Terwijl bij offset- en boekdruk rasters een nuttige functie in de
afbeelding hebben = ze maken het mogelijk om tussentinten aan te
brengen = is het raster bij rasterdiepdruk meestal een storende
factor. Het raster is nodig omdat anders de rakel de inkt van de
drukvorm af zou vegen, het raster houdt de inkt vast. Naast de in
1.1.4. behandelde rastertypes (lijnenrasters onder 45 of 60 graden)
komen bij rasterdiepdruk ook nog andere typen voor:
- het baksteenraster
-
als voordeel van het baksteenraster boven een lijnenraster
geldt dat de rakel een groter draagvlak heeft op de rasterkam, de
rechtopstaande walletjes tussen de rasterpunten, en dat daardoor de
toch al vaak door de etsing ondermijnde rasterkam minder van slijtage
te lijden heeft. Een baksteenraster is bij de Nederlandse postwaarden
nooit toegepast. Van minstens twee landen in het gebruik van een
baksteenraster voor postwaarden bekend:
- Polen
-
de meeste in rasterdiepdruk uitgevoerde zegels gedrukt bij
'Państwowy Wytwórnia Papierów Wartościowych' te Warszawa in de jaren
1950-60 zijn voorzien van een baksteenraster, en incidenteel ook nog
zegels van na 1960. Bij sommige zegels waarvan meer dan één
oplage gedrukt is, is het mogelijk zowel een kruis- als een
baksteenraster te vinden. Soms ook nog voor de afzonderlijke kleuren
verschillende soorten raster !
- Brazilië
-
de permanente emissies van 1972 [cijfertekening] resp. 1976 met
afbeeldingen van beroepen, en 1980 landbouw-producten.
- het korn-raster
-
Incidenteel wordt een korn-raster toegepast, het raster is
geheel onregelmatig, en doet denken aan een mozaiek. In de eerste
jaren van rasterdiepdruk is het toegepast bij zegels van Egypte: 1923
Koning Fuad, gedrukt door de Nederlandse Rotogravure Maatschappij te
Leiden, en Harrison and Sons, Ltd, te High Wycombe. Daarna bijna
uitsluitend voor de ondergrondkleur (in rasterdiepdruk) bij zegels met
gecombineerd plaat- en rasterdiepdruk. Het enige Nederlandse zegel met
kornraster is het Europa-zegel van 4c uit 1978.
- rasterloos
-
Rasters waren in wezen een sta in de weg om een goede
beeldkwaliteit te krijgen. Gezocht werd al gauw naar methoden om
zonder een raster te kunnen werken. De techniek die rond 1920
ontwikkeld was door de Nederlandse Rotogravure Maatschappij te Leiden,
had het meest weg van 'aquatinta': het beeld was opgedeeld in kleine
omlijnde vlakjes, die een ongeveer gelijke grijswaarde [=diepte na
etsen] moesten krijgen. Met asfaltpoeder wordt de drukvorm gegreind,
vervolgens wordt voorzichtig geëtst, daarvan de voldoende diepgeëtste
vlakjes afgedekt, en weer iets verder geëtst, etc.Bij de NRM werd de
tekening, een fotografische uitvergroting van het origineel, in grijs
op mat papier, opgedeeld in kleine vlakjes [rond, langwerpig] en naar
gelang de benodigde grijswaarde werden de vlakjes donkerder. Deze
vlakjes nu konden de rol van 'raster' overnemen waarbij dan ook nog
ervoor gezorgd werd dat de langwerpige vlakjes enigszins diagonaal op
de cylinder terecht kwamen [zie figuur]. Dit raste rloze
procédé werd door de NRM, samen met de machinefabriek Goebel
A.G. aangepast voor druk aan de rol. De eerste rasterdiepdrukpersen,
met druk aan de rol, van Goebel A.G. werden in 1928 geleverd aan de
Instituto Poligrafico dello Stato [de Italiaanse Staatsdrukkerij], in
1929 aan de Staatsdrukkeij te Pretoria, Zuid Afrika, in 1936 aan de
Staatsdrukerij 'Talleres Impresos E Valores' te Mexico City. De lage
waarden van de Vaticaan serie van 1929: 5-75c, waren rasterloos
gedrukt, verder bijna alle zegels van Zuid Afrika tussen 1929 en 1948,
en de meeste zegels van Mexico tussen 1936 en 1954. Niet op
Goebel-persen waren al eerder de volgende zegels rasterloos gedrukt:
- Zwitserland
-
1927-28 Pro Juventute 30Rp door de NRM
- Mexico
-
1917-36diverse emissies door de Oficina Impresora de Hacienda
te Mexico City. Onbekend is of het Mexicaanse proces en dat van de NRM
onafhankelijk zijn ontwikkeld!
Voor Nederlandse zegels is dit rasterloze procédé niet
toegepast. Wel is bij 2 emissies het hoofd van H.M. zodanig uit ronde
punten opgebouwd dat een raster niet meer nodig was:
- 1924
-
Koningin Wilhelmina, naar ontwerp van Jan Veth: 5-60c
- 1982
-
Koningin Beatrix, naar ontwerp van P.Struyken.
Bij de Wilhelmima Veth zegels is de rest van de tekening, op de inhoud
van de letters na, wel gerasterd! Verder vertoont de Europazegel van
1978, de 45c, geen raster.
- gegraveerde rasters
-
|