American Bank Note Company De allereerste zegels na de bevrijding, als langlopende frankeerserie, werden vervaardigd door de American Bank Note Company in plaatdruk. De zegels werden voorzien van lijntanding. Later, per 24 october 1951, zou dezelfde drukkerij ook nog een gelegenheids-serie drukken voor het 6-jarige bestaan van de Verenigde Naties. Ook voor die zegels plaatdruk en lijntanding. |
Note Printing Branch of the Commonwealth Bank of Australia, Melbourne In 1946 werd een [korte] langlopende frankeerserie en een serie portzegels gedrukt bij de drukker van de Australische postzegels, in boekdruk. In de Speciale Catalogus wordt een andere drukkerij genoemd die zich misschien wel heeft bezig gehouden met allerlei drukwerk t.b.v. het Nederlands Indische Gouvernement maar niet met postzegels! In velerlei opzichten komen deze zegels overeen met wat voor Australia gebruikelijk was: papier met watermerk "C of A" [Commonwealth of Australia], kamtanding 14 3/4:14 15/17, en een loketvel lay-out van 2x8x10 met een tussenstrook waarop verticale lijnen. |
Opdrukken 1947-54 In de periode 1947-51 zijn nogal wat zegels van een opdruk voorzien. Thans ruim 40 jaar later is nog niet van alle "opdrukken" duidelijk bij welke drukkerij dit heeft plaatsgevonden. Na de bevrijding was veel kant en klaar zegelmateriaal terug gevonden. Ook was duidelijk dat nog al wat in handen van onbevoegden terecht was gekomen. In 1947 werden een aantal waarden van opdrukken voorzien:
|
De Kreisler zegels van 12 1/2c kwamen uit voorraden van voor de oorlog die indertijd bij tariefswijziging minder courant geworden waren maar dankzij de gewijzigde post-tarieven per 1 october 1947 weer actueel werden. In verband met deze tariefswijziging verscheen bovengenoemde 45 op 60c, en tevens enkele waarden Melbourne-druk met nieuwe waarde aanduiding: 4 op 1c, 3 op 2 1/2c en 7 1/2c. De Konijnenburg-zegels hebben we al genoemd in de paragraaf over de perforeermachines van Kolff. De 25, 50, 60 en 80c Kreisler komen uit de zending Kreisler zegels die al in 1940 klaar lag voor transport. |
Alle opdrukken zijn uitgevoerd in boekdruk, vermoedelijk bij Kolff. De herkomst van de 25c en 80c Kreisler zonder watermerk is onduidelijk, mogelijk oude in Indiëaanwezige voorraad. Evenals het voorkomen van watermerk verticaal bij de [45 op] 60 en 80c Kreisler. Bij het verticale watermerk gaat het om papierdoorzicht IVd dat pas na 1939 in omloop kwam, met andere woorden afkomstig is van het materiaal dat in Haarlem in 1940 is blijven liggen. De 60c met verticaal watermerk zonder opdruk kan theoretisch net als de 50c Kreisler met watermerk in Nederland in 1940 aan het filatelistenloket zijn verschenen maar waarschijnlijker is het in 1946 verscheept naar Ned. Indië[met de 5, 10, 15, 25, 50, 60 en 80c Kreisler met watermerk] en "ontsnapt" aan het opdrukken! De 5, 10 en 15c werden overigens niet van een opdruk voorzien maar omdat er geen grote voorraden in Indiëvan waren geweest gewoon weer frankeergeldig. Op februari 1948 verscheen de "Pelita" toeslag-zegel met de 10c Kreisler met watermerk als basis-zegel. Boekdruk opdruk aangebracht door ??? Vooruitlopend op de officiële naamswijziging van "Nederlandsch-Indië" in "Indonesië" werden de Kon. Wilhelmina ontwerp Hartz-zegels van 1948 [resp. de 2 1/2 gulden ABNCo] voorbereid met "opdruk" "INDONESIA". Waar de bestaande voorraad bruikbaar was werden de zegels in boekdruk overdrukt door de N.V. Drukkerij G.C.T van Dorp & Co. Waar nieuw moest worden bijgedrukt werd door G. Kolff in twee-kleuren rasterdiepdruk [basis-zegel, zwart INDONESIA] zegels gedrukt. Alleen de 1 gulden kreeg offsetdruk van Kolff. |
Na de overdracht op 27 december 1949 moesten frankeerzegels worden voorzien van "R.I.S." ofwel Republiek Indonesia Serikat, als uiting van de federatieve gedachte. De Smelt-serie van 1949 werd hiervoor gebruikt behalve wat de 15sen [binnenlands brieftarief] aangaat. Hiervoor werd de gelegenheidszegel 15sen Vlag in formaat aangepast. De R.I.S. opdruk in boekdruk vond bij Kolff plaats alhoewel het meer voor de hand had gelegen deze in rasterdiepdruk aan te brengen tijdens een tweede drukgang. In de Speciale Catalogus wordt de RIS-serie nog net opgenomen omdat de "Verenigde Staten van Indonesië" passen binnen het Nederland en Overzee concept. Zodra in 1950 de éénheids-staat wordt uitgeroepen valt Indonesia buiten de boot. De portzegel-opdrukken van 1 april 1950, in zwarte boekdruk bij ???, hoewel duidelijk qua tijd nog binnen de RIS vallend, hebben de weg naar de Speciale Catalogus niet mogen vinden. De latere zogenoemde "opdrukken" zijn alle door Kolff in twee-kleuren rasterdiepdruk vervaardigde zegels:
|
Joh. Enschedé en Zonen, Haarlem Was het duidelijk dat het vooroorlogse beleid om de zegels in Haarlem te laten drukken niet meer te handhaven was, toch bleef de reactie alert. De Jubileum zegels voor Kon. Wilhelmina werden in 1948 door Kolff vervaardigd in rasterdiepdruk, maar toen inhuldigings-zegels voor Juliana moesten worden vervaardigd werd teruggegrepen op rasterdiepdruk van Joh. Enschedé en Zonen, en het gemeenschappelijke ontwerp voor het "Gemenebest". |
Het zouden niet de laatste zegels zijn van Ned. Indië/Indonesia die in Haarlem werden gemaakt. Parallel aan de hoge waarden van de Smelt-serie, de 1-25Rph, welke nog tot in 1955 in rasterdiepdruk bij G. Kolff zouden worden gedrukt, werd een begin gemaakt met een Rupiah-serie met het portret van President Soekarno. Uitgevoerd in éénkleuren rasterdiepdruk op een velinleg Palatia-pers. In twee tot drie afleveringen [november 1950, juli 1951, juli/augustus 1952] werden de 1, 2, 3, 5, 10 en 25 rupiah door Joh. Enschedé afgeleverd. In maart 1953 volgden, als eerste en enige oplage, de 1.25, 1.50, 2.50, 4, 6, 15, 20, 40, en 50 rupiah. De gehele serie is later ook nog in diverse oplagen gedrukt bij Pertjetakan Kebajoran, eveneens in rasterdiepdruk maar nu op een druk aan de rol pers, de Chambon. Er zijn duidelijk verschillen tussen de Enschedé en Kebajoran drukken. Daarover later meer als de postwaarden-productie van Kebajoran wordt besproken. |