De productiezaal bij de PTT-Wertzeichendruckerei in Bern is grotendeels gevuld met de SSR IV, een diepdrukpers gevoed aan de rol van Maschinefabrik Goebel in Darmstadt. [afb. 1/18; 1/2] Op deze pers kan tot 4-kleuren offset worden gedrukt in combinatie met [tot] 3-kleuren plaatdruk. [afb. 1/23] Voor plaatdruk is ??n cylinder beschikbaar die door een slim systeem van beinkting m.b.v. sjablonen met maximaal 3 kleuren kan worden voorzien. [afb. 1/8] In de praktijk wordt meestal maar 1 kleur gebruikt, met 3 kleuren is nog niet voorgekomen. |
De overtollige inkt op de plaatdruk-cylinder wordt met behulp van een rol wis-papier schoongemaakt. Dit betekent in de praktijk dat de meest drukinkt op de wis-rol terecht komt en niet op het postzegelpapier. [afb. 1/10; 1/26; 1/25] Tijdens de druk wordt de onderlinge afstelling van de kleuren m.b.v. een scanner gecontroleerd en zo nodig wordt gecorrigeerd. [afb. 1/22] Eveneens op de drukpers wordt een perforatie aangebracht [afb. 1/15] in de vorm van een 1-rij kam die aan weerszijden van de basis-rij pennen heeft. Bij een gering verloop zijn aan twee tegenoverliggende zijden binnenin het zegel te smalle of te brede tanden te zien. [afb. zegel] |
Aan het einde van de pers wordt de baan eerst in twee?n gesplitst en daarna worden [twee] afzonderlijke loketvellen afgesneden, die in aparte opvangbakjes worden gelegd. [afb. 1/20; 1/17] Op de uitzonderingen bij het snijden wordt verderop ingegaan. Een numerator op de pers gemonteerd heeft dan al de drukdatum en het veltelnummer - voorafgegaan door een 'A' voor de linkerhelft en een 'B' voor de rechterhelft - aangebracht. Van de productie worden boeken bijgehouden van elke postwaarde, waarin is geprotocolleerd precies hoeveel - vellen met velnummers tussen welke nummers - er zijn gedrukt. Ook de kleuraanduidingen, het inktverbruik en de herkomst van inkt ligt vast. En wie en wanneer de pers heeft bedient. |
Door een andere wijze van distributie van de zegels - rechtstreekser naar de postkantoren - ontstaat de noodzaak van kleinere loketvellen. Niet meer 50 stuks maar 20 stuks per loketvel. Deze nieuwe lay-out is nog niet te merken bij de langlopende zegels maar al wel bij bovengenoemde gelegenheidszegels vanaf september 2001. Deze ogenschijnlijk geringe aanpassing heeft als druktechnische consequentie dat niet meer op alle loketvellen de drukdatum en veltelnummer kan worden geplaatst. Per paar loketvellen van 20 zijn deze maar aan ??n kant aangebracht. Door niet meer op de pers een splitsing tussen linkerbaanhelft en rechterbaanhelft aan te brengen, moeten op een apart snijapparaat de loketvellen worden gescheiden en de randen met nummer worden verwijderd! [afb. 1/36] |
In een aparte kamer worden de 'filatelistische' zaken geregeld. Op een HAWID-machine kunnen zegels worden opgepakt uit een 'container', bevochtigd, op de enveloppe of kaart worden aangebracht en het geheel wordt voorzien van [twee] stempels. [afb. 1/31; 1/32] Op een andere HAWID-machine worden zegels in HAWID-stroken geplaatst t.b.v. mapjes. Voor de abonnementen 'gebruikte' zegels worden complete loketvellen [of de nog niet gesneden dubbelvellen van 20] voorzien van 'stempels' met behulp van een Heidelberg degelpers. Het gaat hier dus om duidelijk [in boekdruk] gedrukte 'stempels' ŕ la de beruchte welwillendheidsstempels van indertijd de DDR en nu nog talloze roofstaten. [afb. 2/4] |
Zeer incidenteel zijn recent zegels gedrukt in boekdruk. Voor de dienstzegels van de WHO in G?neve werd in 1975 4-kleuren boekdruk gebruikt. Formaten en afmetingen Op de SSR IV worden 3-formaten zegels gehanteerd [afb. 2/1; 2/3]:
|
Papier- en gomverbruik Het papier kwam uit Zwitserland, uit Biberist bij Solothurn, maar vanaf 1997 wordt papier betrokken van Tullis Russell [voorheen Coated Paper Ltd]. Dit Tullis Russell papier is herkenbaar door het ontbreken van de fluorescente coating en de witmakers in het papier. Als 'veiligheids'kenmerk zijn echter 'gele' en 'blauwe' vezels toegevoegd die niet zichtbaar zijn met het blote oog, maar onder de UV–lamp oplichten.Begin 1999 werd van de 5F Kaasmakerij een nieuwe oplage gedrukt op TR-papier. Voor de experts was het verschil goed te zien. De kwaliteit van de druk op Biberist was duidelijk beter... |
Zowel het Biberist-papier [sinds 1986] als het Tullis Russell papier wordt ongegomd aangeleverd. De synthetische gomming geschiedt thans bij Zwingen in Laufenthal. Voorheen werd het zelf gedaan met arabische gom.
