Kort vóór het ingebruiknemen van een nieuwe drukcylinder voor het portret ten behoeve van de 57 en 72c moet er iets met de oude cylinder [aangeduid met W1] gebeurd zijn. In Hoofddorp trof ik blokjes aan met een schuin naar linksonder gerekte stip onder zegel 5 richting de '8' van de product-barcode. De persoon achter de balie had dit zelf geconstateerd en al aan 'verzamelaars' aangeboden die het niet wilden hebben omdat de 'plaatfout' niet bij een zegel hoorde. Ik vond het geen moeite om alle exemplaren alsnog af te nemen. Bij nadere beschouwing viel op dat de slit aan de buitenzijde van de zegels erg recht en scherp waren gesneden. Wees dat alles op een nieuwe oplage met een nieuwe cylinder? Enkele dagen later in Leiden zelf gevonden een blokje met hetzelfde kenmerk onder zegel 5, maar nu met de 'oude' slitvorm. Maar van dezelfde balie kon ik ook blokjes kopen met het nieuwe cylindernummer zoals we dat al kenden van de 57c en 72c, echter wel met een rechte slitvorm! De portret cylinder W1 was dus aan verva nging toe en had nog wat 'schade' opgelopen. Tot nog toe is die schade slechts terug gevonden bij de 39c.
Velpositie-kenmerken: een kans van 1 op de 40?
Het verzamelen van velpositiekenmerken was ooit relatief eenvoudig. Bij verschijnen werd op een rustig moment in het postkantoor het loketvel onder de loep genomen en genoteerd waar een 'foutje' zat. Als een drukvel mocht bestaan uit 2 loketvellen dan moesten nog een of meer andere postkantoren worden afgelopen.
Met de komst van blokken b.v. de kinderzegels werd het al een stuk lastiger bij een drukvorm-omvang van b.v. 7x3 blokken. Als er al een kenmerk bekend werd dan was de kans om een kantoor te vinden met uitgerekend dat kenmerk op het blok slechts 1 postkantoor/balie op de 21. Dit fenomeen werd na 1993 steeds heviger en al helemaal na het verdwijnen van de loketvellen van 100. Van het huidige assortiment zegels is het b.v. bekend dat de hangblokjes Kon. Beatrix zijn gedrukt met 6x3 = 18 verschillende op een cylinder. Kenmerken zoals hierboven genoemd bij de 39c Kon. Beatrix zijn dan slechts in 1 van de 18 bundeltjes te vinden, maar dan ook gelijk om de 3 blokken.
Voorlopig spannen de blokjes van 5 met zegels ontwerp Walter Nikkels de kroon. Bij de zegels van 2, 5 en 10c ging het om drukvellen met 8x5 = 40 blokjes. De kans om een echt kenmerk tegen te komen was al niet zo groot, maar als eenmaal een kenmerk bekend was geraakt dan was het voor de medeverzamelaars een kans van 1 postkantoor/balie op de 40 om in hun eigen omgeving zo'n blokje met kenmerk te vinden. Had men geluk dan was het echt bingo want alle 100 blokjes konden als buit mee naar huis worden genomen.
De blokken van 5 gedrukt door House of Questa verschenen eerst met de 2c [2 september 2002], daarna van de 10c [26 november 2002] en op het laatst voor de 5c [2 januari 2003]. De blokken van 5 van de 2c en 10c zijn niet meer algemeen in de verkoop, die van 5c echter nog wel volop.
Zijn er bij de net genoemde Nikkels zegels velpositiekenmerken bekend geworden? Via de vereniging 'De Plaatfout' zijn van de 2c twee duidelijke, horizontale rode vegen tussen zegel 2 en 4 bekend gemaakt. Dezelfde vegen werden ook gemeld bij de 5c en 10c, zij het veel minder duidelijk!
Een bezoek aan het Museum voor Communicatie gaf enig uitsluitsel. Aanwezig zijn daar complete drukvellen van de 2c en 10c plus per kleur afzonderlijke 'stadia-vellen'. Op de drukvellen van de 2c - 8x5 blokken groot - zitten de vegen op positie 6 [1e rij]. Bij de 10c niets te zien.
