HomeDe postwaarden-aanmaak door andere dan G. Kolff 1945-541951 Cijferserie

Pertjetakan Kebajoran 1955-nu

Geschiedenis

De geschiedenis van Pertjetakan Kebajoran is in de jaren '80 in Indonesia beschreven met de nadruk op de aanmaak van papiergeld. In "Percetakan Uang RI dari masa ke masa" [De geld-drukkerij van de Republiek Indonesia in de loop der tijden], Cukilan Fakta & Peristewa [feiten en gebeurtenissen]. Het werk bestaat uit 2 delen, met een 3e in voorbereiding [?]:

deel I
dari masa Perjuangan Fisik hingga Tahun 1957 [vanaf de Gewapende Strijd tot in het jaar 1957], uitgegeven in 1985
deel II
periode 1958-1971, uitgegeven in 1988
deel III
periode 1971 tot heden, nog niet uit?

Geheel geschreven in Bahasa Indonesia, maar met een woordenboek ernaast toch wel enigszins toegankelijk.

De geschiedenis van Pertjetakan Kebajoran N.V. sluit goed aan bij de problematiek van voor de tweede wereldoorlog. Dit maal echter kon een onafhankelijke republiek Indonesia duidelijke afspraken maken met de vooroorlogse leverancier van postwaarden. In een mantelovereenkomst tussen het Ministerie van Financiën van de Republik Indonesia {partij sub A} en Joh. Enschedé en Zonen, Grafische Inrichting B.V. {partij sub B} op 11 december 1951 vinden we:

..... de ondergetekenden overwegende dat het aan beide partijen wenselijk voorkomt dat het drukken van Indonesische bank- en munt-biljetten en andere waardepapieren in Indonesië dient te geschieden; dat om dit doel te bereiken zij in Indonesië te vestigen naamloze vennootschap wensen op te richten; dat partij sub B genoemd reeds een dergelijk bedrijf in Nederland exploiteert en het in haar belang acht om zich mede in het op te richten bedrijf te interesseren en dat zulks niet in strijd is met de Statuten harer vennootschap;...

.... verplicht zich tot het volgende a] Het ter beschikking stellen van de vennootschap van de door Joh. Enschedé en Zonen, Grafische Inrichting N.V. ter zake van het vervaardigen en drukken van bank- en muntbiljetten verkregen kennis en ervaring, welke ook van belang kunnen zijn voor het door de vennootschap uit te oefenen bedrijf; het geven van adviezen ten aanzien van de bedrijfsvoering; daaronder begrepen zowel zaken welke het algemeen beleid van het bedrijf betreffen als onderwerpen op het gebied van drukken, techniek en administratie van de vennootschap.....


De N.V. Pertjekan Kebajoran startte met ingang van 1 januari 1952 met de opzet om per 1 januari 1953 al in bedrijf te zijn. Met de bouw van het bedrijven-complex op de Djalan Palatehan no. 4 blok K5, Kebajoran Baru was enige tijd gemoeid. In maart 1955 werd het complex in bedrijf genomen, en op 12 mei werden de eerste postzegels gedrukt. De openings-plechtigheid vond plaats op 11 augustus 1955 in aanwezigheid van premier Mohammed Hatta, en de directeuren W.G. Bitter [vanuit Joh. Enschedé en Zonen] en Raden P. Soewondo.

De politieke verwikkelingen in de jaren daarna tussen Nederland en Indonesia leidde ertoe dat Pertjetakan Kebajoran net als vele andere bedrijven met nederlands kapitaal genationaliseerd werd. Naamsveranderingen inmiddels van Pertjetakan Kebajoran NV via PT [Perseroan Terbatas] P.K. [vanaf 10-01-1958] naar PN [Perusahaan Negara = staatsbedrijf] P.K. [vanaf 01-01-1963].

In 1971 vond een grote reorganisatie plaats waarbij naast het drukken van waardepapieren [oeang kertas] ook de munt werd betrokken.

