter wordt niet geinverteerd echter houdt dezelfde opbouw in punten maar nu in een donkere variant van de ondergrond kleur. Het graveren is wel te zien aan de stippen. Voorheen duidelijk rond met een uitloop naar boven of beneden naar gelang de drukrichting [de zogenoemde "uitjes"]. Nu zichtbaar opgebouwd uit Wybertjes onder -40/40 graden. De gekleurde ondergrond van Unger was altijd al opgebouwd uit Wybertjes onder -30/30, een tamelijk grof raster dat soms heel erg goed waar te nemen viel. Bij de Beatrix inversie is het raster van de ondergrond kleur veel fijner. Van de reeds verschenen postwaardestukken vanaf 1982 hebben eigenlijk de postbladen en luchtpostbladen de tekening Beatrix inversie van begin af aan gehad zonder dat dat met zowel woorden ooit is vermeld - Koningin Beatrix ontwerp Peter Struycken, versie II: 55c postblad binnenland O 1982, 85 60c postblad binnenland O 1986 90c grijs luchtpostblad buitenland O 1982-86 100c grijs luchtpostblad buitenland O 1986 |
2.2 Verkrijgbaarheid/geldigheid 3. Druktechnische gegevens 3.1. Verschijningsvorm De zegels zijn uitgekomen in drie verschillende verschijningsvormen: als loketvellen van 10x20: 75c - 5G als loketvellen van 5x5: 7.50G, 10G als boekjesvellen van 5x5: 80c, 1G, 1.60 als rolzegels: - t.b.v. postzegelplakmachines 75, 80c, 1.60 - t.b.v. loketafgifte-apparaten 75, 80c, 1G, 1.60 als automaatboekjes: 75, 80c 3.2. Druk/drukrichting/rasters/drukvormen |
De druktechnische bijzonderheden van de nieuwe 75c zegels: 75c Loketvellen van 10x20, drukvellen van 2x10x20 gedrukt in twee-kleuren rasterdiepdruk op de GOEBEL-pers. Licht- en donkermosgroen, waarbij de donkere kleur voor de Beatrix-stippen en de lichte kleur voor de waarde- en landsaanduiding en de meeste velrandbijzonderheden.De drukrichting is moeizaam vast te stellen en is B. Het raster is opgebouwd uit Wybertjes onder -40/40 graden voor beide kleuren, alleen de lichte kleur heeft een fijner raster dan de donkere: 10/12? resp. 6.5/10 voor zover meetbaar. 3.3. Perforatie/formaat De zegels van de lagere waarden [75c /gm 5G] zijn voorzien van scheerperforaat: 13 :12 3/4 14/16 tanden, horizontaal/verticaal. De perforatie is zoals gebruikelijk boven en onder doorlopend en alle zijranden met 2 gaten. De hogere waarden [7.50G en 10G] hebben een aangepast scheerperforaat, waarover verderop. 3.4. Velrandbijzonderheden/normering Alg. Telcijfers 1-20 links en 20-1 rechts in de lichte kleur. Pasrondjes naast zegel 191 van het linkervel en naast zegel 200 van het rechtervel. Een schuine lichte registerbalk boven zegel 4 [=onder 194] bij zowel linker- als rechtervel. Horizontale registerbalken zowel links als rechts boven 5 [=onder 195] in de lichte kleur en boven 6 [= onder 196] in donkere. De reeks etsingnummers is begonnen met L1 L1 resp R1 R1 onder de zegels 200, waarbij de linkernummers de lichte kleur hebben. Net als bij de oude emissie Beatrix kunnen we het gebruik van de donkere kleur cylinder ook aantreffen bij andere waarden zij het dan in een andere kleur [en niet overal zwart zoals voorheen]. Onder de zegels 191-193 vinden we "Artikelnummer: 100169" [75c], waarbij de cijfers de zogenoemde "geregeneerde" nummers hebben die typerend zijn voor de gegraveerde cylinders. Naast de rijen 1-2 van het linkervel verticale blokken in de lichte en donkere kleur. Op de oudere oplagen zullen deze blokken geheel schoongesneden zijn, na de invoering van de drukdatums wordt wat meer marge overgehouden en kunnen de blokken zichtbaar worden. |
De twee hoogste waarden zijn gedrukt in loketvellen van 5x5, drukvellen van 3x3 loketvellen. Telcijfers 1-5 links en 5-1 rechts in de lichte kleur. Op de randen van het drukvel zit links van vel 1 een verticale balk met 7 van boven naar beneden lichter worden segmenten naast zegelrijen 1-2 in de donkere kleur en naast zegelrijen 3-4 in de lichtere kleur. Het zelfde maar dan op de rechtervelvelrand van vel 3. Horizontale registerbalken zowel links van vel 4 als rechts van vel 6 in de donkere kleur naast zegelrij 1 en in de lichtere kleur naast zegelrij 2. Een schuine balk in de lichte kleur naast zegelrij 3. Onder de schuine balk naast zegelrij 5 paskruizen. Op de oplagevellen zijn de kleurbalken en paskruizen weggesneden. De cylinder-nummers zitten onder zegels 25 met L 11, M 11 resp R 11. De linkernummers 1 hebben de lichte kleur. Een L hebben de vellen 1, 4, en 7, een M de vellen 2, 5, en 8, een R de vellen 3, 6, en 9. Op het modelvel van de eerste oplage van de 10G staan de beide 1-en van de M-vellen erg dicht tegen elkaar. Op de oplage-vellen is dit verbeterd, de rechter donkere 1 staat nu op 1.4mm afstand i.p.v. 0.2mm. Onder de zegels 21-23 vinden we "Artikelnummer: 100282" [10G], waarbij de cijfers de zogenoemde "gegenereerde" nummers hebben die typerend zijn voor de gegraveerde cylinders. Ook de "1" van de cylinder-nummers is zo opgebouwd. |
De hogere waarden zijn voorzien van een speciaal scheerperforaat - aan de gomzijde zien we papierrestjes naar beneden omgeslagen. Horizontaal zitten tussen de dikkere hoekpennen [1.3mm] 13 normale pennen [0.9mm] met een filatelistische maat van 13 3/4. De pennen staan dus wat dichter op elkaar dan bij de andere Beatrix-zegels in het A-formaat [13 :12 3/4 14/16]. Verticaal zijn 6 pennen geplaatst tussen de hoekpen en ellips-vormige pen. Met een tandingsmeter komen we daar uit op 12 3/4. De traditionale perforatie-beschrijving voldoet duidelijk niet. Een notatie "A met hoek/ellips-gaten" is zolang er geen varianten opduiken afdoende. De perforatie is zoals gebruikelijk boven en onder doorlopend en in twee zijranden met 7 extra gaten [links van de L-vellen, rechts van de R-vellen]. Tussen L en M resp. M en R loopt de perforatie door. En ook tussen de rijen loketvellen, waarbij halverwege ook het ellipsvormige gat. * * * De rolzegels zijn net als de velzegels in twee kleuren gedrukt op de 5-kleuren GOEBEL-pers, op in het verleden enkele uitzonderingen na [op de Regina-pers]. |