Inmiddels is ook duidelijk geworden dat bij de 2c de vegen in twee intensiteiten bestaan. De duidelijke versie zoals ook op het modelvel in het MvC en de lichtere versie waarbij maar een deel van de veeg is afgedrukt. Deze laatste variant komt dan ook bij de 5c en 10c voor.
Een ander kenmerk is het rode 'stempeltje' op zegel 2 van zowel de 10c als de 5c. Op het drukvel van de 2c noch van de 10c enig spoor te zien. Op de stadia-vellen van de 2c evenmin. Maar bij het stadia-vel van de 10c voor de rode 'kroon'+'Post' wel! Het onopvallende vlekje bleek te zitten op positie 27 [4e rij, 3e kolom].
Beide genoemde kenmerken - twee vegen en het stempeltje - zitten op de gemeenschappelijke cylinder rood die gebruikt is voor uitsluitend het kroontje en het woord 'Post' in het logo. Op alle andere plaatsen van de cylinder hoort dan ook niets te zitten.
Geboorteacte van een kenmerk?
Het feit dat kenmerken bij verschillende waarden uit een serie voorkomen - zie hierboven bij cijfer Nikkels en het portret van Kon. Beatrix - is meer dan voldoende bewijs dat het hier niet gaat om 'druktoevalligheden' maar om echte kenmerken ["plaatfouten"]. Het blijkt nog al eens dat bij het nazoeken op complete drukvellen in het Museum voor Communicatie geen spoor te vinden is van zulke kenmerken. Van het bekende krasje naast het portret van de Koningin op zegel 2 - dat voorkomt bij de 25c, 39c, 40c, 50c, 1E en 3E - is niets terug te vinden op de modelvellen. Toch is dit een velpositiekenmerk van het zuiverste water dat echter niet van het begin af aanwezig is geweest op de cylinder. Drukcylinders zijn onderhevig aan slijtage en beschadiging. Een wat minder zorgvuldig aangebrachte chroomlaag om de koperen drukcylinder kan gauw barstjes vertonen, luchtblaasjes kunnen openbarsten en prachtige 'ronde' gekleurde punten veroorzaken. Met name deze laatste soort kenmerken is in de afgelopen periode veelvoudi g geconstateerd bij zegels in rasterdiepdruk gedrukt bij Walsall Security Printing. We hoeven toch niemand meer te chockeren als we vaststellen dat bij een prijs/prestatie verhouding de kwaliteit niet of nauwelijks meer een rol speelt!
Kortom, van velpositie-kenmerken wordt slechts in weinig gevallen 'aangifte van geboorte' gedaan en het is aan de verzamelaars alert te blijven op nieuwe kenmerken van bestaande cylinders zoals bij het hierboven beschreven geval van de 39c Kon. Beatrix.
Nieuwe oplagen hangblokjes Kon. Beatrix [vervolg]
Het blijft rommelen rond de blokken met het portret van Kon. Beatrix naar ontwerp van Peter Struycken. Via het blad van de Collect Club worden de verzamelaars geattendeerd op een nieuwe druk van de 0.50 met het TPGPost logo i.p.v. het PTTPost logo. "Het postzegelboekje met vijf zelfklevende postzegels van 0.50 van Konigin Beatrix verschijnt opnieuw, maar dan met het logo van TPG Post in plaats van PTT Post. De postzegels zelf zijn ongewijzigd. Het boekje is dus niet opgenomen in de jaarcollectie postzegelboekjes. Wilt u dit postzegelboekje ontvangen? Bij de Collect Club kunt u het voor 2.50 los bestellen via bestelnummer 223104N."
