1. Overzichts-tabel
|
2. Beknopte Geschiedenis/Achtergrond-informatie: De landsaanduiding was tot 1954 Nieuw Guinea, daarna pas Nederlands Nieuw Guinea. Op 2 januari 1950 werden de eerste zegels van het cijfertype en van het "en face" type voor het publiek verkrijgbaar gesteld. Deze zegels waren alleen in Hollandia te koop; andere plaatsen konden niet tijdig van deze zegels voorzien worden. Tot 1 april 1950, de dag van de geldsanering, bleven daarom de koerserende postzegels van Nederlandsch Indië / Indonesia geldig. Op 1 augustus 1950 verschenen de 3, 4, 12 1/2 cent van het cijfertype, en de 50 en 80c "en face". Oorspronkelijk was het de bedoeling geweest om de eerste zegels van Nieuw-Guinea op 28 december 1949 in omloop te brengen. Door problemen die samenhingen met de soervereiniteits-overdacht, heeft men blijkbaar van dit voornemen af te zien. Het overgrote deel van het PTT-personeel vertrok namelijk naar Indonesia en de noodzakelijke verbindingen ontbraken. Die problemen leidden er ook toe dat niet alle postinrichtingen tijdig bevoorraad konden worden met de nieuwe zegels. De frankeerwaarden zijn gebaseerd op de post-tarieven van Nederlandsch Indie van 01-10-47. Pas op 01-07-51 volgde de eerste tariefs-wijziging in de nieuwe politieke constellatie. Ondertussen was [wanneer precies??] net als in Nederland de halve-cent afgeschaft. |
1 cent braille-zending t/m 1 kg [1c per kilo]; aanvullingswaarde 2 t braille-zending 1-2kg; aanvullingswaarde 2 1/2c aanvullingswaarde ten opzichte van de 7 1/2c en 12 1/2c 3c binnenlands drukwerk t/m 50g [3c per 50 gr] 4c buitenlandse drukwerk t/m 50g [4c per 50g] UPU-kleur: groen 5c binnenlandse briefkaart; ook briefkaart naar Nederland, Ned. Antillen en Suriname 7 1/2c locale brief t/m 20g [7 1/2c per 20g] [tot 01-07-51] 10c interlocale brief t/m 5g 12 1/2c buitenlandse briefkaart UPU-kleur: rood buitenlandse brief: elke 20g boven de eerste 20g postwissel t/m fl 5.- De tarieven waren in Nieuw-Guinea tot 1 juli 1951 geldig, daarna werden de 2 1/2, 7 1/2 en 12 1/2 cent overbodig. Hoewel gebruikelijk om vanaf de laagste waarde voor binnenlandse briefpost de beeltenis van H.M. de Koningin te gebruiken, werden voor alle waarden tot en met de 12 1/2c de cijfertekening gebruikt. De postwaardestukken waren twee-talig: nederlands en maleis. Een aparte papierprijs van 1c werd berekend voor de verhuiskaart, briefkaarten, en postblad. Niet voor de luchtpostbladen [zie "En Profil"]. Met ingang van 1 september 1953 mocht het postblad bijgefrankeerd worden met 25 cent voor verzending naar Nederland, Indonesia, de Nederlandse Antillen en Suriname. Van 2 februari 1950 tot 1 oktober 1951 mochten frankeerzegels gebruikt worden voor de kwijting van [fiscale] zegelrechten. In verband met het aanzienlijke tekort op de exploitatie, werden met ingang van 1 juli 1951 alle posttarieven verhoogd. Daarom werd besloten om de zegels van 2 1/2, 3, 4, 7 1/2, 12 1/2 en 80c niet meer aan te maken en om de volgende nieuwe waarden in te voeren: 6, 7, 17, 30, 45, en 55 cent, en Ÿ 2.-. De eerste waarde is nooit verschenen en de zegels van 7 en 17 cent verschenen pas in 1959! In 1955 werd besloten om de zegels van 2 1/2, 7 1/2, 12 1/2, 50 en 80 cent "zo spoedig mogelijk op te ruimen door ze te gebruiken voor frankeringen van dienstwege, zoals voor betaling door geadresseerde". Begin 1956 werd besloten de 1, 2, 5, en 10 cent niet meer aan te maken en deze zegels verder uit te verkopen. Dat laatste gold ook de 15 cent "en face", die evenals de 1, 5, en 10 cent vervangen zou worden door een zegel van de serie Paradijsvogels. [Persbericht PTT 775/21 14-02-56, PTT Nieuws Februari 1956 no. 5] Eind 1956 1956 werd het postblad van 10 cent uit de verkoop genomen. Het postblad bleef geldig tot 1 januari 1958. Met ingang van 1 januari 1957 werd de verhuiskaart uit de verkoop genomen. Ook de verhuiskaart bleef geldig tot 1 januari 1958 [Register Besluiten PTT 21-11-56 no 559/Post]. De overige waarden bleven geldig tot en met 30 september 1962, het einde van het Nederlandse bestuur. |