De zegels op de GOEBEL-pers gedrukt hebben een scheerperforaat 13 horizontaal - aan de gomzijde zien we papierrestjes naar boven omgeslagen -, de oplagen op de Regina gedrukt hebben een kamtanding [2-zegelrijen hoge kamslag] met de correctietanden aan de onderkant. Aan de zijkanten van de twee zegelbanen hebben de drukvellen extra verticale doorlopende perforatielijnen [of niet] met soms een aantal extra horizontale pennen. In de tabel aangeven met resp: | | | | [verticale perforatielijnen aan beidekanten van beide banen] - | - | [de verticale perforatielijn aan de linkerkant van de banen vervangen door slechts één maal per perforatietrommel horizontale pennen] | | [de verticale perforatielijn slechts aan de linkerkant van de beide banen] De drukrichting is moeizaam vast te stellen en is O. Het raster is net als bij de velzegels opgebouwd uit Wybertjes onder -40/40 graden voor beide kleuren, alleen de lichte kleur heeft een veel fijner raster dan de donkere: 10/12 resp. 7/8 voor zover meetbaar. Qua rastering dus een miniem verschil tussen de Beatrix-stippen bij de vel- en rolzegels. De rolzegels hebben de gebruikelijke lay-out met 2 banen van 10x21 zegels. Op de linkervelrand van de linkerbaan vinden we naast de rijen 4-5 verticale blokken zoals ook bij de loketvellen. Op de middenbaan op rij 13 een lichte schuine balk, op rij 14 een lichte horizontale balk, en op rij 14/15 een donkere horizontale balk. Pasrondjes links van de linkerbaan en rechts van de rechterbaan naast rij 3. De absolute positie op het modelvel kan per oplage verschillen, de relatieve positie van bovengenoemde randbedrukkingen is steeds het zelfde. * * * |
Het papier is voor zowel velzegels als rolzegels fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde niet of nauwelijks oplicht. De mate waarin het papier oplicht is nog niet systematisch onderzocht en blijft in dit overzicht buiten beschouwing. De papierrichting is↕. Het papierdoorzicht is meestal IIIp met glansdiagonalen -45/45, een enkele keer III-80 of IIIq met glansdiagonalen -45/45. Er is enige variatie in de stand van de diagonalen [tot -60/40] echter de onderzoeksomstandigheden [de belichting voornamelijk] in Haarlem lieten een dermate gedetailleerd onderzoek niet toe. 75c Telcijfers 1-20 links en 20-1 rechts in lichtmosgroen. Pasrondjes naast zegel 191 van het linkervel en naast zegel 200 van het rechtervel. Een schuine lichtmosgroene registerbalk boven zegel 4 [=onder 194] bij zowel linker- als rechtervel. Horizontale registerbalken zowel links als rechts boven 5 [=onder 195] in lichtmosgroen en boven 6 [= onder 196] in donkermosgroen. De reeks etsingnummers is begonnen met L1 L1 resp R1 R1 onder de zegels 200, waarbij de linkernummers de lichte kleur hebben. Net als bij de oude emissie Beatrix kunnen we het gebruik van de donkere kleur cylinder ook aantreffen bij andere waarden zij het dan in een andere kleur [en niet overal zwart zoals voorheen]. Onder de zegels 191-193 vinden we "Artikelnummer: 100169", waarbij de cijfers de zogenoemde "geregeneerde" nummers hebben die typerend zijn voor de gegraveerde cylinders. Naast de rijen 1-2 van het linkervel verticale blokken licht- en donker-mosgroen. Het modelvel van de 75c was voor accoord getekend op 9 januari 1991 en voo rzien van scheerperforaat. |
Artikelnummers: Artikelnummers: 75cikeln100169 80cikeln100166 90cikeln100194 1Gcikeln100195 130ikeln100203 140ikeln100168 160ikeln100167 2G0ikeln100197 250ikeln100198 3G0ikeln100199 5G0ikeln100200 7.50keln100285 10G0keln100282 75c keln101024 rollen van 1000 101301 rollen van 5000 101401 rollen van 10000 80c 101021 rollen van 1000 101150 rollen van 5000 101149 rolllen van 10000 1G 101025? rollen van 1000 1.60G 101030 rollen van 1000 |
3.5. Papier/coating/gom Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht ^&en\& nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde wit oplicht doch niet nalicht [fluoresceert]. De papierrichting is↕. Het papierdoorzicht is IIIp met glansdiagonalen -60/40. 3.6. Velpositie-kenmerken 75c De modelvellen van de rolzegels van 75c hebben de gebruikelijke lay-out met 2 banen van 10x21 zegels, en zijn voor accoord getekend op 15 januari 1991. Op de linkervelrand van de linkerbaan vinden we naast de rijen 4-5 verticale blokken zoals ook bij de loketvellen. Op de middenbaan op rij 13 een lichte schuine balk, op rij 14 een lichte horizontale balk, en op rij 14/15 een donkere horizontale balk. Pasrondjes links van de linkerbaan en rechts van de rechterbaan naast rij 3. Het modelvel was voorzien van scheerperforaat. De drukrichting is moeizaam vast te stellen en is O. Het raster is opgebouwd uit Wybertjes onder -40/40 graden voor beide kleuren, alleen de lichte kleur heeft een veel fijner raster dan de donkere: 10/12? resp. 7/8 voor zover meetbaar. Qua rastering dus een verschil tussen de Beatrix-stippen bij de vel- en rolzegels. Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde wit oplicht doch niet nalicht [fluoresceert]. De papierrichting is↕. Het papierdoorzicht is IIIp met glansdiagonalen -60/40. Op het moment dat Zegelwaarden bezocht werd [16-01-1991] waren de vellen voor de postzegelboekjes nog niet beschikbaar. |
80c vel Loketvellen van 10x20, drukvellen van 2x10x20 gedrukt in twee-kleuren rasterdiepdruk op de GOEBEL-pers. Licht- en donkeroranjebruin, waarbij de donkere kleur voor de Beatrix-stippen en de lichte kleur voor de waarde- en landsaanduiding en de meeste velrandbijzonderheden. Telcijfers 1-20 links en 20-1 rechts in lichtoranjebruin. Pasrondjes naast zegel 191 van het linkervel en naast zegel 200 van het rechtervel. Het donkere rondje binnen het lichtere rondje. Een schuine lichtoranjebruine registerbalk boven zegel 4 [=onder 194] bij zowel linker-als rechtervel. Horizontale registerbalken zowel links als rechts boven 5 [=onder 195] in lichtoranjebruin en boven 6 [= onder 196] in donkeroranjebruin. De 80c heeft cylinder-nummers onder zegels 200 met L1 L2 resp R1 R2 onder de zegels 200, waarbij de linkernummers de lichte kleur hebben. Het bijzondere is het gebruik van cylindernummer 2 voor de stippen-cylinder. De e cylinder die ook voor de andere waarden gebruikt kan worden heeft een 1 bij de 75c, 1.30, 1 .40 en 1.60! In de tussenstrook tussen L- en R-vel op de horizontale afsnijding zijn zowel boven als onder de resten te zien van een 8-tal korte horizontale rasterlijntjes. Onder de zegels 191-193 vinden we "Artikelnummer: 100166", waarbij de cijfers de zogenoemde "gegenereerde" nummers hebben die typerend zijn voor de gegraveerde cylinders. Ook de "1" en "2" van de cyl.nummers is zo opgebouwd. Naast de rijen 1-2 van het linkervel verticale blokken licht- en donker-oranjebruin. Het modelvel [bestelling 251] was voor accoord getekend op 9 januari 1991 en voorzien van scheerperforaat. De overeenkomstige modelvellen van de 75c en 1.60 waren geaccordeerd op 9 januari en 18 maart 1991. De drukrichting is B. Het raster is opgebouwd uit Wybertjes: kleur horizontaal verticaal hoek lijnen 1030 r met de horizon donker 7 10 -40/40 licht 12 >12? -45/45 De perforatie is zoals gebruikelijk boven en onder doorlopend en alle zijranden met 2 gaten. Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde wit oplicht doch niet nalicht [fluoresceert]. De papierrichting is ↕ . Het papierdoorzicht is IIIp met glansdiagonalen -45/45. |
