1. Overzichts-tabel nr waarde kleur uitgifte vroegste A B C datum postzegels: 1 25c rood a x 15-10-54 b x c ? 2 30c groenachtig blauw a x 15-10-54 b x c ? 3 40c oranje a x 01-12-60 b x 4 45c sepia a x 01-02-58 b x c x 5 55c blauwgroen a x 15-10-54 b x c x 6 80c violetgrijs a x 15-10-54 7 85 bruinrood [karmijnbruin] a x 01-09-56 b x 8 100 violet b x 01-12-59 c ? 9 200 oker c x non-emis A = UV-reactie D[of], papierrichting |, doorzicht IIId B = UV-reactie V[uilig wit], papierrichting |, doorzicht 'IIId C = UV-reactie V[uilig wit], papierrichting(!arr_lr) , doorzicht III? briefkaart: uitgifte vroegste datum 10 7c bruin 01-05-57 luchtpostblad: uitgifte vroegste datum 15c groen 11 op groen, 2-talig, 50grams, geen tekst op sluitklep 15-06-54 12 op groen, 2-talig, 50grams, "ouvrir ici, hier openen" op sluitklep ?- ?-57 13 op groen, 1-talig, 60grams, geen vouwstreep ?- ?-60 14 op groen, 1-talig, 60grams, met vouwstreep ?- ?-61 15 non-emis 35c paars 16 op groen, 50grams, lengte "par avion/per luchtpost" 55 1/2 15-08-55 17 op grijsgroen, 60grams, lengte "par avion/per luchtpost" 55 1/2 geen vouwstreep ?-08-58 18 op grijsgroen, 60grams, lengte "par avion/per luchtpost" 54 1/2, geen vouwstreep ?- ?-60 19 op grijsgroen, 60grams, lengte "par avion/per luchtpost" 54 1/2, met vouwstreep ?- ?-60 20 non-emis 2. Beknopte geschiedenis/Achtergrond-informatie: De emissie Juliana "en face" was niet zo'n groot succes van Sem Hartz. Het gebruik van een beeltenis "en face" was een experiment geweest. Zowel voor Nederland als voor de Overzeese Gebiedsdelen werd gewerkt aan een vervangende langlopende frankeerserie. Sem Hartz ontwierp de nieuwe "en profile" aan de hand van een geboetseerde kop van H.M. Koningin Juliana. De nieuwe "en profile" werd voor de Nederlandse frankeerzegels in klein [=A] formaat gebruikt gedrukt in rasterdiepdruk, en voor de guldenswaarden in medium [=C] formaat in plaatdruk. De Nederlandse Antillen en Suriname namen het ontwerp niet over, anders dan daarvoor geschied was met de "en face". In december 1954 verschenen voor Nederland, Nederlandse Antillen en Suriname de Statuut-zegels waarin het "en profile" portret was opgenomen. Aangepast "en profile" portretten werden nog wel gebruikt bij de langlopende eilanden-serie van Harry Disberg voor de Nederlandse Antillen van 1957 met het portret naar rechts gericht, en voor de guldenswaarden Suriname van Sem Hartz van 1959. Voor Nederlands Nieuw Guinea verschenen er geen Statuut-zegels, wel een aan het medium-formaat [=C] aangepast "en profile" tekening door Sem Hartz. Op 15 oktober 1954 verschenen de eerste waarden: 25, 30, 55, en 80 cent. Vreemd genoeg weer een 80 cent, die bij de "en face" overbodig was geworden. Na 1954 zouden nog enkele waarden verschijnen waarvan de bestemming niet even duidelijk is: Eerst verscheen een 85 cent op 1 september 1956, gevolgd door de 45 cent op 1 februari 1958. De 45c diende sinds 01-07-51 ten behoeve van luchtpostbrieven t/m 5g naar Indonesia: 25c [port t/m 20g] + 20c [luchtrecht per 5g]. Er bestond een intensief luchtpostverkeer tussen NNG en Indonesia, hoofdzakelijk luchtpostbrieven t/m 5g. Voor zwaardere luchtpostbrieven waren een 65 cent en een 85 cent mogelijk niet onwelkom. Echter na 1956 werd het luchtrecht verhoogd tot 25c/5g, waarmee dat bestaansrecht voor de 85 cent verviel. Dezelfde luchtpostbrief t/m 15g die eerst 85 cent kostte zou nu met Ÿ 1.