Rasters In eerste instantie werd bij de Staatsdrukkerij te Pretoria gewerkt met rasterloze rakeldiepdruk, d.w.z. dat anders dan bij de gewone rasterdiepdruk tussen het verzameldiapositief en het pigmentpapier geen rasterbelichting plaats vond. In later jaren, eerst bij de bijzondere uitgiften en Kerst-zegels daarna pas bij de langlopende zegels vinden we rasters terug. Twee rastermaten zijn gebruikt: R60, en R80. Bij rasterdiepdruk heeft het raster als voornaamste functie het vasthouden van de benodigde inkt bij het met een rakel verwijderen van de overtollige inkt. Voor de kwaliteit van de druk is het raster slechts een storende factor. In de jaren '20 was het rasterloze rakeldiepdruk procédé zoals door de Leidse Nederlandse Rotogravure Maatschappij werd gepromoot een welkome tussenoplossing die het middel hield tussen de traditionale rasterdiepdruk en de veel duurdere plaatdruk. |
Om de rakel bij de rasterloze rakeldiepdruk enige houvast te geven moest de zegeltekening een speciale bewerking ondergaan waarbij contourlijnen en arceringen in diagonale richting resp. cirkel- of ellipsvormige punten moesten worden getekend op de uitvergrote tekening. De arceringen worden in het engels doctor blade rests genoemd, naar het woord voor rakel en in dit verhaal als rakel-steunen. Ten behoeve van de rasterloze rakeldiepdruk moest in Pretoria het een en ander gebeuren. Voor de klein-formaat zegels werden de bewerkingen gedaan door J.L. Booysen, en werden de zegels in feite opnieuw getekend. Bij de medium-formaat-zegels werden foto-afdrukken gebruikt van de staalgravures en bewerkt door J. Prentice. Na de invoer van de traditionele kruisrasters werd in eerste instantie vaak gebruik gemaakt van film-materiaal [zie ook verderop] gebaseerd op netgenoemde bewerkingen. In 1949 is kortstondig gebruik gemaakt van een zogenoemd korrel-raster, een mosaiek-vormig raster dat we ook al kennen va het werk van de Nederlandse Rotogravure Maatschappij voor Egypte [1923 Fuad] en de Topografische Inrichting te Weltevreden [1923]. Behalve bij de 3d Groote Schuur vinden we het korrel-raster bij de zegels van het Voortrekkers Monument. |
Step-and-repeat Zoals gebruikelijk bij rakeldiepdruk wordt uitgaande van een origineel fotografisch een verzamel-diapositief [multi-positive], waarop alle zegelbeelden staan die nodig zijn voor de aanmaak van de drukcylinder, opgebouwd met behulp van een zogenoemde step-and-repeat machine. Omdat bij de Pictorials de engelse en afrikaanse zegels om en om zitten moet als uitgangspunt [master negative] ook een combinatie dienen. Bij de klein-formaat zegels werd uitgegaan van vier zegelbeelden: AE
die 6x in horizontale richting en 10x in verticale richting werd vermenigvuldigd. In totaal 12x20 zegels per verzamel-diapositief. Aangezien het master-negative twee engelse en twee afrikaanse zegels bevat kunnen er in de praktijk verschillen ontstaan. B.v. afrikaanse zegels op de even posities kunnen afwijkende gemeenschappelijke kenmerken hebben. |
Bij de medium-formaat zegels waren 2 zegelbeelden het uitgangspunt: AE, die via een tussen-fase van een bovenrij van 3x en een onderrij van 4x, waarbij de uiteinden links en rechts werden afgeplakt: AEAEAE -> AEAEAE AEAEAEAE EAEAEA Dit 10 maal zodat in het totaal 6x20 zegelbeelden op het verzamel-diapositief stonden. Ten behoeve van zegels uit postzegelboekjes en rollen werd in principe gebruik gemaakt van het zelfde verzamel-diapositief. De zegelbeelden die niet gebruikt konden worden werden afgeplakt resp. bij de rolzegels werden 2 rijen zegelbeelden er aan toegevoegd. |
Losse zegels uit boekjes en rollen zijn qua beeld-kenmerken dan ook niet te onderscheiden van die uit loketvellen. Dat althans wat betreft de zegels volgens het rasterloze procedé. Bij de gerasterde zegels kunnen de kenmerken van het raster [kruis 60, kruis 80, korrel] het beeld gaan bepalen. Kenmerken die al in het master-negative zitten vinden we ongeacht het raster-type of de vergrotings-factor van de step-and-repeat machine terug. Kenmerken die specifiek zijn voor het verzamel-diapositief kunnen we terug vinden of er nu een raster gebruikt is of niet. De zegel-afmetingen zijn uiteraard wel steed gelijk. |
Drukrichting Bij zegels in rasterdiepdruk is altijd de drukrichting terug te vinden. Voor de klein-formaat zegels staand is dat altijd B, voor de liggende zegels R. Het is goed te zien aan de kleine inkepingjes aan de onderzijde resp. de linkerkant van alle beeldsegmenten. Bij de medium-formaat zegels [en dus ook de mini 1 1/2d] is de drukrichting B. In de periode dat de postzegelboekjes in Pretoria tˆte-bˆche werden gedrukt komen zegels met drukrichting O vanzelfsprekend voor. Daarnaast kunnen incidenteel ook [deel-]oplagen van velzegels kopstaand zijn gedrukt. |