80c rol Het modelvel van de rolzegels van 80c heeft de gebruikelijke lay-out met 2 banen van 10x21 zegels, en is voor accoord getekend op 4/5 februari 1991 [bestelling 284]. Als we positie van de velrandbijzonderheden herleiden tot een vel waarbij de pasrondjes staan naast rij 21 [vergelijkbaar met de velzegels waar ze naast rij 20 staan] dan is op het modelvel alles 10 rijen opgeschoven. Op de linkervelrand van de linkerbaan vinden we naast de rijen 1-2 verticale blokken zoals ook bij de loketvellen. Op de middenbaan op rij 10 een lichte schuine balk, op rij 11 een lichte horizontale balk, en op rij 11/12 een donkere horizontale balk. Pasrondjes links van de linkerbaan en rechts van de rechterbaan naast rij 21. Het modelvel was voorzien van scheerperforaat. Slechts de horizontale perforatie 13 1/2 wordt aangebracht, aan de zijkanten van de twee banen loopt een doorgaande verticale perforatie die nooit binnen een rol zou moeten vallen. De drukrichting is O. Het raster is opgebouwd uit Wybertjes: kleur horizontaal verticaal hoek lijnen 1030 r met de horizon donker 7 8 -40/40 licht 12 >12? -45/45 Rastering en layout van de 80c rollen komen dus overeen met die van de iets eerder gedrukte 75c. De ruim twee maanden later gedrukte rollen van 1.60 echter wijken qua rastering van de "stippen-cylinder" af. Voor de "stippen" is dus net als bij de loketvellen al sprake van een tweede cylinder. Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde wit oplicht doch niet nalicht [fluoresceert]. De papierrichting is ↕ . Het papierdoorzicht is IIIp met glansdiagonalen -45/45. |
1.60 Loketvellen van 10x20, drukvellen van 2x10x20 gedrukt in twee-kleuren rasterdiepdruk op de GOEBEL-pers. Licht- en donkerkarmijn, waarbij de donkere kleur voor de Beatrix-stippen en de lichte kleur voor de waarde- en landsaanduiding en de meeste velrandbijzonderheden. Telcijfers 1-20 links en 20-1 rechts in lichtmosgroen. Pasrondjes naast zegel 191 van het linkervel en naast zegel 200 van het rechtervel. Het donkere rondje binnen het lichtere rondje. Een schuine lichtkarmijn registerbalk boven zegel 4 [=onder 194] bij zowel linker-als rechtervel. Horizontale registerbalken zowel links als rechts boven 5 [=onder 195] in lichtkarmijn en boven 6 [= onder 196] in donkerkarmijn. De reeks cylinder-nummers is begonnen met L1 L1 resp R1 R1 onder de zegels 200, waarbij de linkernummers de lichte kleur hebben. In de tussenstrook tussen L- en R-vel op de horizontale afsnijding zijn zowel boven als onder de resten te zien van een 8-tal korte horizontale rasterlijntjes. Onder de zegels 191-193 vinden we "Artikelnummer : 100167", waarbij de cijfers de zogenoemde "gegeneerde" nummers hebben die typerend zijn voor de gegraveerde cylinders. Ook de "1" van de cyl.nummers is zo opgebouwd. Naast de rijen 1-2 van het linkervel verticale blokken licht- en donker-karmijn. Het modelvel [bestelling 521] was voor accoord getekend op 18 maart 1991 en voorzien van scheerperforaat. De drukrichting is moeizaam vast te stellen en is B. |
Het raster is opgebouwd uit Wybertjes: kleur horizontaal verticaal hoek lijnen 1030 r met de horizon donkerkarmijn 7 10 -40/40 lichtkarmijn 10 12? -40/40? De perforatie is zoals gebruikelijk boven en onder doorlopend en alle zijranden met 2 gaten.Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde wit oplicht doch niet nalicht [fluoresceert]. De papierrichting is ↕ . Het papierdoorzicht is IIIp met glansdiagonalen -45/45. Het modelvel van de rolzegels van 1.60 heeft de gebruikelijke lay-out met 2 banen van 10x21 zegels, en is voor accoord getekend op 18 april 1991. Als we positie van de velrandbijzonderheden herleiden tot een vel waarbij de pasrondjes staan naast rij 21 [vergelijkbaar met de velzegels waar ze naast rij 20 staan] dan is op het modelvel alles 9 rijen opgeschoven. Op de linkervelrand van de linkerbaan vinden we naast de rijen 1-2 verticale blokken zoals ook bij de loketvellen. Op de middenbaan op rij 10 een lichte schuine balk, op rij 11 een lichte horizontale balk, en op rij 11/12 een donkere horizontale balk. Pasrondjes links van de linkerbaan en rechts van de rechterbaan naast rij 21, en de verticale doorgaande steunperforatie loopt dwars door de rondjes, zowel links als rechts. Verder is de lay-out gelijk als bij de 75c rollen. Het modelvel was voorzien van scheerperforaat. De drukrichting is moeizaam vast te stellen en is O. |
Het raster is opgebouwd uit Wybertjes: kleur horizontaal verticaal hoek lijnen 1030 r met de horizon donkerkarmijn 7 10 -40/40 lichtkarmijn te fijn te fijn -45/45? 1030 r om te meten Qua rastering geen [?] verschil tussen de Beatrix-stippen bij de vel- en rolzegels. Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde wit oplicht doch niet nalicht [fluoresceert]. De papierrichting is ↕ . Het papierdoorzicht is III-80 met glansdiagonalen -45/45. Op het moment dat Zegelwaarden bezocht werd [14-05-1991] waren de vellen van de zegels die op 3 september uitkomen nog niet beschikbaar voor studie. In het Juli/Augustus nummer kom ik hier op terug. |
1.30G 1.40G vel Loketvellen van 10x20, drukvellen van 2x10x20 gedrukt in twee-kleuren rasterdiepdruk op de GOEBEL-pers. Licht- en donkervioletblauw [1.30] resp. licht- en donkerbruingroen [1.40], waarbij de donkere kleur voor de Beatrix-stippen en de lichte kleur voor de waarde- en landsaanduiding en de meeste velrandbijzonderheden. Telcijfers 1-20 links en 20-1 rechts in de lichte kleur. Pasrondjes naast zegel 191 van het linkervel en naast zegel 200 van het rechtervel. Het donkere rondje binnen het lichtere rondje. Een schuine lichtkleurige registerbalk boven zegel 4 [=onder 194] bij zowel linker-als rechtervel. Horizontale registerbalken zowel links als rechts boven 5 [=onder 195] in de lichte kleur en boven 6 [= onder 196] in de donkere. De 1.30G en 1.40G hebben cylinder-nummers onder zegels 200 met L1 L1 resp. R1 R1 onder de zegels 200, waarbij de linkernummers de lichte kleur hebben. In de tussenstrook tussen L- en R-vel op de horizontale afsnijding zijn zowel boven als onder de resten te zien van een 8-tal korte horizontale rasterlijntjes. Onder de zegels 191-193 vinden we "Artikelnummer: 100203" [1.30G] resp. "Artikelnummer: 100168", waarbij de cijfers de zogenoemde "gegenereerde" nummers hebben die typerend zijn voor de gegraveerde cylinders. Ook de "1" van de cyl.nummers is zo opgebouwd. Naast de rijen 1-2 van het linkervel verticale blokken lichte en donkere kleur. De modelvellen zijn voor accoord getekend op 27/28 maart 1991 [1.30G, bestelling 522] resp. 19 maart 1991 [1.40G, bestelling 543] en voorzien van scheerperforaat. De drukrichting is B. |