De terminologie in deze regels is nogal verwarrend. TPGPost noemt de hangblokjes 'postzegelboekjes'. Als de ril boven de 5 zegels al ergens voor bedoeld is dan toch voor het losscheuren van het bovenstuk en zeker niet als vouw om er een boekje van te vouwen. Postzegelboekjes heeft TPG Post al enige tijd niet meer uitgegeven of er moesten de geintegreerde hangboekjes van 50 of 100 mee bedoeld worden [door TPG ook wel mailers genoemd], maar die zitten zeker niet in de jaarcollectie! En de prestigeboekjes zijn toch echt een ander verhaal. De mededeling dat de postzegels zelf niet zijn gewijzigd is ronduit onjuist. Net als bij de eerder verschenen 0.39 en 1.00 met TPG Post logo is de fout die er sinds de productie in Walsall in was geslopen - het ontbreken van 2 punten aan het portret - hersteld bij deze zegels.
De hangblokjes 0.50 zijn tot dus ver niet aan de loketten geconstateerd. Wel waren ze bij de stand van TPGPost in het Antwerpen Expo eind maart 2004 te verkrigen.
Niet aangekondigd, doch wel verschenen zijn aan de loketten de nieuwe hangblokjes met het TPG Post logo van de 0.25 Kon. Beatrix. Ik trof ze op 1 april 2004 aan bij het postkantoor van Oegstgeest aan de Lange Voort.
Vergeleken met de in de vorige rubriek besproken nieuwe versies van de 0.39 is er wel iets veranderd, maar ook zijn er overeenkomsten.
Het is nog eens goed om duidelijk te maken dat nadat de blokjes gedrukt zijn op de 8- resp. 9-kleuren Chesnut rasterdiepdrukpers van Walsall, de drukbaan weer wordt opgerold en na enige tijd verder wordt bewerkt op een aparte machine waarbij o.a. de slit-perforatie wordt aangebracht. De slit-perforatie wordt met een speciale cylinder aangebracht, maar dit geldt ook voor de ril plus het hangoog die gestanst worden [d.w.z. gaan geheel door naar de achterzijde terwijl de slit slechts tot het dragerpapier gaat]. We kunnen dan ook vaak goed zien dat de afstand tussen de slit-tanding en ril niet gelijk is. De slit-tanding is altijd dubbel opgebouwd: het gedeelte aan de kant van het zegelbeeld en het gedeelte aan de buitenzijde. Naar de buitenzijde toe was dat deel van de slit altijd een gebogen vorm; echter sinds begin 2004 - voor het eerst gemeld bij de 0.39 - zien we ook dat de slit aan de buitenzijde van de zegels erg recht en scherp was gesneden.
Bij de hangogen met hechtpunten van circa 0.6 resp. 1.0mm waren de bijbehorende horizontale inkepingen van de ril steeds 2.0mm. Sinds kort zien we echter hechtpunten met cira 0.8mm en inkepingen van de ril van 2.1mm. Kleine verschillen misschien maar wel systematisch.
**********************
De nieuwe blokjes met 0.25 en 0.50 en TPG logo hebben alle een verbeterde portret cyilinder 'W1', alsmede de nieuwe stans met hechtpunten van 0.8mm en ril van 2.1mm. Let wel - het is een geheel andere 'W1' cylinder met de stand van de cylindernummers zoals bij de boekjes met PTT Post logo en niet naar rechts verschoven zoals nodig voor de blokjes zonder het zelfklevend symbool! De Kon. Beatrix hangblokjes [met verbeterd portret] vallen kennelijk uiteen in 2 groepen:
- 0.39, 0.55, 0.70 en 1 euro; bij de 0.39 is de 'W1' vervangen door 'W2'. Deze cylinder zien we ook bij de 0.57 en 0.72. - 0.25 en 0.50
Waarom een aparte groep voor de 0.25 en 0.50? Waarom niet ook gelijk de nieuwe opmaak zonder zelfkleef-symbool? En waarom ook niet gelijk de tekst 'Schrijven zegt meer'?
Het voorlopige antwoord ligt besloten in het net pas gevonden materiaal van de 0.25. Er blijken sinds februari 2004 hangblokjes van de 0.25 te bestaan waarbij het enige verschil zit in de verbeterde portret-cylinder. Alle overige kleur-cylinders - zowel voor- als achterkant - zijn onveranderd. Kennelijk was de oude portret-cylinder [dus diie met ontbrekende 2 stippels] aan vervanging toe. Echter op een zeker moment moest toch het logo worden aangepast en daarmee kwamen er 2 nieuwe cylinders van de voorzijde plus 2 nieuwe cylinders van de achterzijde. De cylinders voor de zegels zelf waren al up-to-date!