De munt "ARTA YASA" waar het pasmunt [oeang logam] geslagen werd was in de vijftiger jaren met behulp van duitse experts van de Bayerische Münze in München opgezet. In bedrijf vanaf 12 december 1956, op het adres Djalan Dharmawangsa Raja no. 23 blok P, Kebajoran Baru. Plechtig in gebruikgenomen op 23 augustus 1957. Als eerste munten de aluminium 10 en 25s stukken met Garuda en de 50s kopernikkel met Diponegoro. Machinepark om te beginnen: 15 ex. MP Schuler 100 resp. 10 ex. MP Schuler 200.

Het nieuwe bedrijf kreeg de naam: PERURI = Perusahaan Umum [Algemeen Bedrijf] PERcetakan Uang Republik Indonesia, de benaming vanaf 15 september 1971 voor beide oude bedrijven, met als producten:

  • munt- en bank-biljetten
  • postzegels
  • fiscale zegels
  • cheques, certificaten
  • pasmunt
  • medailles


Nieuwe spelling

Na het beëindigen van de konfrontasi politiek met de Maleisische buurlanden werd overeengekomen de spelling van het Maleis en het Bahasa op elkaar af te stemmen. De belangrijkste wijzigingen:

  • dj -> j
  • j -> y
  • tj -> c

de verandering van oe -> u had al in het van de 50-er jaren plaatsgevonden. In plaatsnamen maar ook in bedrijfsnamen vinden we dit terug: Percetakan Kebayoran. Persoonsnamen echter bleven ongewijzigd: b.v. Presiden Achmed Soekarno! Hoe verwarrend dit is blijkt uit de poststempels Soekarnopura en Sukarnopura [ex Hollandia].


Productie

Nadat de Chambon op 12 mei 1955 al in gebruik was genomen volgden als eerste postzegels de Verkiezingen-zegels van 29 september 1955, in 1956 gevolgd door de 200 jaar Djokja zegels en de frankeerserie "Dieren". Zoals we in het overzicht van het machinepark kunnen zien konden met de Chambon-pers tot 3-kleuren in één drukgang vervaardigd worden. Aanvankelijk werden slechts éénkleurige zegels gemaakt. In 1957 volgden de Sukarno-zegels [ontwerp Irot?], 100 jaar Telegraaf, het vervolg van de "Dieren", en de Bloemen-serie welke als eerste zegels de 3 kleuren benutte van de Chambon. De consequentie van het slechts over 3 kleuren kunnen beschikken was dat de tekst [land- en waarde-aanduidingen] bijna altijd in blauw of rood waren. Met de primaire kleuren geel, magenta, en cyaan in combinatie met zwart hadden méérkleurige zegels gemaakt kunnen met een zwarte tekst. Om dit te kunnen doen zou de PERKEBA nog ruim 20 jaar moeten wachten.

Naast de aanmaak van postzegels [perangko] werden ook fiscale zegels vervaardigd. In 1956 nog alleen plakzegels [meterai tempel], vanaf 1957 plakzegels, wederopbouw-zegels [meterai pembengunan], radio-zegels, en loon-zegels [meterai upah].

Zoals het overzicht van het machine-park laat zien is de zegeldrukkerij maar een klein onderdeel en zijn de meeste machines gericht op het drukken van munt- en bank-biljetten. Bij de druk van biljetten is de plaatdruk-techniek erg belangrijk vooral de mogelijkheden om vervalsing tegen te gaan. De GIORI[-Lambert] techniek om met één enkele plaat tot 3 kleuren te drukken werd dan ook gehanteerd in de jaren 50. Als we kijken naar de Nederlandse postzegels dan is die techniek hier pas in 1952 [Rode Kruis zegels] voor het eerst gebruikt. Dat PERKEBA kon beschikken over de modernste technieken blijkt ook wel uit het feit dat een CHAMBON druk aan de rol pers in Nederland pas in 1960 =dus 5 jaar later= in gebruik werd genomen. Het gebruik van plaatdruk echter voor postzegels zou in de periode 1955-heden slechts beperkt blijven tot één zegel: de 500 rupiah met het portret van pres. Soeharto, van 11 maart 1983. Afgezien van de prioriteit die het drukken van bankbiljetten had [enorme inflatie sinds de eind jaren 60], de hogere kosten en het beperkte technisch geschoolde personeel [graveurs: Much. Gozjali, M. Sadjiroen] kunnen ook andere zaken een rol gespeeld hebben. Op 8 januari 1969 was op de plaatdruk-afdeling een grote brand uitgebroken. Alle 6 plaatdruk-persen waren beschadigd. Met de Konfrontasi politiek met Malaysia en de 30 september [1965] opstand nog op de achtergrond werd onmiddelijk gedacht aan sabotage. Pas jaren later [1973] zou het personeel hiervoor gerehabiliteerd worden. Naarmate de offset-afdeling met moderner materieel werd uitgerust werden de biljetten ook steeds vaker geheel in offset uitgevoerd. Offset-druk ten behoeve van postwaarden is echter nog niet gebeurd.