Het raster is opgebouwd uit Wybertjes: kleur horizontaal verticaal hoek lijnen met de horizon donker 7 10 -40/40 licht 12 >12? -45/45 Rastering en lay-out is derhalve hetzelfde als bij de eerder verschenen 75c en 1.60G. De perforatie is zoals gebruikelijk boven en onder doorlopend en alle zijranden met 2 gaten. Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde wit oplicht doch niet nalicht [fluoresceert]. De papierrichting is ↕ . Het papierdoorzicht is IIIp met glansdiagonalen -45/45. |
Beatrix-vel: bestelnr. 1030 racc.datumten cylnrs papier- * perf. ** druk- doorzichtapier- * richting 75c 251 9-1-91 LR 1 1 IIIp schp, ohB? 80c 251 9-1-91 LR 1 2 IIIp schp, ohB? 283 14-2-91 LR 1 2 III-80 schp, ohB 900 16/21-9-91 1 2 LR 1 2 IIIp, ohschp, o B 2738 9-12-91-LR 1 2 IIIp 2 schp, ohB 2739 12/5+ 9/6-911-LR 1 1 IIIp 2 schp, ohB 3864 19-8-92-LR 1 3 IIIp 2 schp, ohB 5147 11-2-93-LR 1 3 IIIp 2 schp, bhO? 5385 28-4-93-LR 1 3 IIIp 2 schp, ohB 6152 6-10-93-LR 1 1 IIIp 2 schp, ohB 6673 15-3-94-LR 1 4 IIIp 2 schp, ohB *** 14-MRT-94 6673/000142665 [links naast 11-13];142664 [rechts naast 10-8] 6851 **** 7264 30-6-94 LR 1 4/0IIIq <=5schp, o B 29-JUN-94 7264/000060213 [links naast 11-13]; 60212 [rechts naast 10-8] 7603 23-11-944 7264/0LR 2 413IIIpnks schp, b1O 23-NOV-94 7603/000032933 [links naast 11-13]; 32932 [rechts naast 10-8] ongetekende vellen: LR 1 433IIIpnks schp, b1O 24-NOV-94 7603/000244299 [L];244298 [R] LR 2 4-9IIIp03/0schp, b9O 24-NOV-94 7603/000232941 [L];232940 [R] 8088 24-3-95 LR 2 5 IIIpOV-9schp, o0B 22-MRT-95 8088/000007233 [links naast 11-13];7232 [rechts naast 10-8] 8814 14-6-959LR 2 5/0IIIp7233schp, o B 15-JUN-95 8814/000028205 [links naast 11-13];28204 [rechts naast 10-8] nog een modelvel:[links 28209 [L]; 28208 [R] 9391 13-9-95 LR 2 5n IIIplvelschp, o B 11-SEP-95 9391/000005855 [links naast 11-13]; 5854 [rechts naast 10-8] 90c 4708 15-10-925 9391/0LR 1 1 5IIIpnks schp, o1B ???8 14-1-932LR 2 1/0IIIp 1 5schp, b B 1G 3689 7-8-9232LR 1 1/0IIIp 1 5ongetandB B 7485 23-8-942LR 1 4/0IIIq <=5schp, odB 23-AUG-94 7485/000044487 [links naast 11-13]; 44486 [rechts naast 10-8] ongetekend vel: [links 44485 [L]; 44484 [R] 8626 5-4-95 LR 1 5 eIIIpel: schp, o B 04-APR-95 8626/000005591 [links naast 11-13]; 5590 [rechts naast 10-8] 9333 15-9-959LR 1 5/0IIIp5591schp, o B 14-SEP-95 9333/00002893 [links naast 11-13]; 2892 [rechts naast 10-8] ongetekend vel: links n2891 [L]; 2890 [R] * glansdiagonalen steeds -45/45 ** schp, o = scheerperforaat met papierrestjes naar onderen omgeslagen, b = naar boven omgeslagen *** drukdatums altijd met de basis naar rechts **** geen modelvellen gezien in Haarlem, door verzamelaars gemeld zijn: 13, 14, en 15-APR-94 bestelnr.lvellenacc.datumn Haarlcylnrsorpapier- *aars geperf. **n: 13, 1druk- doorzichtapier- *aars gerichting 1.30G 522 28-3-91 LR 1 1 IIIp schp, ohB 6669 25-1-94 LR 1 1 IIIp schp, ohB ***9 25-JAN-94 6669/000005119 [links naast 9-11]; 5118 [rechts naast 11-9] ongetekend vel: [links 5891 [L]; 5890 [R] 1.40G 543 19-3-91 LR 1 1keIIIpel: schp, o B 7265 4-7-941 LR 1 4keIIIq <= schp, o B 04-JUL-94 7265/000003285 [links naast 11-13]; 3284 [rechts naast 10-8] 1.60G 521 18-3-919LR 1 1/0IIIp3285schp, o B 3433 14/5 + 9/6/-929LR 1 1/0IIIp3285schp, o B 6670 8-3-9429LR 1 1/0IIIp3285schp, o B 07-MRT-94 6670/000048109 [links naast 8-10]; 48108 [rechts naast 13-11] 7486 22-8-949LR 1 4/0IIIq <=9schp, o B 19-AUG-94 7486/000011677 [links naast 11-13]; 11678 [rechts naast 10-8] ongetekend vel:711673 [L]; 11674 [R] 9072 26-7-95 LR 1 6keIIIpel:7schp, oLB 26-JUL-95 9072/000063555[links naast 11-13]; 63554 [rechts naast 10-8] 2G 3690 7-8-92-9LR 1 3/0IIIp3555ongetandaast 11-B 2.50 5334 19-5-939LR 1 1/0IIIp3555schp, odB 3G 3691 11-8-929LR 1 1/0IIIp3555schp, odB 5G 4499 11-8-929LR 1 3/0IIIp?555schp, odB 7.50G 7611 6-10-949LMR 1 10IIIp?555schp, odB 10G 6264 21-10-93LMR 1 10LMR 1 15IIIp, odschp, o B 6852 15-3-943LMR 1 1 MR 1 15IIIp, odidem o B 8089 21-3-953LMR 1 1 IIIp1 15idem, odB 9392 27-11-95LMR 1 1 LMR 1 15IIIp, odidem B * glansdiagonalen steeds -45/45 ** schp, o = scheerperforaat met papierrestjes naar onderen omgeslagen *** drukdatums altijd met de basis naar rechts Beatrix rolzegels: bestelnr.s altijacc.datumbasis nextra perf. papier- * perf. ** druk- doorzichtf. papier- richting 75c 252 15-1-91 | | | | IIIp schp, bhO 342 4-2-911 | | | | IIIp schp, bhO 80c 284 *** 4/5-2-91| | | | IIIp IIIp, bhschp, b O 902 *** 31-2-911- | - | IIIp schp, bhO 1355*** 18-9-911| | | | IIIp kam, obhO 2680*** 28-11-91| | | | - | - | IIIp obhschp, b O 2742*** 15-4-921| | | | III-80| kam, obhO 3434*** 14-4-921| | | | IIIp80| kam, obhO 4288*** 21-8-921- | - | IIIp80| schp, bhO 4405*** 16-9-921- | - | IIIp80| schp, bhO 4410*** 16-9-921- | - | IIIp80| schp, b O O 5386*** 3-2-9321- | - | IIIp80| schp, b O 5399*** 3-2-9321- | - | IIIp80| schp, b O 5802*** 3-6-9321- | - | IIIp80| schp, b O 5807*** 3-6-9321- | - | IIIp80| schp, b O 6031*** 3-6-9321- | - | IIIp80| schp, b O 6432*** 9-12-931| | | | IIIp80| IIIp, b schp, b O 6998*** 9-3-9431| | | | IIIp80| schp, b O 7601*** 9-11-941| | | | IIIp80| schp, b O 7695*** 11-11-94| | | | | | | | IIIp, b schp, b O 9334*** 11-9-954| | | IIIp| | schp, b O 9393*** 11-9-954| | | IIIp| | schp, b O 1G 8823*** 23-6-954| | | IIIp| | schp, b O 1.60G ?? *** 18-4-914| | | III-80| schp, b O 3435*** 7-5-9214| | | | IIIp80| kam, ob O 7646*** 9/10-11-94| | | | | | | IIIp ob schp, b O 8090*** 2-3-951-| | | | IIIp| | schp, b O * glansdiagonalen steeds -45/45
|
2G50 velzegel Voor 7 september staat één nieuwe hoge waarde Beatrix inversie op stapel te weten: 2G50 "lila". Alleen loketvellen, rollen nog niet gepland. De druktechnische bijzonderheden van de nieuwe Beatrix zegel: Loketvellen van 10x20, drukvellen van 2x10x20 gedrukt in twee-kleuren rasterdiepdruk op de GOEBEL-pers. Een licht- en een donkere kleur, waarbij de donkere kleur voor de Beatrix-stippen en de lichte kleur voor de waarde- en landsaanduiding en de meeste velrandbijzonderheden. Telcijfers 1-20 links en 20-1 rechts in de lichte kleur. Pasrondjes naast zegel 191 van het linkervel en naast zegel 200 van het rechtervel. Het donkere rondje binnen het lichtere rondje. Een schuine licht gekleurde registerbalk boven zegel 4 [=onder 194] bij zowel linker-als rechtervel. |