|
Zelfklevende postzegels in boekjes Het gebruik van postzegelboekjes is al een heel lange traditie in Zwitserland. De boekjes met zegels uit langlopende series werden meestal vervaardigd met een speciaal daarvoor ontworpen lay-out van de drukcylinders. Vaak een tęte-bęche lay-out, waarbij half-fabrikaten regelmatig ter beschikking kwamen van de filatelisten. Tot 1979 werden de zegels t.b.v. boekjes normaal geperforeerd, daarna werd de horizontale peforatie op de afsnijding tussen twee boekjes overboord gegooid. Tot 1972 werden mini-boekjes, de zogenaamde 'tickets', handmatig voorzien van 10 zegels uit loketvellen. De boekjes zelf waren uit automaten te verkrijgen. Van de jaarlijkse 'Pro Patria' en 'Pro Juventute' toeslagzegels werden postzegelboekjes gemaakt met de zegels genomen uit de loketvellen. Slechts incidenteel worden speciale zegels gedrukt voor boekjes. In 1953 werd door Courvoisier in een speciale lay-out met o.a. tęte-bęche Pro Patria zegels van 20 en 30rp gedrukt op een velinleg rasterdiepdruk-pers. De zegels uit die boekjes worden meestal in samenhang verzameld, maar ook de losse zegels van 20 en 30rp zijn te herkennen omdat de papier-richting - en dus ook de voorkeursrichting van de gekleurde vezels - altijd horizontaal is. De drukrichting normaal O is [vanwege het tęte-bęche] ook wel eens B. |
Sinds 1996 worden - nadat eerst nog enkele postzegelboekjes op de traditionele wijze op de SSR IV waren vervaardigd en nog een korte periode tot in 1997 gemaakt zouden worden - de boekjes met zelfklevende zegels uitgebracht. Veelal steeds weer bij een andere drukkerij. Het papier waarop de meeste zegels waren gedrukt was het sinds 1997 ingevoerde Tullis Russell papier. De boekjes-zegels van 1996 zijn op ?? papier. De meest recente boekjes worden vergezeld van zelfklevende zegels in rollen [ten behoeve van doosjes van 100 zegels] die in principe niet te onderscheiden dienen te zijn van die uit de boekjes. [afb. zegels]
|
Rolzegels Rolzegels werd in Zwitserland aangemaakt voor aan de ene kant de zegel-automaten en aan de andere kant de 'zakelijke markt' met een afname van rollen zegels van meestal de middelhoge waarden. De rolzegels vertoonden altijd een rugnummer om de 5 zegels. Tot circa 1990 waren die zegels in plaatdruk gedrukt op een WIFAG-pers. Als het gaat om druk op de tweede Goebel, de SSR IV, dan kwamen bij de Postvervoer-serie van 1986 nog slechts de 25, 35,40, 50 en 80rp in rollen uit, van de Dieren-serie uit 1990 slechts de 70 en 80rp en in 1991 nog de 80rp Mechlsee, en later in 1993 de 60rp Lac de Tannay en 80rp 'A'. In 2001 verschenen de eerste zelfklevende rolzegels in doosjes. Niet verwonderlijk dat ook een beroep was ge daan op de zegeldrukkerij van de Australische Post die al veel eerder met dit bijltje had gehakt en ook al voor andere Europese landen zelfklevende rolzegels t.b.v. doosjes had gedrukt. Behalve op Sprintpak werd ook een beroep gedaan op Stralfors AG, een Zwitsers bedrijf, voor dit soort rolzegels. |
Een apart verhaal vormen de zegels uit de FRAMA-automaten, waarmee in 1976 was begonnen. De afdruk van de automaat zelf werd aangebracht op voorbedrukt 'veiligheidspapier' dat werd vervaardigd door de PTT-Wertzeichendruckerei en soms ook door H?lio Courvoisier. Het 'onopvallende' ondergrondpatroon werd in 1996 vervangen door 4-kleurige afbeeldingen van de '4 jaargetijden', gedrukt in rasterdiepdruk door Courvoisier. Hiermee werd het voorbeeld gevolgd van Liechtenstein dat iets eerder Courvoisier de FRAMA-zegels had laten drukken. Andere landen zouden volgen, waaronder Vaticaanstad dat in 2000 ook met een prachtige serie FRAMA-zegels uitkwam - eveneens door Courvoisier gedrukt. De sluiting van Courvoisier maakte het nodig om ook voor dit product uit te zien naar een ander bedrijf. Het Zwitserse bedrijf Cartaroll AG levert sinds september 2001 de 'P', 'O', 'S' en 'T' zegels in boekdruk. Eind oktober 2001 waren in Bern in FRAMA's zowel de oude nog met een landkaart-ondergrond voorziene zegels te vinden als ook de nieuwste Cartaroll zegels. Deze laatste op het Centraal Station [afb. 2/29] |