Praktisch alle zegels bij Pertjetakan Kebajoran gedrukt zijn uitgevoerd in rasterdiepdruk, aanvankelijk in tot 3-kleurendruk op de CHAMBON [een tweede exemplaar volgde in 1958], maar pas later in 1980 in 5-kleuren-druk.


Machine-park [drukpersen, perforeer-machines

in de periode 1955-70:

afdeling offsetdruk

5x Roland Faber 8 Schleicher RZ-I
2-kleuren 54x78cm; "natte" offset [waarvan 1x ex Haarlem]
1x Roland RZU-IV
2-kleuren 76x105; [vanaf maart 1954]
2xKoebau-Giori
"droge" offset Simultan 5-kleuren 50x70; [1e in 1959, 2e in 1964]

afdeling boekdruk algemeen c.q. Nomor [=nummer]

4x Halley
58x71cm; [3 al in 1955 aanwezig, de 4e in 1963?]
2xVictoria Front
54x74
1xVictoria degel
[sinds 1963?] 45x32
1xHeidelberg Automat
54x67
1xHeidelberg degel
[sinds 1963?] 45x32
2xKoebau-Giori Numerota 50x70
[1e in 1963, 2e in 1964?]
1xKelly Three K119

1xproef-pers van der Cook

1xperforeermachine Bickel 68cm


zegeldrukkerij

2x Chambon Multicolour 1789/670
3-kleuren; 27x34cm; [+1x Grover, type I]; [1e in 1955, 2e in april 1958]

plaatdrukkerij

5x Intaglio Koebau-Giori
2-platen 52x68cm; [2 in 1955, rest voor 1963]
1x Lambert-STIF
[tot 1963]
1x Kimber hand-pers
[tot 1963]


De standaardformaten voor postzegels

De zegelformaten komen overeen met de mogelijkheden van de op de Chambon-pers gemonteerde kam-perforeermachine. Qua formaat volgen ze de standaarden van JOHEZ:

notatie omschrijving periode voorbeelden
A 13 1/2:12 3/4 14/16 1956 dieren-zegels, porten
1980-> pres. Suharto
1956-> porten
2A 13 1/2:12 3/4 28/16 1957-73
1980->
C 12 1/2:12 15/19 1955-71
2C 12 1/2:12 30/19 1961-70

In 1962 echter wordt een oud standaard-formaat uit de tijd van de Topografische Dienst van stal gehaald:

notatie omschrijving periode voorbeelden
12 1/2 15/20 1968->
12 1/2 30/20 1962-> Asian Games e.v.
12 1/2 45/20 1967-68 Toerisme

Vanaf 1981 vinden we ook een variant die horizontaal perforeerde: kam 12 1/2 20/15 resp. 20/30. Aan losse zegels is dat alleen goed te zien aan de drukrichting die dan L of R is in plaats van B of O. Er zijn zegels bekend waarbij zowel 12 1/2 15/20 als 20/15 is gebruikt, meer daar over in de laatste aflevering.