Horizontale registerbalken zowel links als rechts boven 5 [=onder 195] in lichte kleur en boven 6 [= onder 196] in de donkere tint. De cylinder-nummers zitten onder zegels 200 met L1 L1 resp R1 R1 onder de zegels 200, waarbij de linkernummers de lichte kleur hebben. In de tussenstrook tussen L- en R-vel op de horizontale afsnijding zijn zowel boven als onder de resten te zien van een 8-tal korte horizontale rasterlijntjes. Onder de zegels 191-193 vinden we "Artikelnummer: 100198", waarbij de cijfers de zogenoemde "gegenereerde" nummers hebben die typerend zijn voor de gegraveerde cylinders. Ook de "1" van de cylinder-nummers is zo opgebouwd. |
Het modelvel van de 2G50 [PTT ordernumner 5334] was voor accoord getekend op 19 mei 1993 en voorzien van scheerperforaat. De perforatie is zoals gebruikelijk boven en onder doorlopend en alle zijranden met 2 gaten. De drukrichting is O. Het raster is opgebouwd uit Wybertjes: kleur horizontaal verticaal hoek lijnen kleur met de horizon donker 7 10 -30/30 licht 12 15? -45/45 Precies zoals het bij de Beatrix inversie tot dus ver is geconstateerd is de rasteropbouw van elk zegel binnen één kolom gelijk, en is het linkerveldeel identiek aan het rechterveldeel. Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde niet of nauwelijks oplicht. De papierrichting is ↕. Het papierdoorzicht is IIIp met glansdiagonalen -45/45. |
10G velzegel Voor 29 november staat de volgende hoge waarde Beatrix inversie op stapel te weten: 10G "groen". Alleen in loketvellen. De directe aanleiding zou zijn de tariefsverhoging per 1 januari 1994, waarbij aangetekende en expresse stukken van Ÿ8.50 naar Ÿ11.00 gaan. Waarom nu al de zegel uitgegeven en niet pas op 3 januari, de eerste werkdag in het nieuw jaar? Afgezien van het feit dat we weer een Ÿ10.00 zegel hebben, zijn er rond dit zegel nog een paar aantrekkelijke zaken te melden. Toen vorig jaar in Groot Brittannië een œ10 zegel verscheen werd om een paar in het oog springende kenmerken tegen vervalste zegels te hebben een Braille patroon over het zegelbeeld aangebracht en aan de zijkanten in plaats van een normale perforatie naast pennen van standaard dikte ook een ellips-vormig pen gebruikt. De laatste paar jaar, los van een éénmalige opdracht in 1979 voor een 8p, heeft drukkerij Joh. Enschedé en Zonen, Haarlem, een flinke voet aan de grond gekregen in het Verenigd Koninkrijk. |
Op dit moment worden in principe alle langlopende zegels behalve die specifiek voor 1st en 2nd Class Mail door de Haarlemmer drukkerij vervaardigd! Het is dan niet vreemd dat men geconfronteerd wordt met de veiligheidsmaatregelen die voor de Engelse zegels vereist zijn. Het idee van de ellips-vormige perforatie-gaten werd vervolgens ook uitgebreid naar de lagere [penny] waarden. Niet ten onrechte zoals recent is gebleken. Op grote schaal worden nu in Engeland valse 1st en 2nd Class zegels aangeboden. Met dit alles op de achtergrond is het evenmin vreemd dat in Nederland gedacht werd aan een beveiliging [herkenningsteken] bij de nieuwe Ÿ10.00. Het gebruik van ellips-vormige pennen in de perforeertrommels zoals die op de GOEBEL voor scheerperforaat worden gehanteerd bleek mogelijk. De nieuwe Ÿ10.00 treffen we dan ook aan met ellips-vormige perforatiegaten. Een ander aspect dat maar gelijk mee genomen is was de mogelijkheid om met extra dikke pennen in de vier hoeken van het zegel het scheuren nog makkelijker te maken. Verderop de details. |
De druktechnische bijzonderheden van de nieuwe Beatrix zegel: Loketvellen van 5x5, drukvellen van 3x3 loketvellen gedrukt in twee-kleuren rasterdiepdruk op de GOEBEL-pers. Een licht- en een donkere kleur, waarbij de donkere kleur voor de Beatrix-stippen en de lichte kleur voor de waarde- en landsaanduiding en de meeste velrandbijzonderheden. Het loketvel-formaat is de volgende noviteit bij deze zegels. De bij de ander langlopende zegels gebruikelijke 200-vellen werd voor de postkantoren een wat kostbare aangelegenheid gevonden. We moeten ook niet vergeten dat bij de vorige emissie hoge waarden [Juliana Regina 1-10G] een groter zegelformaat was gebruikt en dientengevolge een zegelaantal van 10x5 per loketvel. Maar zelfs loketvellen van 50 werden nog te kostbaar gevonden. De velletjes van 25 zegels vertegenwoordigen nog altijd een waarde van Ÿ250. |
Telcijfers 1-5 links en 5-1 rechts in de lichte kleur. Op de randen van het drukvel zit links van vel 1 een verticale balk met 7 van boven naar beneden lichter worden segmenten naast zegelrijen 1-2 in de donkere kleur en naast zegelrijen 3-4 in de lichtere kleur. Het zelfde maar dan op de rechtervelvelrand van vel 3. Horizontale registerbalken zowel links van vel 4 als rechts van vel 6 in de donkere kleur naast zegelrij 1 en in de lichtere kleur naast zegelrij 2. Een schuine balk in de lichte kleur naast zegelrij 3. Onder de schuine balk naast zegelrij 5 paskruizen. Op de oplagevellen zijn de kleurbalken en paskruizen weggesneden. |
De cylinder-nummers zitten onder zegels 25 met L 11, M 11 resp R 11. De linkernummers 1 hebben de lichte kleur. Een L hebben de vellen 1, 4, en 7, een M de vellen 2, 5, en 8, een R de vellen 3, 6, en 9. Op het modelvel staan de beide 1-en van de M-vellen erg dicht tegen elkaar. Op de oplage-vellen is dit verbeterd, de rechter donkere 1 staat nu op 1.4mm afstand i.p.v. 0.2mm. Onder de zegels 21-23 vinden we "Artikelnummer: 100282", waarbij de cijfers de zogenoemde "gegenereerde" nummers hebben die typerend zijn voor de gegraveerde cylinders. Ook de "1" van de cylinder-nummers is zo opgebouwd. Het modelvel van de 10G was voor accoord getekend op 21 october 1993 en voorzien van het bijzondere scheerperforaat. |
Horizontaal zitten tussen de dikkere hoekpennen [1.3mm] 13 normale pennen [0.9mm] met een filatelistische maat van 13 3/4. De pennen staan dus wat dichter op elkaar dan bij de andere Beatrix-zegels in het A-formaat [13 :12 3/4 14/16]. Verticaal zijn 6 pennen geplaatst tussen de hoekpen en ellips-vormige pen. Met een tandingsmeter komen we daar uit op 12 3/4. De traditionale perforatie-beschrijving voldoet duidelijk niet. Een notatie "A met hoek/ellips-gaten" is zolang er geen varianten opduiken afdoende. De perforatie is zoals gebruikelijk boven en onder doorlopend en in twee zijranden met 7 extra gaten [links van de L-vellen, rechts van de R-vellen]. Tussen L en M resp. M en R loopt de perforatie door. En ook tussen de rijen loketvellen, waarbij halverwege ook het ellipsvormige gat. |