2.2 Interne Correspondentie: Schrijven Adv. PTT 12-12-49 nr 5136: 1c Schrijven Adv. PTT U en OG 22-12-49 nr 5321 Gld: 10c postblad Schrijven Adv. PTT aangelegenheden de Unie en de Overzeese Rijksdelen betreffende 04-01-50 nr 27 ld: 3, 4, 12 1/2, 50 en 80c, 3c verhuiskaart Schrijven Adv. PTT 07-09-50 nr 21524: 1c wordt in Nederland verkocht aan Fil.Loketten, 5c briefkaart. Schrijven Adv. Bijzondere Overzeese PTT betrekkingen 14-07-51 nr 22176: 2 1/2, 3, 4, 7 1/2, en 12 1/2 niet meer aangemaakt. Telefoon Adv. BOPTT 22-10-57 briefkaart 5c zijn vervallen. |
3. Druktechnische gegevens: 3.1. Verschijningsvorm: De zegels zijn verschenen in loketvellen van 10x10, met een formaat van 24 1/2x30cm2. 3.2. Druk/Drukvorm: De zegels zijn uitgevoerd in rasterdiepdruk door Joh. Enschedé, op de velinleg Palatia, de tekening is voorzien van een raster 80. De cylinders hebben een omvang ter grootte van het drukvel: 25 1/2x30cm2 en bevatten 10x10 zegels. De drukrichting is B, bij één oplage van de 1cent is de drukrichting afwijkend: O. De postwaardestukken zijn eveneens in rasterdiepdruk uitgevoerd. De verhuiskaarten en de briefkaarten zijn op de velinleg Palatia uitgevoerd. De postbladen zijn gedrukt aan de rol op de Albert Frankenthal. Bij de postwaardestukken hebben de 3c verhuiskaart en de 10c postblad raster 80, echter de 5c briefkaart raster 90. De drukvellen omvatten 40 stuks van 140x90mm [3c] of 148x105mm [5c]. De verhuiskaarten gedrukt in 2x5=10 stuks op kwartvellen briefkaartkarton 37x56cm [paradoxale aantekening op de geschiedeniskaart van de 3c verhuiskaart]. Drukrichting R voor de kaarten en L voor het postblad. |
3.3. Perforatie en Formaat: Alle zegels zijn geperforeerd op een aparte kamtandings-machine [de GROVER]. Het formaat is A = kam 12 3/4:13 1/2 16/14. Perforatiebeeld [na normering met basis naar links]: d/d/1/0 [dec'49], 1/d/d/0 [daarna]. 3.4. Velrandbedrukking: Om de velrandbedrukking leesbaar te krijgen moet het vel een kwarts slag met de klok mee gedraaid worden, ofwel genormeerd met de basis van het zegel naar links. In de genormeerde stand zien we de volgende randverschijnselen: Telcijfers 1-10 links, 10-1 rechts van boven naar beneden. Markeerboogje ten behoeve van de perforatie boven de zegels 5/6, en onder de zegels 95/96. Etsingnummers boven zegel 7 een Romeinse 1: 1c, 2c, 2 1/2c, 3c, 5c, 7 1/2c, 10c; een Arabische 1: 4c, 12 1/2c] resp. een Arabische 2: 1c, 5c, 7 1/2c, 10c. Knip-tekens in de boven- of onderrand, op verschillende plaatsen. |
3.5. Papier: De zegels zijn gedrukt op plaatdruk-papier met arabisch gom. Het papierdoorzicht is IIIb, IIIds en IIId, de papierrichting↔ . De verhuiskaart is op briefkaart-karton, met doorzicht IIIb ↕, de briefkaart eveneens, echter met doorzicht 'IIIb |. De postbladen zijn gedrukt op Nederlands luchtpostbrievenpapier, met doorzicht 'I. De UV-reactie is voor zegels als postwaardestukken gelijk: D[of]. 3.6. Velpositie-kenmerken: 2 cent op zegel 17: gebroken krul, 4mm van rechts, 3mm van onderen. Dit kenmerk moet op het verzamel-diapositief gezeten hebben omdat het ook voorkomt bij etsing 2 [UNTEA]. 