Incidenteel vinden we nog andere formaten:

notatie omschrijving periode voorbeelden
12 1/2 20/20 1968-89 [Rechten v.d Mens,; Akabri, IAO, Sociale Dag]
13 1/4 24/34 1974 Pertamina
12 3/4:13 1/4 20/28 1983 Suharto 500rph [in plaatdruk]
14 1/4:12 3/4 30/16 1985 5 jarenplan 350.- [naast de gewone met kam 2A]; 40 jaar republik 350.- [naast de 140.- met 2A]; Dieren 75.-, en 150.- [naast de 300.- met 2A];
1986 Expo 75.- en 300.- [naast 150.- met 2A];
1987 Kunst en Kultuur 400.- [naast de gewone met kam 2A];
1988 Orchideen 500.- [naast kam 2A]; Kunst en Kultuur 55.-, 200.- en 250.- [naast 75.-, 100.-, en 120.- met 2A]; Blok Toerisme [naast velzegels met 2A]; Blok Vlinders [naast velzegels met 2A];
1989 Blok Flora [naast velzegels met 2A];
13 1/2:14 1981 FAO in offset [niet in Zonnebloem, wel in Michel, variant naast de rdd met K12 1/2 15/20, formaat verschil 29.5x21.5 i.p.v. 28.5x21.0mm]


Kam 12 1/2 15/20 resp. 30/20 [danwel 20/15 resp. 20/30] hebben op een zeker moment de oude Joh. Enschedé-standaard C resp. 2C vervangen. De Joh. Enschedé-standaard A resp. 2A kreeg als concurrent de kam 14 1/4:12 3/4 30/16. In de Zonnebloem catalogus vinden we geen spoor van deze fijnere tandingsmaat. In de MICHEL Übersee Band 4 worden de Indonesia emissies, in ieder geval de periode 1949-60, slecht gecatalogiseerd. Voor de jaren '80 echter is de MICHEL een nuttige bron. We vinden er in terug, met kam 14 1/4:12 3/4:

1985
5 jarenplan 350.- [ook met kam 2A]; 40 jaar republik 350.- [terwijl de 140.- 2A heeft]; Dieren 75.-, en 150.- [terwijl de 300.- 2A heeft];
1986
Expo 75.- en 300.- [terwijl 150.- 2A heeft];
1987
Kunst en Kultuur 400.- [ook met kam 2A];
1988
Orchideën 500.- [ook met kam 2A]; Kunst en Kultuur 55.-, 200.- en 250.- [terwijl 75.-, 100.-, en 120.- 2A hebben]; Blok Toerisme [terwijl velzegels 2A hebben]; Blok Vlinders [terwijl velzegels 2A hebben];
1989
Blok Flora [terwijl velzegels 2A hebben];
1990
Toerisme 200.- [terwijl 400.- en 500.- 2A hebben]; Blok London 90

Beide kamtandingen komen dus voor bij 3 zegels:

1985
Vijfjarenplan 350 Rp, MICHEL geeft de 2A tanding DM 3.70 resp. DM 2.50 en de fijne tanding alleen gebruikt DM 2.50.
1987
Kunst en Kultuur 400 Rp, MICHEL geeft de 2A tanding DM 1.90 resp. DM 1.10 en de fijne tanding alleen gebruikt DM 1.10.
1988
Orchideën 500 Rp, MICHEL geeft de fijne tanding DM 2.- resp. DM 1.35, de 2A-versie alleen gebruikt DM 1.35.]

Niet alleen de Zonnebloem zwijgt in alle toonaarden over deze tandingsvarianten, ook de Katalog Prangko Indonesia.


Nog een raadselachtige zegel die we alleen in de MICHEL terug vinden. Het betreft de offset-druk versie van de 1981 Wereld Voedsel-dag. Het op 16 oktober 1981 uitgegeven zegel is gewoon gedrukt in rasterdiepdruk op de Chambon bij Pertjetakan Kebajoran en heeft kamtanding 12 1/2 20/15. MICHEL echter geeft daarnaast nog een afwijkend beeldformaat [29.5x21.5mm i.p.v. 28.5x21mm], tanding [13 1/2:14] en drukprocédé [offset] op als tweede variant. Prijsstelling DM 2.50 resp. DM 1.10 voor beide versies!