De drukrichting is B. Het raster is opgebouwd uit Wybertjes: kleur horizontaal verticaal hoek lijnen met de horizon donker 7 10 -30/30 licht 12 15 -45/45 Precies zoals het bij de Beatrix inversie in dubbelvellen tot dus ver is geconstateerd is de rasteropbouw van elk zegel binnen één kolom gelijk, en zijn linkervel, middenvel en rechtervel identiek. Ook tussen de 3 rijen loketvellen is geen verschil te zien. Strikt theoretisch zouden de 3 L-vellen, de 3 M-vellen en de 3 R-vellen uitelkaar gehouden moeten kunnen worden. Cylindernummer-verzamelaars zullen echter met een gerust hart kunnen volstaan met 'slechts' drie hoekzegels van Ÿ10. Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde niet of nauwelijks oplicht. De papierrichting is ↕. Het papierdoorzicht is IIIp met glansdiagonalen -45/45. |
7G50 Velzegel Op 28 november gelijk met de kortingzegels en de nieuwe waarde 1.60G Cour Internationale de Justice verscheen de volgende hoge waarde Beatrix inversie te weten: 7.50G "helderpurperviolet". Alleen in loketvellen. Druktechnische gegevens: De aanmaak is geheel vergelijkbaar met de vorig jaar uitgebrachte 10G zegel. Loketvellen van 5x5, drukvellen van 3x3 loketvellen gedrukt in twee-kleuren rasterdiepdruk op de GOEBEL-pers. Een licht- en een donkere kleur, waarbij de donkere kleur voor de Beatrix-stippen en de lichte kleur voor de waarde- en landsaanduiding en de meeste velrandbijzonderheden. |
Telcijfers 1-5 links en 5-1 rechts in de lichte kleur. Het modelvel van de 7.50G was voor accoord getekend op 6 october 1994 en voorzien van een bijzondere scheerperforaat. De velranden van het modelvel maar ook van de stadiavellen waren schoongesneden zodat registerbalken, en paskruizen zoals op het modelvel van de 10G nog wel aanwezig niet meer te zien waren. |
De cylinder-nummers zitten onder zegels 25 met L 11, M 11 resp R 11. De linkernummers 1 hebben de lichte kleur. Een L hebben de vellen 1, 4, en 7, een M de vellen 2, 5, en 8, een R de vellen 3, 6, en 9. Onder de zegels 21-23 vinden we "Artikelnummer: 100285", waarbij de cijfers de zogenoemde "gegenereerde" nummers hebben die typerend zijn voor de gegraveerde cylinders. Ook de "1" van de cylinder-nummers is zo opgebouwd. |
Horizontaal zitten tussen de dikkere hoekpennen [1.35mm] 13 normale pennen [0.9mm] met een filatelistische maat van 13 3/4. De pennen staan dus wat dichter op elkaar dan bij de lagere waarden Beatrix-zegels in het A-formaat [13 :12 3/4 14/16]. Verticaal zijn 6 pennen geplaatst tussen de hoekpen en ellips-vormige pen [dik 1,3mm, hoog 3,8mm]. Met een tandingsmeter komen we daar uit op 12 3/4. De vermelding in Pro-Fil van het met het gebruikelijke A-formaat overeenkomende perforaat is dan ook niet correct. De traditionale perforatie-beschrijving voldoet duidelijk niet. Een notatie "A met hoek/ellips-gaten" zou zolang er geen varianten opduiken kunnen volstaan. Maar ook een formaats-aanduiding "HW" [hoge waarden], wat Joh. Enschedé Security Ptg doet, is zolang er éénduidigheid is acceptabel. |
De perforatie is zoals gebruikelijk boven en onder doorlopend en ook in twee zijranden geheel doorlopend. Tussen L en M resp. M en R loopt de perforatie door. En ook tussen de rijen loketvellen, waarbij halverwege ook het ellipsvormige gat. De drukrichting is O. Het raster is opgebouwd uit Wybertjes: kleur horizontaal verticaal hoek lijnen al ve hoek lijmet de horizon donker 7 10 oek lij -30/30 licht 12 15 ek lij-45/45 |
Precies zoals het bij de Beatrix inversie in dubbelvellen tot dus ver is geconstateerd is de rasteropbouw van elk zegel binnen één kolom gelijk, en zijn linkervel, middenvel en rechtervel identiek. Ook tussen de 3 rijen loketvellen is geen verschil te zien. Strikt theoretisch zouden de 3 L-vellen, de 3 M-vellen en de 3 R-vellen uitelkaar gehouden moeten kunnen worden. Cylindernummer-verzamelaars zullen echter met een gerust hart kunnen volstaan met 'slechts' drie hoekzegels van Ÿ7.50. De "extra" stip van het portret vertoont precies dezelfde opbouw in alle kolommen zegels als bij de 10G waaruit best geconcludeerd mag worden dat hiervoor dezelfde cylinder is gebruikt. Bij een niet-schoongesneden drukvel hadden de andere velrandbijzonderheden dit ongetwijfeld nog verder ondersteund! |
Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde niet of nauwelijks oplicht. De papierrichting is ↕. Het papierdoorzicht is IIIp met glansdiagonalen -45/45. De gom is door Joh. Enschedé aangebracht: D2b. |
1.50G velzegel Op 17 maart 1998 uitgebracht enkele langlopende zegels. In de reeks 'Beatrix Inversie' wordt een nieuwe nominale waarde uitgebracht, de 1.50G in 'groenblauw' of 'turkoois'. De lay-out van de drukvellen is niet afwijkend van datvan de eerder verschenen waarden. De dubbele cylindernummer: L/R 1 6 zitten onder zegel 200. Cylinder '6' als e cylinder vinden we ook bij recente drukken van de 1.30G, 1.60G en 5G. Bij het voor accoord getekende modelvel - op 2 februari 1998 - op de linkerrand van het L-vel en op de rechterrandvan het R-vel staat met de basis naar rechts '02-FEB-98 2278 / 000003375' [bij het L-vel] en '02-FEB-98 2278 / 000003388 [bij het R-vel]. |
Op het modelvel staat als artikelnummer '100167' doorgekruist. Op de niet getekende vellen van een dag later staat het verbeterde artikelnummer: 983101. De drukdatum is '03-FEB-98' direct gevolgd door het ordernummer '2278' een '/' en het velvolgnummer met 5 voorloopnullen: 6927 [L], 6928 [R]; 6988 [R], 6989 [L]; [ongetand] 7098 [R], 7099 [L]; [stadiavel L/R 6] 7308 [R], 7309 [L]; en [stadiavel L/R 1] 7568 [R], 7569 [L]. De drukrichting is B, het scheerperforaat laat aan de gomzijde papierrestjes zien die naar beneden zijn gericht. |
Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde niet oplicht en dof blijft. De papierrichting is ↕. Het papierdoorzicht is IIIq met glansdiagonalen -45/45. De gom is door Harrison and Sons aangebracht: D2c. De hierboven genoemde andere waarden hebben dezelfde algemene gegevens met de volgende drukdatum/order gegevens: 1.30G 28-JAN-98 13371 / 000005053 [L], 5054 [R] L/R 1 6 acc.