Het gebruik van plaatdruk is sterk verminderd. Het aantal graveurs dat de Zwitserse zegels maakte is altijd al beperkt gebleven tot een handjevol, waarbij wel opvalt de meestal zeer lange staat van dienst:
|
Incidenteel wordt een graveur van buitenaf uitgenodigd:
Voor de zegels voor Luxemburg gedrukt werden ook Franse graveurs als Ren? Cottet en Pierre B?quet ingeschakeld. |
Offset Het gebruik van offset was in 1986 geheel nieuw voor de Zwitserse zegels. Aanvankelijk wordt offset alleen in combinatie met plaatdruk gebruikt maar geleidelijk aan verschijnen er ook zegels die geheel en al - in 4 kleuren vaak - in offset zijn gedrukt. De catalogi hebben vaak problemen met de nieuwe varianten van de drukproc?d?'s. De gegraveerde rasterdiepdruk wordt nog al eens verward met offset. Zo brengt b.v. zelfs de beroemde Spezialkatalog Schweiz van Zumstein de in 1998 verschenen China-zegels [gedrukt in offset resp. offset+plaatdruk in Bern gedrukt] onder bij rasterdiepdruk van Courvoisier. |
En enkele emissies uit 1994 [WK Voetbal, Europa, Boek en druk] brengt dezelfde Zumstein onder 'offset' van Courvoisier terwijl het toch duidelijk om rasterdiepdruk gaat. Niet dat men bij Courvoisier niet overweg kon met offset. Het extraatje b.v. dat het Jaarboekje van de PTT uit 1996 biedt is een 'vignet' afkomstig van Courvoiser en uitgevoerd in offset. |
Geheel geisoleerd staat het dienstzegel van de UPU uit 1989 dat gegraveerd werd terwijl bij alle andere zegels uit die periode nog gewoon ge?tste cylinders werden gebruikt. Pas in 1991 zien we vaker gegraveerde cylinders verschijnen. De - ook in Zumstein - gehanteerde aanduiding van ?tztiefdruck maakt dan in 1992 plaats voor Rastertiefdruck. Hoewel deze laatste term veiliger is - als er niet meer ge?tst wordt blijft er sprake van rasters - is duidelijk dat de catalogus-makers niet goed weten waar ze het over hebben, het wordt niet uitgelegd en beide manieren van cylinders maken komen nog - zelfs voor een enkel zegel - naast elkaar voor. Hoe veel minder Zwitserse zegels bij Courvoisier gedrukt des te vaker gaat het om stunts. |
Of het nu de in 1999 verschenen Millenium-zegels gaat [in combinatie met tussenstukken waarop een 'eigen portret' of 'groet' kon worden geprint (Xerox)] of bij de eveneens in 1999 verschenen UPU-zegels om een combinatie van rechthoek met driehoek. In 2001 wordt afscheid genomen met een vel van 20 '150 jaar Chocosuisse' zegels waarbij de chocolade-geur te ruiken is. Bij de laatste zegels door Courvoisier gedrukt wordt al niet meer gebruik gemaakt van het papier dat ook door de PTT-drukkerij in Bern is gebruikt: papier P19 [onder UV dof reagerend, met slechts onder de lamp zichtbare gele en blauwe oplichtende vezels]. In plaats daarvan zien we dof papier dat voor het blote oog zichtbare bruingele en blauwe vezels bevat. |
Zegels drukken voor het buitenland Courvoisier S.A. heeft voor heel veel landen zegels gedrukt. B.v drukte ze al vanaf 1934 zegels voor Liechtenstein en vanaf 1936 voor Luxemburg. De PTT-Wertzeichendruckerei in Bern had voor 1945 al een enkele zegel gedrukt voor Liechtenstein. Vanaf 1948 werden alle langlopende emissies voor Luxemburg - en incidenteel ook gelegenheidszegels - in plaatdruk gedrukt. Zeer incidenteel ook voor andere landen in plaatdruk - Liechtenstein tussen 1950 en 1967 en Portugal in 1946. |