De 0.25 hangblokjes met verbeterd portret plus PTT Post logo hebben smalle hechtpunten [0.6mm], maar de horizontale inkepingen van de [scheur-] ril meten 2.2mm.
Vreemd is evenzeer dat de zetel van 'Beeldrecht' niet veranderd is naar 'Amsterdam' zoals dat wel is gebeurd bij de 0.57, 0.72 en de 1.00! Maar dat was ook niet geschied bij de 0.55 en 0.70 uit 2003 terwijl Beeldrecht in december 2002 is verhuisd van Hoofddorp naar Amsterdam! Kortom, een rommeltje!
Nieuwe oplagen postwaardestukken
Na de andere taak-verdeling over de drukkerijen voor de Nederlandse postwaarden is de druk van de briefkaarten en adreswijzigingen toebedeeld aan Joh. Enschedé Security Printing in Haarlem. De briefkaarten zijn in offset gedrukt in vellen van 6x6 kaarten, de adreswijzigingen in vellen van 4x4, de zogenoemde A4 adreswijzigingskaarten zijn niet meer per 4 [4x A6 = A4] gedrukt zoals bij Walsall Security Printing maar in A3 drukvellen dus met 8 tegelijk. De achterzijde van deze kaarten zijn niet voorzien van rubrieken zoals de gewone adreswijzigingskaarten maar worden later naar behoefte van de klant van zwarte tekst voorzien met een laserprinter. Het is nu dus uitkijken geblazen naar alles wat nieuw of anders lijkt dan voorheen rekening houdend met een buffervoorraad bij TPG zullen de kaarten toch wel in juli uiterlijk te voorschijn komen.
Nieuwe oplagen hangblokjes Kon. Beatrix [vervolg]
Nauwelijks was de TPG versie gevonden van de 0.25 of eind april 2004 verscheen de 1 euro met nieuwe portret-cylinder W2 en begin mei 2004 werd uit Haarlem de 3 Euro met TPG Post gemeld. Van de hangblokjes 0.50 met TPG Post logo nog steeds geen spoor aan de loketten.
Dummies of echte zegels?
Sinds de invoering van geintegreerde hangboekjes van 50 of 100 zegels op een zo kleinst mogelijke oppervlakte zitten helemaal bovenaan 2 of 4 zegels los van de rest. Het was gelijk duidelijk dat dit problemen zou kunnen geven in de zin van dat klanten die zegels niet als zegels zouden opvatten maar als voorbeeld. Een incidentele 'inspectie' van de prullenbakken leert dat het de moeite loont de uitstekende restanten van zulke boekjes even te bekijken. Zie de afgebeelde voorbeelden.
Oud Nieuws bij de Kon. Beatrix hangblokjes
Soms kijk je er gewoon over heen. Op het eerste gezicht is het gewoon een inktspettertje, maar als het op méér dan één blokje voorkomt verkregen uit verschillende bronnen dan is het zaak nog eens iets beter te kijken. Bij de 0.40 is tot op heden slechts één oplage geconstateerd - alles met brede hechtpunten. Het bekende kenmerk van het krasje links van de Koningin op zegel 2 is ook van de 0.40 bekend en dat was danook de enige variant tot dus ver gevonden. Totdat m'n oog viel op een kleine stipje geflankeerd zowel links als rechts door een horizontaal krasje. Gezien het feit dat dit kenmerk zit/zat op de cylinder van het portret zou het ook bij de andere waarden gevonden moeten kunnen worden!