4. Oplagen: 4.1 Oplagen- en bestellingen-cijfers: bestelling aflevering nr BOPTT datum aantal 1e afl. gaaf knip [pos.] ets. druk- papier nummer richting 1c 721 03-12 2.500 13-12-49 2.391 1 I B IIIb 267 06-03 3.500 26-04-51 3.357 8 [92] 2 O IIId ----- 5.748 2c 722 03-12 2.500 13-12-49 2.307 2 I B IIIb 877 25-04 2.500 17-05-50 2.353 4 [2,99] I B IIIds 420 30-07 3.500 13-09-51 3.275 3 [8] I B IIId ----- 7.935 2 1/2c 723 03-12 2.500 13-12-49 2.379 3 [98] I B IIIb 268 06-03 3.500 13-04-51 3.409 12 [92] I B IIId ----- 5.788 3c 761 09-01 2.000 10-03-50 1.880 13 [1/2] 1 B IIIb 4c 762 09-01 2.000 06-03-50 1.853 14 [99] 1 B IIIb 5c 724 03-12 2.500 14-12-49 2.280 4 I B IIIb 878 25-04 3.500 17-05-50 3.373 5 I B IIIds 421 30-07 3.500 13-09-51 3.377 7 [8/9,93] 2 B IIId ----- 9.030 7 1/2c 725 03-12 2.500 13-12-49 2.313 5 [2] I B IIIb 269 06-03 3.500 16-04-51 3.365 11 [2/3] 2 B IIId ----- 5.678 10c 726 03-12 2.500 14-12-49 2.309 6 I B IIIb 270 06-03 5.500 13-04-51 5.337 10 [8] I B IIId 2 B IIId ----- 7.646 12 1/2c 763 09-01 3.000 06-03-50 2.900 15 [99] 1 B IIIb 4.1 Oplagen- en bestellingen-cijfers [vervolg]: bestelling aflevering nr BOPTT datum aantal 1e afl. gaaf druk- papier richting verhuiskaart 3c: 767 04-01 09-01 6.600 10-03-50 6.385 R IIIb | briefkaart 5c: 733 12-09 03-12 23.000 12-12-49 22.340 R 'IIIb | 885 20-04 25-04 110.000 19-05-50 107.400 postblad 10c: 766 22-12 09-01 124.000 21-03-50 121.204 L 'I(!arr_lr) 4.2. Groepen en varianten: A = papierdoorzicht IIIb, periode december 1949 - maart 1950 1, 2, 2 1/2, 3, 4, 5, 7 1/2, 10, 12 1/2 cent B = papierdoorzicht IIIds, periode mei 1950 2, 5 cent C = papierdoorzicht IIId, periode april 1951- september 1951 1, 2. 2 1/2, 5, 7 1/2, 10 cent 4.3. Kleurnuances: 1c de eerste oplage iets grijzer, de latere blauwer. 2c van donkeroranje naar lichter oranje. 2 1/2c de tweede oplage iets groener. 5c de derde oplage iets donkerder dan de eerste en tweede. 7 1/2c de eerste oplage een lichter roodbruine kleur. 5 Verzending en verbruik: 5.1. Verzending postwaarden: verhuiskaart 3c: 08-04-50 5.000 23-05-50 1.019 restant 366 briefkaart 5c: 23-12-49 20.000 23-05-50 1.973 23-05-50 107.400 restant 367 postblad 10c: 08-04-50 100.000 23-05-50 12.834 29-06-50 8.000 restant 370 5.2. Verbruik totaal postzegels [in vellen van 100 zegels]: NNG Filatelie-loketten verstr. ret. verk. verstr. ret. verk. tot. verniet. derden anders verk. 1c 5.375 1.945 3.430 2.276 38 2.238 5.668 51 29 2c 7.510 371 6.299 784 20 764 7.063 4 28 840 UNTEA 2 1/2c 5.420 380 5.040 739 20 719 5.759 3 26 3c 1.520 205 1.315 561 18 543 1.858 3 19 4c 1.500 200 1.300 548 20 528 1.828 5 20 5c 8.501 53 7.838 590 39 551 8.389 1 30 610 W'snood 7 1/2c 5.360 345 5.015 654 23 631 5.646 - 32 10c 7.302 245 7.057 594 31 563 7.620 2 24 12 1/2c 2.550 225 2.325 565 19 546 2.871 3 26 De kolom "anders" ontstaat door het verschil tussen in NNG verstrekt, retour en verkocht. 5.3 Verbruik uitgeplitst naar jaar [in vellen van 100]: 1 2 2 1/2 3 4 5 7 1/2 10 12 1/2 jaar naar NNG: 1949 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000 1950 2.000 1.500 1.500 3.000 2.500 1951 3.300 3.500 3.400 20 3.500 3.300 5.300 40 1952 75 10 20 1 60 2 10 uit NNG: 1950 6 33 1952 125 75 90 65 65 75 75 50 1953 250 20 1954 770 70 70 70 70 20 50 70 70 1955 400 70 70 70 65 50 60 50 1956 400 150 150 150 40 55 naar fil. loketten: 1950 362 332 322 310 310 314 303 303 310 1951 81 61 61 32 32 61 60 52 32 1952 129 78 67 52 52 58 59 55 42 1953 208 33 23 20 21 24 22 21 17 1954 663 47 44 50 31 33 33 20 28 1955 446 76 76 78 83 74 72 87 74 1956 249 96 71 19 19 14 44 47 43 1957 55 55 55 12 15 9 9 1958 32 6 17 21 10 1959 24 3 25 1960 9 1961 18 terug van fil. loketten: 1950 12 12 12 11 11 13 13 13 12 1951 6 6 7 6 6 7 7 15 6 1952 1 1 1 1 1953 1 1 1 1954 15 1 1955 5 1 1 3 2 1956 18 vernietigd: 1951 1 1 1 1 2 1 1952 2 2 1 1 1 1953 1 1 1 1954 1 1 1 1 1 1956 50 |