En zeer recent ook een enkel zegel voor de Verenigde Naties in New York en een serie voor Ivoorkust en Senegal. Na ruim 50 jaar werd met de traditie gebroken dat de Luxemburgse langlopende zegels met het portret van de groothertog[in] in Bern zou moeten worden gedrukt. De zegels met de nieuwe groothertog Henri die op 1 oktober 2001 verschenen zijn nu gedrukt door de Zegeldrukkerij in Mechelen. |
Digitale zegels Sinds begin 2001 werd een nieuwe soort frankeermachines in omloop gebracht onder de naam IFS 2 [Integrierte Frankier Systemen] welke het meest overeenkomen met wat in Nederland de afgelopen twee jaar is geprogageerd als 'digitale zegels'. Deze 'zegels' worden nadat via een serie druktoetsen op de IFS2 het soort frankering en de waarde is aangegeven een afdruk op de 'enveloppe' gemaakt, waarbij in het 'zegel'-gedeelte steeds weer iets veranderd m.a.w. in het 'zegel' is binair een code aangebracht. Het apparaat dat ik bij de Gemeente Kirchberg BE mocht bewonderen is afkomstig van FRAMA. [afb. stempel] |
Voor de verzamelaars die ook de druktechnische aspecten van hun zegels in de gaten houden, moet het zijn opgevallen dat Courvoisier na 1998 steeds minder Zwitserse zegels ging drukken en ook dat het gebruik van plaatdruk in de PTT-drukkerij zeer sterk was teruggelopen. De al vaker door mij aangehaalde globalisering van de postzegelaanmaak - wanneer komen de eerste Nederlandse zegels in Australi? gedrukt? - , het verdwijnen van het postmonopolie en het daarmee samenhangend verminderd gebruik van hogere waarden voor pakketen, maar ook de toch sneller dan verwachte acceptatie door het grote publiek van de zelfklevende postzegels, hebben de traditionele postzegeldrukkerijen in de problemen gebracht. Het [moeten] uitbrengen van zegels met een geintje [geur, metallic, warmtegevoelig, flexibel formaat e.d.] is niet te doen zonder extra investeringen die gewoon niet rendabel zijn voor de waan van de dag. Uitbesteding ad-hoc aan gespecialiseerde drukkerijen resp. samenwerking daarmee [met b.v. Xerox voor de 'gepersonaliseerde' zegels] is voor een postadministratie de enige uitweg. Op de vraag aan drukkerij Stralfors AG hoeveel tijd gemoeid zou zijn met de complete postzegelproductie van Zwitserland in een zelfklevende boekjes-uitvoering kwam het antwoord: 2 1/2 dag per week. |
Niet vreemd dus dat de PTT-drukkerij gaat sluiten, hoe intens triest dat ook is voor de vakmensen die daar al decennia werken en in hun vak niet meer aan de slag zullen komen. Voor de georganiseerde filatelie staat een schone taak te wachten om er voor te zorgen dat de archieven van beide drukkerijen voor het nageslacht bewaard blijven. De machines van Courvoiser zijn overgeheveld naar Walsall, de archieven zouden naar de Gemeente La-Chaux-des-Fonds gaan. De archieven van de PTT-drukkerij blijven hopelijk onder beheer van 'Die Post', maar het kan geen kwaad om te informeren wat precies de bestemming zal zijn van b.v. de uitgebreide protocol-boeken [met een schat aan gegevens!] die nu nog staan in de productieruimte... Ik wil degenen bedanken die het mogelijk hebben gemaakt dat mijn herfstvakantie in Zwitserland ook een zeer bijzondere filatelistische tint kreeg: Heinz und Marlise Spinner [Ersigen, voor de co÷rdinatie en ondersteuning], Hans Frischknecht [PTT und Philatelie, Bern], Kurt Walk [PTT-Wertzeichendruckerei, Bern], Franz Huber [Gemeente Kirchberg BE] |