Bij het verzamelen van hangboekjes kan al vrij snel gespecialiseerd worden door te kijken naar:
Met deze specialisatie - gevoegd bij het uitsplitsen naar inhoud: welke drukvormnummers hebben de blokjes - heeft menigeen zijn/haar handen meer dan vol. |
Toch moet het wel eens opgevallen zijn dat de kleur van een bepaald boekje er iets anders uitzag of dat bepaalde gekleurde stipjes of krasjes de aandacht trokken. Gaat het hier om toevalligheden of is er misschien wel sprake van systematisch terugkerende of aan te treffen zaken? Om op deze vraag een antwoord te kunnen geven is het nodig iets meer te weten van de productie van deze hangboekjes. De hoeveelheid beschikbaar gestelde informatie over de aanmaak van de hangboekjes is te verwaarlozen. De Post acht het niet nodig - tot dus ver althans - om enige openheid van zaken te geven. In Juni 2000 heeft het Museum van Communicatie in Den Haag een doos met ongeregeld hang-spul overhandigd gekregen van de Post. Wat het voor moest stellen moesten ze zelf maar uitvinden. Al eerder was een compleet drukvel van een aantal hangboekjes in het MvC gedeponeerd met de vermelding dat het vel gedrukt was bij Casparie, Utrecht. |
Dankzij dit ene drukvel - dat gelukkig later nog gezelschap kreeg van enkele andere drukvellen - kon het een en ander worden vastgesteld:
Van de 'hoogtepunten' boekjes waren op het betreffende drukvel 4 kaften aanwezig, van de Priority 160 2 kaften, van de Priority 100c 2 kaften, van de Kinderzegels 1999 2 kaften, etc. |
We zouden dan ook kunnen gaan zoeken in de voorraad dubbele boekjes naar verschillen tussen b.v . de 'hoogtepunten'... Iets wat natuurlijk al veel eerder gedaan was en dat het volgende had opgeleverd:
Vier verschillende, goed te onderscheiden hangboekjes met kenmerkjes die niet slechts bij één boekje waren aangetroffen maar bij een groter aantal. Nu werd het zaak om het drukvel in het MvC beter te bestuderen. En inderdaad, alle vier boekjes konden worden thuisgebracht... |
Minder goed ging het met de Kinderzegel-boekjes. Nu waren er al niet zo veel kenmerkjes te vinden op die boekjes. En dus was al uitgeweken naar een andere, wat meer systematische methode: bijna alle hangboekjes hebben op de voorzijde een 'zegel' met aan de linkerkant een 'schaduwtanding' links naast de 'tanding'. De 'schaduwtanding' is, als men met een goede loep kijkt, opgebouwd uit rijen/kolommen zwarte rasterpunten. Beginnend met de eerste, bovenste 'schaduwtand' kan het aantal puntjes in de meest linkse kolom geteld worden: b.v 4 met daaronder nog een klein puntje; de kolom rechts daarvan heeft 10 puntjes onder elkaar. Het resultaat voor die eerste 'schaduwtand' wordt genoteerd als: 4.1/2 - 10. Hetzelfde doen we voor de twee 'schaduwtanden' eronder. Uiteindelijk krijgen we: 4.1/2 - 10, 4 - 1/2.9, 3.1/2 - 9.1/2, waarbij 1/2.9 betekent dat het kleinere puntje bovenaan staat en 9.1/2 dat het kleinere puntje onderaan staat. Niet altijd is duidelijk wanneer een 'puntje' als 1/2 moet worden gerekend en een zeer klein puntje kunnen we met een (1/2) aan geven, maar belangrijker is een hanteerbare globale beschrijving te hebben voor het verloop van de rasterpuntjes van boven naar beneden. |
Bij de Kinderzegel-boekjes van 1999 vonden we b.v. het volgende:
Het is vaak de combinatie van 'uitrastering' [bij de'schaduwtanding'] en de afzonderlijke kenmerken die eenduidig een kaft bepalen. Bij de Kinderzegel-boekjes zijn tot dus ver 8 verschillende kaften aangetroffen, echter vreemd genoeg komt geen enkele van deze kaften overeen met wat het MvC heeft op het drukvel! |
Bij de Priority boekjes is meestal een zelfklevend zegel afgebeeld zonder 'tanding', maar gelukkig wel zo'n lichtblauw poppetje op de linkerhelft van de voorkant. Als we naar de rechterboven punten van de beide armen kijken zien we schuin aflopende rijtjes lichtblauwe rasterpuntjes. We kunnen ook die gaan tellen - van rechts naar links - en eerst het aantal van de bovenste rij nemen en daarna dat van de rij eronder: - Pwä 1.1/2 - 4.1/2, 1/2 - 5 Noteren we ook nog de aantallen rasterpuntjes van de 'kruin' erbij dan komen we b.v op: - Pwä 1.1/2 - 4.1/2, 1/2.12.1/2, 1/2 - 5 |
Dankzij deze systematische benadering in combinatie met de gevonden specifieke kenmerken - wat vaak van het toeval of het geoefende oog afhangt - zijn tot dus ver van de meeste hangboekjes de mogelijk voorkomende kaft-varianten gevonden. Een volgende stap is het proberen terug te vinden van de verschillende kaften, zoals die in de verzameling zijn aangetroffen, op de in het MvC aanwezige drukvellen. En nog verder gaat de poging om van wat niet thuis te brengen was een aannemelijke 'velreconstructie' te maken. Maar dat is een onderwerp voor een volgende aflevering... |