- beplakt moeten worden. Op 1 december 1959 verscheen de Ÿ 1.-. Een 40 cent verscheen precies een jaar later op 1 december 1960. Voor het binnenlandse verkeer werd een briefkaart van 7 cent uitgegeven, de opvolger van de al in juli 1951 achtergehaalde 5 cent van Krimpen. Voor het buitenland moest worden bijgeplakt met 10 cent tot 17 cent. De briefkaart werd zeer veel in het binnenland gebruikt voor aanvragen van platen voor een populair verzoekplatenprogramma van de R[adio] O[mroep] N[ieuw] G[uinea]. Ook tijdens de UNTEA-periode hoofdzakelijk voor dit doel. Extra bijplakken met 53c. De PTT betaalde de RONG tegen inlevering van de kaarten het extra geplakte bedrag minus 3c administratiekosten uit. Het binnenlands luchtpostblad van 15 cent werd in 1954 uitgegeven. Na de uitgifte van het binnenlandse luchtpostblad vroeg de Gouverneur van NNG, dr. J. van Baal, zich in verwondering af waarom de NNG Postdienst geen luchtpostblad voor internationaal verkeer had. Als excuus werd de excentrische ligging van NNG ten opzichte van de rest van de wereld aangevoerd. Niettemin werd toch vrij snel daarna een bestelling voor 35 cent luchtpostbladen geplaatst. Het tarief van 35 cent gold voor Nederland, Ned. Antillen en Suriname, en nabij gelegen landen als China, Indonesia, andere Aziatische landen en Australië. Voor Noord-Amerika en overig Europa werd de frankering op 45 cent gesteld, voor overig Zuid_Amerika en Zuid-Afrika op 55 cent. Bijfrankering met resp. 10 cent en 20 cent was derhalve nodig en toegestaan. Ook het 15c luchtpostblad kon met bijfrankering voor buitenlands verkeer worden benut. Vandaar de twee-talige teksten: Nederlands en Frans, te taal van de wereldpostvereniging. In 1960 vervielen de Franse-talige teksten. Desondanks bleven de luchtpostbladen van 15c geldig in het internationale verkeer. De 80 cent zouden blijkens PTT-nieuws van februari 1956 no 5, en Persbericht 775/21 van 14-02-56 niet meer worden aangemaakt en uitverkocht. De andere waarden daarentegen bleven in roulatie en geldig tot het einde van het nederlandse bestuur op 30 september 1962. Verwonderlijk bleek er van de 80 cent toch nog voldoende voorraad te bestaan om een eerste oplage UNTEA te kunnen maken! Eveneens vreemd is het dat, op een tijdstip dat de overdracht van Ned. Nieuw Guinea al haast onvermijdelijk is, op 21 mei 1962 nog nieuwe bestellingen geplaatst worden, niet alleen van reeds bestaande waarden maar zelfs van de nog niet eerder uitgebrachte Ÿ 2.