28/1/98
|
Postzegelboekje 42a met 4x 75c Beatrix inversie: De postzegelboekjes met de 75c Beatrix nieuwe tekening zijn net als de velzegels en de rolzegels gemaakt met gegraveerde cylinders. De lay-out is nog steeds 2 banen van 11 boekjes naast elkaar op de cylinders. Het modelvel dat voor accoord was getekend op 5 februari 1991 vertoont de volgende randverschijnselen waarbij de rijen genummerd zijn naar positie op het modelvel en niet naar de plaats op het verzamelpositief. Dat laatste is met het nieuwe procede ook immers achterhaald. Naast rij 3 staan links en rechts paskruizen. Horizontale registerbalken staan op de linkervelrand naast de rijen 4 [lichtmosgroen], en 5 [donkermosgroen, zwart]. Een schuine lichtmosgroene balk naast rij 4. Een brede verticale balk vinden we naast rij 8 [in lichtmosgroen en donkermosgroen], en in zwart naast rij 9. Het modelvel was voor accoord getekend op 5 februari 1991 en voorzien van scheerperforaat. Drukrichting is O. Het vaststellen van de rastermaat is zoals bij alle zegels met gegraveerde cylinders nog al gecompliceerd. E en grove omschrijving geeft het volgende te zien: (!mid-pag) kleur horizontaal verticaal hoek lijnen kleur met de horizon zwart 7 10 -40/40 donkermosgroen 7 10 -40/40 lichtmosgroen te fijn te fijn |
Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde wit oplicht doch niet nalicht [fluoresceert]. De papierrichting is ↕. Het papierdoorzicht is IIIp met glansdiagonalen -45/45. Het postzegelboekje met een nieuw kaftontwerp is voor accoord getekend op 18 februari 1991. |
De postzegelboekjes hebben op het zegelgedeelte 2 zegels met kruizen en daarnaast 2x2 zegels van 75c met de basis naar rechts. Het zegelformaat en de tandingsmaat is E zoals gebruikelijk bij de postzegelboekjes. |
Postzegelboekje 43a met 5x 80c Beatrix Inversie: Het postzegelboekje heeft een roze kaft. De postzegelboekjes hebben op het zegelgedeelte links 1 80c zegel met daaronder een zegel met kruis en daarnaast 2x2 zegels van 80c met de basis naar rechts. De postzegelboekjes met de 80c Beatrix nieuwe tekening zijn net als de velzegels en de rolzegels gemaakt met gegraveerde cylinders. De lay-out is nog steeds 2 banen van 11 boekjes naast elkaar op de cylinders. Het modelvel [bestelling 404] was voor accoord getekend op 14 maart 1991 en vertoont de volgende randverschijnselen waarbij de rijen genummerd zijn naar positie op het modelvel en niet genormeerd [zoals bij de vellen en rollen naar de plaats van de pasrondjes op de onderste rij]. |
Naast rij 1 staan links en rechts paskruizen. Horizontale registerbalken staan op de linkervelrand naast de rijen 2 [lichtoranjebruin], en 3 [donkeroranjebruin, zwart]. Een schuine lichtoranjebruine balk naast rij 2. Een brede verticale balk vinden we naast rij 6 [in lichtoranjebruin en donkeroranjebruin], en in zwart naast rij 7. Lay-out dus hetzelfde als bij de boekjes met 75c zegels. Het modelvel was voorzien van scheerperforaat. Drukrichting is O. Het vaststellen van de rastermaat is zoals bij alle zegels met gegraveerde cylinders nog al gecompliceerd. Een grove omschrijving geeft het volgende te zien: |
kleur horizontaal verticaal hoek lijnen kleur ticaal hoek limet de horizon zwart 7 10 -40/40 donkerkarmijn 7 10 -40/40 lichtkarmijn te fijn te fijn mijn om te meten Ook hier sterke overeenkomsten met de 75c boekjes. |
Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde wit oplicht doch niet nalicht [fluoresceert]. De papierrichting is ↕. Het papierdoorzicht is IIIp met glansdiagonalen -45/45. Het zegelformaat en de tandingsmaat is E zoals gebruikelijk bij de postzegelboekjes. |
Postzegelboekje 43b met nieuwe klantgerichte tekst: In het kader van een klantgerichte actie zijn bij de beide langlopende postzegelboekjes 43 en 44 de teksten gewijzigd. Beide hebben nu een rode tekst: Een pakje, een briefje, een kaartje. Wij zorgen ervoor. |
De indeling van de boekjes is verder ongewijzigd, de cylinders voor de zegels zijn onveranderd. Wel hebben de kaften een andere kleur gekregen. Het modelvel van boekje 43b is voor accoord getekend op 28 november 1991. De modelvellen vertonen de volgende randverschijnselen waarbij de rijen genummerd zijn naar positie op het modelvel en niet genormeerd [zoals bij de vellen en rollen naar de plaats van de pasrondjes op de onderste rij]. |
Naast rij 2 staan links en rechts paskruizen. Horizontale registerbalken staan op de linkervelrand naast de rijen 3 [lichtoranjebruin], en 4 [donkeroranjebruin, rood]. Een schuine lichtoranjebruine balk naast rij 3. Een brede verticale balk vinden we naast rij 7 [in lichtoranjebruin en donkeroranjebruin], en in rood naast rij 8. Lay-out dus inderdaad hetzelfde met zwart vervangen door rood. Het modelvel was voorzien van scheerperforaat. Drukrichting is O. De rastermaat is zoals in de tabel: kleur hor./vert. hoek lijnen kleur met de horizon rood 7/10 -30/30 donkeroranjebruin 7/10 -30/30 lichtoranjebruin 12/15 -45/45 Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde wit oplicht doch niet nalicht [fluoresceert]. De papierrichting is ↕. Het papierdoorzicht is IIIp met glansdiagonalen -45/45. Het zegelformaat en de tandingsmaat is E zoals gebruikelijk bij de postzegelboekjes. |
Postzegelboekje 43c met 5x 80c Beatrix inversie en nieuwe tarieven: De postzegelboekjes hebben op het zegelgedeelte links 1 80c zegel met daaronder een zegel met kruis en daarnaast 2x2 zegels van 80c met de basis naar rechts, net zoals bij boekje 43b. De lay-out is nog steeds 2 banen van 11 boekjes naast elkaar op de cylinders. Het modelvel [bestelstaat nummer 4797] was voor accoord getekend op 23 november 1992 en vertoont de volgende randverschijnselen waarbij de rijen genummerd zijn naar positie op het modelvel en niet genormeerd [zoals bij de vellen en rollen naar de plaats van de pasrondjes op de onderste rij]. Naast rij 7 staan links en rechts paskruizen. Een schuine lichtoranjebruine balk naast rij 8. Daaronder staan horizontale registerbalken op de linkervelrand naast de rijen 8 [lichtoranjebruin], en 9 [donkeroranjebruin, rood]. Een brede verticale balk vinden we naast rij 1 [in lichtoranjebruin en donkeroranjebruin], en in rood naast rij 2. Het modelvel was voorzien van scheerperforaat. Drukrichting is O. De rastermaat is als volgt te omschrijven: kleur horizontaal verticaal hoek lijnen kleur met de horizon rood 7 10 -30/30 donkeroranjebruin 7 10 -30/30 lichtoranjebruin 12 15? -40/40 |
Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde niet oplicht. De papierrichting is ↕. Het papierdoorzicht is IIIp met glansdiagonalen -60/40. Het zegelformaat en de tandingsmaat is E zoals gebruikelijk bij de postzegelboekjes. Nieuwe teksten bij de Postzegelboekjes verschenen op 14 juni: Voor vragen over al uw postzaken, bel PTT Post Klantenservice 06-0417 (gratis) |