Nieuw bij de Kon. Beatrix hangblokjes
Nog maar nauwelijks gewend aan de W2 cylinder bij de 39c hangblokjes, verscheen in juli 2004 een nieuwe oplage waarbij het hangoog 'open' werd opgeleverd. Ik heb al vaker m'n verwondering er over uitgesproken dat bij de Casparie-hangboekjes PTT-Post eiste van de drukkerij dat de ogen open waren gemaakt voordat de boekjes op de kantoren kwamen zodat het balie-personeel zonder problemen de boekjes in de schappen kon hangen. Bij de door Walsall Security Printing resp. JESP gedrukte hang&sell producten daarentegen bleek steeds weer het er uit moeten drukken van het hangoog een doffe ellende voor het balie-personeel. En eigenlijk ook voor de verzamelaars die vaak een zwaar beschadigd product in handen kregen. Het nu net verschenen product zit in cellofaan zakjes verpakt en kan linea recta aan het schap na uit de verpakking te zijn gehaald.
Een extraatje voor de specialist is bij dit hangblokje van 39c ook dat een zeer duidelijke plaatfout is aangetroffen op 1 van de 18 blokje van de cylinder met het verbeterde portret: er zitten enkele horizontale krasjes in het haar op zegel 1. Deze fout die hoort bij de W2-cylinder van het portret zou ook bij eerdere versies van de 39c resp de 1 euro [of de 57c, 72c] kunnen worden aangetroffen. Tot op heden is dat echter niet gemeld.
Op 10 september 2004 trof ik de tweede waarde uit de Kon. Beatrix serie aan met het vrijgemaakte hangoog: de 3 Euro! Het gaat hier om de TPGPost variant die nog maar enkele maanden geleden werd aangetroffen in Noord-Holland. Van de portret-cylinder is dit de 'W1' die hoort bij het verbeterde portret in combinatie met het 'Beeldrecht Hoofddorp' adres - zoals bij de 25c en 50c. In onderstaande tabel is heel bewust de nummering voor het verbeterde portret in combinatie met het logo van PTTPost opengehouden: de nummers 29 en 30 zouden heel ook goed nooit kunnen opduiken!
Overigens is de 50c met TPGPost de enige van deze 3 zegels die al een plek heeft gekregen in de NVPH Speciale Catalogus ook al is het blokje nergens anders gemeld dan van de Collect Club!
Nieuw bij de Kon. Beatrix hangblokjes
De Kon. Beatrix hangblokjes zijn nauwelijks meer bij te benen, zo lijkt het wel. Van de 'open' hangogen is inmiddels behalve de 0.39 en de 3.00 ook de de 0.25 gemeld. Op korte termijn is te verwachten dat ook de 0.50 binnenkort zal worden gemeld.
Zoals enige tijd terug gemeld bij de 0.40 dat een plaatfoutje er altijd al is geweest, zo blijkt ook bij de 0.50 er een foutje in het donkerblauw al heel lang aanwezig: een minuscuul stipje in het wit tussen de zegels 3 en 4! Johan Schaminee uit Venray meldde deze bij de 0.50 met brede hechtpunten. Ik bleek zelf ook de 0.50 te hebben met smalle hechtpunten.
Hoewel de 3.00 waarde niet echt vlot lijkt te verkopen zijn er recent een flink aantal [deel]oplagen waargenomen. De 3.00 zit in het lijstje van binnenlandse posttarieven achter de reeks met veelvouden van 0.39:
00-20g 0.39 20-50g 0.78 50-100 g 1.17 100-250 g 1.56
waarna volgt: 250-500 g 2.25 en 500g - 3 kg 3.00
Hiermee gefrankeerd dus de zwaarste briefzending die nog gewoon in de brievenbus mag.
Bij de 3.00 is al lang gekend dat de kras naast de hals op zegel 2 gelijk op ging met de groene punt naast de waardeaanduiding op zegel 5. Inmiddels is door eerder genoemde bron uit Venray de 3.00 gemeld zonder kras, maar wel met groene punt. Het ging om de versie met brede hechtpunten.
Kon. Beatrix 3.00 blokjes met smalle hechtpunten waren al gelijk met de andere waarden aangetroffen echter op slechts een zeer beperkt aantal plaatsen. Veel specialisten hebben dit blokje nog niet kunnen vinden.