De drukvel lay-out hangt samen met de afmeting van de drukcylinder voor de CHAMBON: 34cm breed, 27 cm in de omtrek. De zegels in het A- en C-formaat hebben vellen van 10x10, die in 2A- resp. 2C- vellen van 5x10 zegels.

De velranden zijn nogal gevarieerd bedrukt, zoals ook al eerder opgemerkt bij de Soekarno-zegels van 1951. Cylinder-nummers in het algemeen halverwege de boven- of ondervelrand voorafgegaan door een letter: b.v. A111, waarbij de 1-en in de verschillende kleuren.

Telcijfers op alle vier velranden, later tel-bedragen op de linker- en bovenvelrand. De tel-cijfers resp. -bedragen lopen in het algemeen met de klok mee op! Bij de afbeeldingen enkele voorbeelden van randbedrukking.


Papiergebruik

Het papier dat altijd zonder watermerk is heeft in de periode 1955-61 geen luminescente UV-reactie ofwel reageert "dof", "inert". Vanaf 1961 vinden we in steeds sterkere mater egaal in het papier verspeide wit fluorescente stoffen, d.w.z. wit oplichtend onder de UV-lamp maar niet nalichtend. Fosforescentie is niet gebruikt. Tot 1968 was het papier ongecoat, daarna zijn de zegels meestal gedrukt op gecoat papier. Vanaf begin 1985 wordt bij alle zegels een veiligheids-tekening aangebracht in druk dat met het blote oog in opzicht nog wel te zien is, maar pas goed zichtbaar wordt onder de UV-lamp. Het papierdoorzicht is vanaf het begin IIId resp. IIIb geweest met een korte periode waarin doorzicht I [1958-60] werd gebruikt.


Emissie-beleid

De jaren '50 waren nogal emotioneel in de betrekkingen tussen Nederland en Indonesia. Na het uittreden uit het Statuut [1954] kwam ook het verzamelen van Indonesia op een laag pitje te staan. De daarna volgende politieke processen en de nationalisatie van Nederlandse bedrijven, en vervolgens de strijd om Nieuw Guinea maakte het allemaal niet beter. Als we thans terug kijken naar het emissiebeleid dan valt het tot eind 1965 best mee. In 1961 vier blokken voor het toerisme en de wat langere bijzondere emissies [Asian Games, Helden] waren enigszins ongewoon voor de nederlandse verzamelaar. Met de val van Soekarno, en het opnieuw aanknopen van handelsbetrekkingen begon pas het echte filatelistische rottingsproces. Tussen 1966 en 1971 verscheen een groot aantallen blokken waaronder enkele destijds moeilijk verkrijgbare.

Rond 1974 wordt Nederland overstroomd met drukuitschot van Indonesische zegels. Ijland en van Reijen proberen met hun catalogus dit drukuitschot enige verzamelwaardige status te verlenen. Voor een deel is dit nog gelukt ook, met name waar het om kleur-varianten van bestaande zegels gaat. In Nederland heerste in de tweede helft van de 70-er jaren een postzegelboekjes rage. De Nederlandse filatelistische adviseur van de Indonesische PTT haakt hier gretig op in. In 1978-79 verschijnen enkele postzegelboekjes met combinaties van niet alleen frankeerzegels maar ook bijzondere uitgiften, 3-zijdig getand, afgewisseld met Andreas-kruizen, tot boekje versneden met de kruizen boven resp. onder. In 1977 verschijnen ook de eerste blokken ter gelegenheid van exotische postzegeltentoonstellingen zoals de Amphilex, Essen, Dortmund, London, Wenen, Parijs enzovoorts. Een effectieve verzamelaars-exploitatie in navolging van harde-valuta nastrevende landen als Bulgarije en Roemenië.