Postzegelboekje 43D met 5x 80c Beatrix inversie en nieuwe tekst: De postzegelboekjes hebben op het zegelgedeelte links 1 80c zegel met daaronder een zegel met kruis en daarnaast 2x2 zegels van 80c met de basis naar rechts, net zoals bij boekje 43C. De lay-out is nog steeds 2 banen van 11 boekjes naast elkaar op de cylinders. Het modelvel [PTT ordernummer 7001] was voor accoord getekend op 12 april 1994 en vertoont de volgende randverschijnselen waarbij de rijen genummerd zijn naar positie op het modelvel en niet genormeerd [zoals bij de vellen en rollen naar de plaats van de pasrondjes op de onderste rij]. Naast rij 7 staan links en rechts paskruizen. Een schuine lichtoranjebruine balk naast rij 8. Daaronder staan horizontale registerbalken op de linkervelrand naast de rijen 8 [lichtoranjebruin], en 9 [donkeroranjebruin, rood]. Een brede verticale balk vinden we naast rij 1 [in lichtoranjebruin en donkeroranjebruin], en in rood naast rij 2. |
Het modelvel was voorzien van scheerperforaat. Aan de gomzijde zijn papierresten naar boven toe omgeslagen. Drukrichting is O. De rastermaat is als volgt te omschrijven: kleur lichtorahorizontaal verticaal15hoek lijnen met de horizon rood rizont 7 al1510 en met -30/30 donkeroranjebruin izont7 al1510 n met-30/30 lichtoranjebruin izont12 al1515 n met-40/40 |
Het papier is fosforescent rasterdiepdrukpapier van Harrison and Sons, HS3 1630/7%, dat aan de beeldzijde onder UV-licht wit oplicht en nalicht [fosforesceert], aan de gomzijde niet oplicht. De papierrichting is ↕. Het papierdoorzicht is IIIp met glansdiagonalen -60/40. Het zegelformaat en de tandingsmaat is E zoals gebruikelijk bij de postzegelboekjes. De modelboekjes met oranje kaft zijn voor accoord getekend op 27 april 1994. |
The Global Village Zoals we hebben kunnen zien aan het voorbeeld van de nieuwe Ÿ10 werken ontwikkelingen in de postzegelfabricage elders door op de Nederlandse zegels. De milieuwetgeving in een aantal landen, met name Zweden, is inmiddels zo ver dat in de papierindustrie het gebruik van chloorgebleekte stoffen en witmakers aan banden is gelegd. Voor de Engelse zegels is het gebruik van deze stoffen de laatste tijd ook al sterk verminderd. De eerste zegel in 1991 die Joh. Enschedé drukte voor Royal Mail, de 18p, werd gedrukt op papier van Coated Papers ltd, te Bollington, en bevat nog maar voor de helft aan witmakers als voorheen gebruikelijk. De andere grote papierleverancier en drukker Harrison & Sons volgde dit witmakers-beleid. En aangezien de Nederlandse zegels op Engels papier van Harrison and Sons worden gedrukt is die tendens ook op Nederlandse zegels terug te vinden. |
Zoals al eerder in deze rubriek is opgemerkt is de laatste paar jaar het papier voor rasterdiepdruk duidelijk donkerder aan de gomzijde onder de UV-lamp dan dat het voorheen was, maar daarentegen is het papier voor offsetdruk nog steeds vrij wit gebleven. Aan de beeldzijde is het precies andersom, de zegels in offset zijn iets minder wit dan die in rsterdiepdruk. Binnen de langlopende emissies, Beatrix en Crouwel is dat verloop te volgen. Het gebruik van witmakers in de papierbrei is echter niet gereduceerd tot nul! Het is daarom niet juist om van 'dof' papier te spreken. Vandaar ook de omschrijving in de rubriek 'aan de gomzijde niet of nauwelijks oplicht'. Aangezien er vanuit de PTT geen richtlijnen zijn geweest naar de papierleverancier, zal binnen de papierleveranties papier met wisselende intensiteit qua witmaker voorkomen. Spijtig voor de verzamelaar is dat er geen simpel te hanteren methode is om de intensiteit van de witmakers te meten. De aanduidingen wit versus donker papier zijn dan ook maar een gebrekkige omschrijving. |
Per 15 mei 1994 is de Ÿ2.- Beatrix inversie, artikelnummer 100197, uit het assortiment gehaald. [Balie 18/94 punt 1.2] Het is na de 75c de tweede waarde van deze emissie die er uit werd gelicht. |
Drukdatums en veltelnummers op de velranden: Bij het volgen van de drukdatums op de velranden van de in rasterdiepdruk gedrukte zegels is het van belang de veltelnummers ook in de gaten te houden. Het idee is immers om per bestelling te nummeren vanaf 000000001 en door te gaan tot het eind van de bestelling ongeacht of het drukken één ofméér dagen in beslag neemt. De veltelnummers van achtereenvolgende dagen geven zo de mogelijkheid om in te schatten hoeveel per datum is vervaardigd. Bij de veltelnummers laten we de voorloop 0-en weg. velrandnrij/kolom2 datuml15veltelnummersmetopmerking laagelnuhoog 130c Beatrix 1-1 order 6669 L/R 9-11 25-JAN-94 laagelnu5118; 5890 F&WL/Haarlem 25-JAN-94 laagelnu314;; 46952 160c Beatrix 1-1 order 6670 7-MRT-944 laagelnu8525; 47164 L/R 11-13 8-MRT-944 laagelnu87694; 97194 80c Beatrix 1-4 order 6673 11-MRT-94 laagelnu28906; L/R 11-13 14-MRT-94 laagelnu59068; 75121 15-MRT-94 laagelnu260300; 326401 16-MRT-94 laagelnu365016 80c Beatrix 1-4 order 6851 13-APR-94 laagelnu50884; 55539 14-APR-94 laagelnu96641; 279376 15-APR-94 laagelnu?? 80c Beatrix 1-4 order 7264 L/R 11-13 30-JUN-94 laagelnu140355 70c Crouwel L/R 1, order 1116 * L/R 11/13 29-JUL-94 laagelnu9185;5 81708 F&WL,Haarlem 1-AUG-944 laagelnu143855; 289864 10c Crouwel L/R 1, order 7482 L/R 11/13 23-AUG-94 laagelnu19850;; 19851 F&WL,Haarlem * het ordernummer op de loketvellen is een vergissing, het had 7483 moeten zijn. Wat ook afwijkend is dat bij deze 70c de drukdatum etc. gegevens met de basis naar links staan, het L-vel het laagste nummer [9185] heeft en het R-vel het hoogste [9186]. |
Kon. Beatrix ontwerp Struycken - 30x 80c- Hangzakje Casparie HZC034 Zegels uit loketvellen gesneden
|
Kon. Beatrix ontwerp Struycken - 60x 80c- Hangzakje Casparie HZC035 Zegels uit loketvellen gesneden
|
Kon. Beatrix ontwerp Struycken - 100x 80c- Hangzakje Casparie HZC036 Zegels uit loketvellen gesneden
|
Kon. Beatrix ontwerp Struycken - 30x 1G- Hangzakje Casparie HZC037 Zegels uit loketvellen gesneden
|
Kon. Beatrix ontwerp Struycken - 60x 1G- Hangzakje Casparie HZC038 Zegels uit loketvellen gesneden
|
Kon. Beatrix ontwerp Struycken - 100x 1G- Hangzakje Casparie HZC039 Zegels uit loketvellen gesneden
|
Kon. Beatrix ontwerp Struycken - 30x 1.60G- Hangzakje Casparie HZC040 Zegels uit loketvellen gesneden
|
Kon. Beatrix ontwerp Struycken - 60x 1.60G- Hangzakje Casparie HZC041 Zegels uit loketvellen gesneden
|
Kon. Beatrix ontwerp Struycken - 100x 1.60G- Hangzakje Casparie HZC042 Zegels uit loketvellen gesneden
|
Kon. Beatrix ontwerp Struycken - 25x 80 cent - Hangboekje Casparie HBC038
|
Kon. Beatrix ontwerp Struycken - 50x 80 cent - Hangboekje Casparie HBC039
|
Kon. Beatrix ontwerp Struycken - 25x 1.60G - Hangboekje Casparie HBC040
|
Kon. Beatrix ontwerp Struycken - 50x 1.60G - Hangboekje Casparie HBC041
|