Tot m'n grote verrassing trof ik begin oktober in Sassenheim de 3.00 met smalle hechtpunten aan met erbij de 'eenzame' groene punt! Alles bij elkaar zijn er nu al van de 3.00 5 [of 6] oplagen verschenen:
1. PTT Post logo; portret met ontbrekende punten; brede hechtpunten; 'kras' plus 'groene punt'. 2. als 1. met alleen de 'groene punt' 3. als 2. maar nu met smalle hechtpunten 4. PTT Post logo; portret met herstelde punten; nog niet gevonden! 5. TPG Post logo; portret met herstelde punten; brede hechtpunten 6. als 5. maar met 'open' hangoog.
Het is niet onwaarschijnlijk dat de 'groen punt' ook bij de 3 laatste oplagen is te vinden.
Bij oplage 3 is ook de Rotometrics indruk 'ROTOMET' rechtsboven op het blokje aangetroffen. Zijn blokjes van oplage 3 al zeldzaam, dan geldt des te meer voor deze 'ROTOMET'.
Duidelijk is geworden dat bij de blokjes met smalle hechtpunten [0.7mm] in hetzelfde pakje als de 'ROTOMET' ook altijd een blokje zit waarbij een horizontaal vouwrilgat slechts de halve lengte heeft.Wie daar op let en zo'n blokje vindt zal bij de beide blokjes ervoor of erna Rotometrics indrukken mogen verwachten. Een half vouwrilgat is gevonden bij de 0.25, 0.39, 0.50, 0.78, 1.00 en 3.00. De 0.25 met het verbeterde portret en smalle hechtpunten heeft op dezelfde plek in plaats van een half gat een extra lange.
De hangblokjes worden na de druk niet noodzakelijkerwijs gelijk afgewerkt. De afwerking geschiedt in 2 stappen: met een slit-cylinder wordt de 'tanding' aangebracht en met een stans-cylinder het hangoog en de vouwril. Als deze bewerkingen niet goed op elkaar zijj afgestemd dan kan het gebeuren - en dit is bekend van de 0.39 met 'open' hangoog dat de slit-tanding dwars door de zegelafbeelding heen gaat. Op vrij grote schaal is dat in september 2004 [?] gebeurd. Voorzichtigheid is geboden met het betalen van grote bedragen voor deze spectaculaire wanproducten. Hiermee is al weer duidelijk geworden hoe goed de controle de laatste jaren is en hoe weinig waarde TPG hecht aan perfect uitgevoerde producten. Bij voornoemde 0.39 zegels heeft het zegelgebruikend publiek aan de ene kant last ondervonden maar aan de andere kant was er voor verzamelaars een grote buitenkans!
Oud nieuws bij de Kon. Beatrix hangblokjes
Kenmerkend voor de Kon. Beatrix hangblokjes is dat ze gedrukt zijn in principe van dezelfde cylinders voor het stippeltjes-portret; dat de slit-tanding met dezelfde cylinders wordt aangebracht en dat ook de hangogen met de vouw-lijn met een beperkt aantal stans-cylinders wordt aangebracht.
De diverse kenmerken van de Kon. Beatrix cylinders zijn in deze rubriek regelmatig aan bod geweest. Het 2 jaar lange gebruik van dezelfde slit-cylinder bij de priority-hangblokjes - zie vorige rubriek en de '/' in 'TPGPost' - en het optreden van nieuwe kenmerken in het hangoog en de vouwlijn bij deze blokjes waren aanleiding om ook de Kon. Beatrix hangblokken aan een grondiger onderzoek te onderwerpen.
Wat betreft de 'hechtpunten' in het hangoog was aanvankelijk sprake van 4 smalle [circa 0.6mm] hechtpunten bij bij de 1.45 [guldenswaarde] medio 2001. Direct werd het aantal hechtpunten opgevoerd naar 8 maar bleven de maten van de hechtpunten verder onveranderd. Bij de nieuwe euro waarden van januari 2002 bleken nieuwe hangogen met bredere [1.0mm] hechtpunten te zijn toegepast. Echter begin december 2002 werden weer hangblokjes aangetroffen met smallere hechtpunten en wel bij de waarden 0.25, 0.39, 0.50, 0.78, 1.00 en 3.00. Zou het soms gaan om een eerste oplage - gezien de gelijkenis met de duale- / guldens-waarden? Die vraag is nooit bevredigend opgehelderd omdat van de kant van TPGPost geen antwoord komt op de vraag hoeveel en hoevaak zegels worden bijgebesteld. De overeenkomsten qua hangogen bleef fascineren ook al toen veel later de conclusie kon worden getrokken dat de smalle hechtpunten onderscheiden moesten worden in die met 0.5mm [de 4 linker kolommen] en 0.7mm [de 2 rechter kolommen van de 6 blokken brede cylinders]. En dit onderscheid kon terug herleid worden tot de blokken uit 2001!