-!! De indonesische invasies hadden al plaats gevonden, internationaal stond Nederland onder grote politieke druk om Nieuw Guinea over te dragen aan Indonesia, en op 15 augustus 1962 wordt een overeenkomst bereikt. Niettegenstaande dit alles wordt de bestelling van 21 mei [minus de Ÿ 2.-] op 24 juli 1962 per schip naar NNG gestuurd alwaar dat op 26 september aankomt, nog net een paar dagen voor het einde van het nederlandse bestuur. 2.1. Correspondentie/Dienstorders/Aankondigingen: 2.1.1 Interne Correspondentie: Schrijven Adv. 21-09-56 nr 2944.106 7c briefkaart [1e oplage], Schrijven Adv. 18-02-60 nr 3.178.106.20 7c briefkaart [2e oplage]. Schrijven Adv. 11-11-53 nr 3.378.41.2 15c postblad [1e oplage] Schrijven Adv. 10-05-61 nr 3.404.106.2.10 15 en 35c postblad wijziging sluitklep Schrijven Adv. 24-02-55 nr 617.106 35c postblad [1e oplage] Schrijven Adv. 27-06-56 nr 2021/106 35c postblad [2e oplage] Schrijven Adv. 07-03-58 nr 3.184.106.2.4 35c postblad [3e oplage] Schrijven Adv. 18-02-60 nr 3.178.106.2.10 35c postblad [4e oplage] Schrijven Adv. 07-03-61 nr 3.205.106.2.10 35c postblad [5e oplage] 2.1.2. Dienstorders H 771bis el 5:13-10-54 25, 30, 55, 80c PB 775/21 l 5:14-02-56 80c H 554 l 5:30-08-56 85c H 40 l 5:23-01-58 45c H 633 l 5:05-11-59 100c H 612 l 5:10-11-60 40c PB 2815/116 l 5:07-11-60 40c 3. Druktechnische gegevens: 3.1. Verschijningsvorm: De zegels verschenen in loketvellen van 10x10. 3.2. Druk/drukvorm: Zowel zegels als postwaardestukken zijn uitgevoerd in rasterdiepdruk, bij Joh. Ensched(!eacutus) en Zonen, Haarlem, de tekening en teksten voorzien van rastermaat R80. De zegels en de briefkaarten zijn gedrukt op een velinleg Palatia-pers. De luchtpostbladen op de druk aan de rol persen Albert Frankenthal, later op de Chambon druk aan de rol pers. De cylinders voor de zegels hebben aanvankelijk de grootte van (!eacutus)(!eacutus)n loketvel: 29 1/2x36 1/2cm, en omvatten 10x10 zegels. Bij de laatste bestelling van 21-05-62 zijn de cylinders anders opgemaakt: de zegelbeelden zijn een kwartslag gedraaid en de cylinder omvat nu 2x10x10 zegels, met andere woorden twee loketvellen groot. Het zijn cylinders voor de 25, 30, 45, 55c, 100 en 200c. Het drukvel is dan ook groter: 40x60cm. De briefkaarten hebben een drukcylinder ter grootte van 20 kaarten. De luchtpostbladen hebben een drukcylinder ter grootte van drie bladen. Op de Albert Frankenthal zaten 3 luchtpostbladen naast elkaar op de cylinder. Ze werden op een aparte machine uitgestanst en gegomd. Bladen niet voorgevouwen. Op de Chambon eveneens drie luchtpostbladen naast elkaar. Direct na de druk volgde het stansen, het gommen en het vouwen. Bij de postbladen kunnen we drie subtypen onderscheiden: I 2815/accent op 2e "E" van "expediteur": dun II 2815/accent op 2e "E" van "expediteur": dik III2815/accent op 2e "E" van "expediteur": driehoekig 3.3. Perforatie en Formaat: De postzegels zijn geperforeerd op de GROVER perforeermachine met kam C = 12 1/2:12 15/19 tanden. Het perforatiebeeld is: d/0/1/d. De grootte van de perforatie-gaten varieert van zeer groot en rafelig [b.v. 25c 4e oplage], tot wat kleinere gaten [b.v. 55c 1e oplage]. 