Na de geldhervorming van 1 januari 1966 [1000 Rph voortaan 1 Rph] was het gebruik ontstaan om bij langlopende zegels het jaartal al of niet gevat in het staatswapen de Pantjasila op te nemen. We vinden terug bij bijvoorbeeld de [tweede] Pres. Soekarno emissie met 65, 66, en 67; de expresse-zegels met 67, 68, en 69.

Een apart verhaal vormen de Portzegels naar ontwerp van Snoek. Met een tweede drukgang wordt een ondergrond met 66, 67, 73, 74 en 75 aangebracht. De 25 Rph met 74, en de 125 Rph met 76 vinden we slechts gecatalogiseerd door Zonnebloem, MICHEL kent ze niet. De éénkleurige 100 sen zou in 1969 opeens uitgebracht zijn zonder jaartal in pantjasila, met een frankeerwaarde in "sen" in plaats van in "rupiah". Bij MICHEL is de zegel niet bekend, en in de Prangko staat de zegel alleen postfris. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat het gaat om een zegel met groene "66" of "67" waarvan de groene druk nooit is aangebracht, drukuitschot dus!

Een aangepaste Snoek tekening verschijnt vanaf 1976 met onderin de tekening het jaartal 1976, 1977, 1979, en 1980. In 1978 verschijnt een stortvloed van overdrukte "muziekinstrument" zegels uit 1967. Verschillende "overdruk"-waarden komen naast elkaar gedrukt voor. Wie houdt de verzamelaar voor zo stom? Een nieuwe tekening portzegels verschijnt vanaf 1980 met het jaartal onderin. Met het jaartal 1984 vermeldt Zonnebloem de 25, 50, 125 en 500 Rph. De MICHEL kent ze geen van 4-en, de Prangko kent de 125 Rph niet!!

De Sumbangan Ongkos Cetak zegels worden wel door Zonnebloem en Prangko opgenomen, niet door de MICHEL die ze terecht als leges zegels ziet zonder postale functie. Net als bij de porten worden ze vanaf 1968 tweekleurig uitgevoerd met jaartallen erbij. De 100 Rp uit 1984 weet alleen de Zonnebloem te melden, de Prangko niet!

In de periode 1982-84, 1988-89 verschijnen weer tientallen blokken. Dit gevoegd bij de manipulatie rond de zogenoemde "port-zegels" is er voldoende garantie dat Indonesia nog enige tijd in één adem genoemd zal worden met verzamelaarsvriendelijke landen zoals Bulgarije, Roemenië, Nicaragua, Paraguay, en Guyana.

(!pagina_

In de vorige aflevering was een paragraaf gewijd aan het emissie-beleid van de Republiek Indonesia. Gelukkig voor de verzamelaars is het niet altijd mogelijk om wat er aan zegels over de loketten komt te manipuleren. "Normale" productie-problemen met papier, druk- en perforeermachines leidden er vaak toe dat volkomen reguliere varianten van postzegels, meestal de langlopende frankeerzegels maar ook soms de bijzondere uitgiften, aan de loketten verschijnen. Deze varianten die zich qua papier, druktechniek, drukrichting, rastermaat, perforatie e.d. onderscheiden worden vaak niet direct herkend door de verzamelaars. En als ze dan wel "ontdekt" zijn en beschreven in de literatuur, is het vaak afhankelijk van de aanwezige voorraad bij de handelaars of de varianten in de [handelaars]catalogi worden opgenomen. Dit geldt uiteraard niet alleen voor Indonesia!

In de tweede aflevering is bij de emissies t/m 1954 al het nodige aan varianten genoemd waarvan sommige met veel pijn en moeite een catalogus-status hebben bereikt maar de meeste niet. In deze laatste aflevering ligt de nadruk op de langlopende frankeerzegels vanaf 1956, en op enkele bijzondere uitgiften, waaronder een semi-permanente serie Vierde Vijfjarenplan uit 1985, waarbij nogal wat spectaculaire ontdekkingen gedaan zijn.



Copyright © Printing Matters (contact Rein Bakhuizen van den Brink)
Last updated on November 19, 2018

HomeDe postwaarden-aanmaak door andere dan G. Kolff 1945-541951 Cijferserie