In een recente rubriek heb ik bij de 0.25 aangeven dat in de vouwlijn het 7e rilgat van rechts bij één blokje van de 18 blokjes gehalveerd was. Bij de 0.25 met hersteld portret en PTTPost logo was op dezelfde plek het rilgat hersteld en extra breed. In beide gevallen ging het om de smalle hechtpunten en wel de 0.7mm versie. Inmiddels is het halve rilgat terug gevonden bij alle Euro-waarden met 0.7mm hechtpunten op de 0.39 TPGPost na - een type blok dat ik slechts van één verkooppunt ken!
Bij de 2.50 uit 2001 was bij de specialisten al bekend dat er blokjes waren waarbij het 3e rilgat totaal ontbrak. Of dit stukje afgebroken stans ooit een vóór-fase had gekend of gerepareerd was geweest was nog bij niemand opgekomen. Tot dat de melding kwam bij de 1.00 en 2.50 van een voor driekwart aanwezig 3e rilgat. Al gauw dook ook de 85c/0.39 op 3/4. Maar een hersteld 3e rilgat [2.6mm breed in plaats 2.1mm] bleek te zitten bij de 5.00 en de 85c/0.39, maar ook bij de 1.10 en de 2.50. Om een lang verhaal kort te houden: inmiddels is het herstelde 3e rilgat bekend van alle euro-waarden met 05.mm hechtpunten tot en met de 0.25 met verbeterd portret [en PTTPost logo] van begin 2004. Ook hier geld dat er te weinig materiaal is van de 0.39 met TPGPost logo en smalle hechtpunten om het exrtra brede 3e rilgat ook daar aan te treffen.
Walsall Security Printing heeft dus 3 jaar lang dezelfde stans-cylinder [zij het met reparaties] ingezet voor de Kon. Beatrix hangblokjes.
Daarnaast had WSP ook de beschikking over een stans-cylinder met 1.0mm brede hechtpunten, althans tot begin 2004. Gedurende korte tijd is voor enkele waarden: 0.39 en 1.00 TPGPost [ beide met cyl. W2], de 0.25, 0.50 en 3.00 met TPGPost een stans-cylinder gebruikt met slechts 0.8mm brede hechtpunten.
De 4e variant sinds enkele maanden bestaat uit een hangoog zonder enige hechtpunten. Wat niet direct in het oog springt is dat het hangoog niet meer een vaste plek heeft ten opzichte van het blok. Kleine afwijkingen naar boven, onder, links en rechts zijn geconstateerd. Dit betekent dat het aanbrengen van het hangoog apart gebeurd en niet is gekoppeld aan het stans van de vouwlijn [die zelf ook weer lijkt e zijn gekoppeld aan het compleet losstansen van de afzonderlijke blokken]. Het afwerken van de compleet gedrukte Kon. Beatrix hangblokjes in thans 3 fasen moet WSP voor problemen hebben gesteld. Het hangoog moet worden leeggezogen omdat het anders een puinhoop wordt met al die losse stukjes 'oog'.
Dat WSP problemen heeft gehad blijkt al uit het feit dat er op nogal omvangrijke schaal te ver verschoven slit-tandingen zijn aangetroffen bij de 0.39. Bij de eveneens 'open' bestaand 0.25 en 3.00 is dit nog niet gemeld. Wel gevonden is een 0.39 waarbij noch de slit-tanding noch het hangoog is aangebracht. Slechts de vouwlijn is gestanst! Zie afbeelding.