3.4. Velrandbedrukking: Telcijferscent o1-10 links, en 10-1 rechts van boven naar beneden. Er zijn twee typen telcijfers: grove, "9" met ophaal naar boven [30c, 45, 55, 80, 85c] of smallere "9" zonder ophaal [40c, 1.-]. Knip/Ponsscent oin de boven- of onderrand, bij de 21-05-62 bestelling op de linker- of rechterrand. Markeerboogjet oten behoeve van de perforatie in het algemeen boven de zegels 5/6 en onder 95/96: 25c, 30c, 40, 55c, 80c, 1gld etsing 1. Boven 6 / onder 96: 45c etsing 1, 85c. Bij de 100 etsing 2 doorgeprikt boven 6 en onder 96, niet doorgeprikt boven 5 en onder 95. Etsingnummerst oboven zegel 6, behalve bij de 45c etsing 2: boven zegel 5, en bij de 100 etsing 2: boven zegel 7. Bij de 55c etsing 2 is het etsingnummer door de 1 heen, verder een deuk in telcijfer 5. 3.5. Papier: De zegels zijn gedrukt op plaatdrukpapier [oudste oplagen] of profes-papier [latere oplagen], gom arabisch. De UV-reactie is D[of] voor het plaatdruk-papier en V[uil] voor het profes-papier. Voor de verdeling over de oplagen: zie de tabel. Het papierdoorzicht is: IIId en 'IIId, de papierrichting is: |, echter(!arr_lr) [bestelling 21-05-62], zie ook de tabel. 3.6. Velpositie-kenmerken: Geen bekend. Luchtpostbladen 15 en 35c: Aan de rol gedrukt op papier van de Nederlandse postbladen, op de Albert Frankenthal, later op de Chambon. bestel- kleur vouw- talig papier maten druk- druk- nr ling zegel streep kleur doorzicht gewicht pers richting 15 cent 11 447 smaragdgroen - 2 heel licht- groen O 50 157/128, 55 1/2 AF L 12 705 donkergroen - 2 groen 'I 50 132/102, 55 1/2 AF L, R 13 081 donkergroen - 1 grijsgroen III 60 132/102, - AF L 14 560 donkergroen + 1 grijsgroen 60 128/109, - Ch L 15 088 ? non-emis wijziging sluitklep 35 cent 16 914 paars - 2 groen I 50 132/102, 55 1/2 AF L 436 donkerpaars - 2 groen I 50 132/102, 55 1/2 AF L 17 100, 191 paars - 2 grijsgroen III 60 132/102, 55 1/2 AF L 18 082 paars - 2 grijsgroen III 60 132/102, 54 1/2 AF L 19 561 paars + 2 grijsgroen III 60 128/109, 54 1/2 Ch L 20 089 ? non-emis wijziging sluitklep De kolom maten heeft betrekking op de sluitklep. Er zijn 3 afmetingen: -tsingnu157/128mm, geen tekst op de bovenste sluitklep -tsingnu132/102mm, "ouvrir ici / hier openen" tussen twee pijlen [alleen 15 cent twee-talig, 2e oplage, en 35c] -tsingnu128/109mm, geen vouwstreep Verder is er variatie in de lengte van "par avion / per luchtpost", 55 1/2 resp. 54 1/2mm. Dit speelt niet bij de 1-talige 15c. Het papier-gewicht van 50g/m2 komt per postblad neer op 2.3gr, dat van 60g/m2 op 2.8gr. 4. Oplagen: 4.1 Oplagen- en bestellingen-cijfers: bestelling aflevering nr BOPTT datum aantal 1e afl. gaaf pons [pos.] ets. druk- papier nummer richting 25c 588 14-05 12.500 14-06-54 11.516 K7[92/93] I L D IIId| 189 30-06 6.000 16-07-58 5.248 P2 I L V 'IIId| 076 23-02 8.500 22-03-60 7.756 13[3] I L V III | 556 30-03 4.000 15-05-61 3.792 10 I L V0 III | 077 21-05 1.500 17-07-62* 1.203 12 2 ? V III(!arr_lr) ------ 29.605 30c 589 14-05 10.500 15-06-54 9.886 K9[92/93] I L D IIId| 077 23-02 3.500 23-03-60 2.862 P14[98] I L V III | 078 21-05 1.000 17-07-62* 867 13 2 ? V III<-> ------ 13.615 40c 554 20-05 9.000 18-06-59 7.051 1 [3, 97/98] 1 L D 'IIId| 2 O V 'IIId| 45c 703 05-04 5.000 16-09-57 4.472 10 o 1 L D 'IIId| L V 'IIId| 079 21-05 1.000 17-07-62* 852 1 [20] 2 O V III(!arr_lr) ----- 5.324 55c 590 14-05 10.500 15-06-54 9.866 K18[92/93] 1 L D IIId| 704 05-04 6.000 16-09-57 5.559 P11 o 1 L D III | 190 30-06 6.000 17-07-58 5.348 1 [3] 1 L V 'IIId| 557 30-03 5.500 17-05-61 5.081 3 1 L V III | 080 21-05 2.500 17-07-62* 2.139 2 [11] 2 O V III(!arr_lr) ------ 27.993 80c 591 14-05 4.500 14-06-54 4.126 K17 [8] I L D IIId| * Op 24-07-62 naar NNG gestuurd, daar op 26-09-62 om 12.08 te Hollandia aangekomen per schip: "M.S. Roepat". Van de 25c 1300 [dus meer dan 1203 als gaaf over van de bestelling 077!], van de 30c 300, en van de 55c 1900 vel [geen van alle in NG gebruikt], van de 45c 450 vel, en van de 1.- 1300 vel [wel gebruikt in NG voor UNTEA]. De 2.- is nooit verstuurd en later vernietigd. Geen bestellingen tussen 14 mei 1955 en 30 juni 1958 behalve voor de 45c en 55c op 5 april 1957 en voor de 85c op 16 april 1956. 4.1 vervolg bestelling aflevering nr BOPTT datum aantal 1e afl. gaaf pons [pos.] ets. druk- papier nummer richting 85c 363 16-04 3.500 24-05-56 3.122 12 o 1 L D IIId| 078 23-02 1.500 28-03-60 1.143 6 1 L V 'IIId| 558 30-03 2.500 15-05-61 2.255 5 1 L V III | ----- 6.520 1.- 555 20-05 3.000 15-06-59 2.515 2 b 1 L V 'IIId| 079 23-02 2.500 29-03-60 2.129 5 b 2 L V III | 080 21-05 1.500 17-07-62* 1.353 4 3 ? V III(!arr_lr) ----- 5.997 2.- non-emis 082 21-05 500} 15-08-62 2.030 3 1 ? V III(!arr_lr) 2.000} briefkaart: 7c 550 21-09 26-10 240.000 22-01-57 223.500 B D IIId | 080 24-02 23-02 240.000 08-03-60 233.500 B D 'IIId | luchtpostbladen: 15c 447 11-11 29-12 450.000 26-01-54 394.506 705 25-03 05-04 600.000 25-07-57 568.700 081 24-02 23-02 300.000 25-04-60 271.200 560 07-03 30-03 300.000 19-04-61 300.001 088 27-04 21-05 ca300.500 02-07-62 300.500 non-emis 35c 914 24-02 01-03 349.998 01-04-55 304.003 436 27-06 28-06 360.000 06-08-56 333.000 100 07-03 10-03 350.001 20-05-58 321.000 191 27-06 30-06 500.001 08-08-58 458.800 082 24-02 23-02 600.000 13-04-60 553.203 561 07-03 30-03 500.000} 07-04-61 500.002 2} 089 27-04 21-05 500.500 20-06-62 500.500 non-emis Papiersoorten: IIId(!arr_ud) [vanaf 18-04-58] en 'IIId(!arr_ud) [20-09-62]. 4.2. Varianten: A UV-reactie D[of], papierrichting |, doorzicht IIId 25, 30, 40, 45, 55, 80, 85 cent B UV-reactie V[uilig wit], papierrichting |, doorzicht 'IIId 25, 30, 40, 45, 55, 85, 100 cent C UV-reactie V[uilig wit], papierrichting(!arr_lr) , doorzicht III? 25, 30, 45, 55, 100, en 200 cent Alle C-varianten zijn besteld op 21-05-62 en zijn nooit als postzegels op NNG gebruikt. De 200 is zelfs nooit uitgegeven. Van de andere waarden is het gros overdrukt met UNTEA, enkele waarden zijn via de filatelisten-loketten in omloop gekomen. 5 Verzending en verbruik: 5.1. Verzending postwaarden: aflevering verzending 1e afl. gaaf briefkaart: 7c 22-01-57 223.500 13-02-57 08-03-57 08-03-60 233.500 24-03-60 233.500 luchtpostbladen: 15c 26-01-54 394.506 06-02-54 100.000 19-06-54 294.000 25-07-57 568.700 16-08-57 300.000 23-09-57 268.000 25-04-60 271.200 22-04-60 270.000 19-04-61 300.001 17-05-61 300.000 02-07-62 300.500 26-07-62 300.000 * 35c 01-04-55 304.003 13-05-55 303.000 06-08-56 333.000 17-08-56 180.000 22-09-56 153.000 20-05-58 321.000 24-05-58 120.000 28-06-58 201.000 08-08-58 458.800 06-09-58 458.000 13-04-60 553.203 13-04-60 553.000 07-04-61 500.002 17-05-61 500.000 20-06-62 500.500 26-06-62 500.000 * * Op 24-07 naar NNG gestuurd, daar op 26-09-62 om 12.08 te Hollandia per schip: "M.S. Roepat" aangekomen. Niet meer in omloop gebracht. Ook niet later met UNTEA. De achterzijde heeft het omlijnde gedeelte met "Niets Insluiten" op vier regels. 5.2 Verbruik: NNG Filatelie-loketten verstr. ret. verk. verstr. ret. verk. tot. verniet. derden anders verk. 25c 28.550 - 26.140 607 60 547 26.687 473 35 2.410 UNTEA 30c 12.000 - 9.780 604 57 547 10.327 1.038 30 2.220 UNTEA 40c 5.500 - 3.470 780 75 705 4.175 822 24 2.030 UNTEA 45c 3.950 - 2.580 700 77 623 3.203 726 25 1.370 UNTEA 55c 26.900 - 25.490 597 58 539 26.029 520 34 1.410 UNTEA 80c 3.000 - 2.540 621 65 556 3.096 546 24 460 UNTEA 85c 5.000 - 3.700 629 97 532 4.232 957 31 1.300 UNTEA 100 4.900 - 2.910 655 92 563 3.473 509 23 1.990 UNTEA 200 2.030 De kolom "anders" ontstaat door het verschil tussen in NNG verstrekt, retour en verkocht. briefkaart 7 cent: postblad 15 cent: postblad 35 cent: 5.3 Uitgesplitst per jaar: 25 30 40 45 55 80 85 100 200 jaar Naar NNG 1954 10.000 8.000 - - 8.000 3.000 - - 1956 - - - - - - 2.000 - 1957 - - - 3.500 5.000 - - - 1958 6.000 - - - 6.000 - - - 1959 - - 5.500 - - - - 1.000 1960 7.500 2.500 - - - - 1.000 2.000 1961 3.000 - - - 4.500 - 2.000 600 1962 2.050 1.500 - 450 3.400 - - 1.300 Terug NNG 1954-62 - - - - - - - - Naar fil. loketten 1954 292 292 - - 292 292 - - 1955 7 7 - - 7 7 - - 1956 26 23 - - 23 29 408 - 1957 32 38 - - 32 38 17 - 1958 51 50 - 549 51 53 46 - 1959 5 5 - 5 4 3 27 535 1960 50 49 568 32 43 42 36 9 1961 26 22 125 21 29 29 21 28 1962 118 118 87 93 116 124 98 83 Terug fil. loketten 1954 1 1 - - - - - - 1955 3 3 - - - 3 - - 1960 1 1 - 22 1 1 25 23 1962 55 55 75 55 57 61 72 69 Vernietigd 1963 473 1.038 822 726 520 546 957 509 2.030 4.3. Kleurnuances: 25 centurood [1e oplage] centurood [1lichtrood [2e oplage] centurood [1dieperrood [3e-5e oplage] 30 centudiepblauw [1e oplage] centudiepblauindigoblauw [2e oplage] centudiepblaudiep indigoblauw [3e oplage] 45 cent olijfgroen [1e oplage] centudiepblaudonkerolijfgroen [2e oplage] 55 centugroenblauw [1e-2e oplage] ntudieper groenblauw [3e-4e oplage] ntugroenblauw [5e oplage] |