Een definitie geven van filatelie is erg riskant. Een definitie - hoe persoonlijk dan ook - is misschien toch wel handig in de context van de bijdragen op deze website. Filatelie is het bestuderen en met materiaal documenteren van postwaarden vanuit één of méér van de drie hiernavolgende gezichtspunten
Gemakshalve noem ik postwaarden in het vervolg postzegels of zegels, er aan voorbijgaand dat postwaardestukken, frankeermachinestempels en dergelijke er volledig bijhoren. Wie mijn artikelen kent zal wel weten dat mijn belangstelling voornamelijk uitgaat naar de aanmaakproductie-technische kant. |
It's always risky to give a concrete definition of what philately is. In the context of this website I wouldn't mind give my very personal one. Philately is the study and documentation of the postal issues from one of the three following points of view
Postal issues may include postage stamps in the first place but certainly don't exclude postal stationery or meter stamps. Who is familiar with my articles should know that my prime interest lies in the technical aspects of stamp production. |
De aandacht in de filatelie gaat zeer sterk uit naar dat wat er in het productie-proces misgaat: het ontbreken van kleuren en tandingen, beschadigingen van de drukvormen, voorwerpen die tijdelijk tussen drukvorm en papier terecht zijn gekomen en dergelijke. Het is kenmerkend dat de termen fout en afwijking: plaatfouten, perforatiefouten, zo ingeburgerd zijn dat alles wat ongewoon of nog niet erg bekend is zo betiteld wordt. En uiteraard is dan de verwachting dat zulke fouten geld zullen opbrengen. Specialiseren heeft voor velen de betekenis van het toevoegen van afwijkingen aan de verzameling gewone zegels. Mijn persoonlijke visie is dat alles wat tijdens het productieproces fout ging er bij controle uitgehaald had moeten worden, en in de papiervernietiger had moeten belanden. Als U een tijdschrift of krant, of nog maar niet te spreken van boeken, in hand krijgt waar bladzijden ontbreken, door een vouw hele stukken tekst niet afgedrukt zijn, dan brengt U uw exemplaar terug naar de winkel en eist U een onbeschadigd exemplaar op. Verzamelwaardig - en dat is zeer persoonlijk - is slechts dat wat conform de specificaties van de opdrachtgever - de posterjen (PTT / TPG) - gemaakt is en dus onbeschadigd hoort te zijn. Misbaksel misstaan in een collectie tenzij als illustratie van wat er fout gegaan tijdens het productie-proces. De postzegelfabricant - in Nederland was dat tot voor kort uitsluitend Joh. Enschedé en Zonen, Haarlem, maar sinds 1998 zijn twee Engelse drukkerijen: Walsall Security Printers (en enige tijd ook House of Questa) een grote rol gaan spelen - heeft binnen die specificaties nog enige speelruimte. Bij langlopende cijfer- of koninginnezegels meer dan bij kortlopende bijzondere emissies. Tijdens de aanmaak of in de looptijd van een langlopende emissie worden er bij de drukker of bij de opdrachtgever beslissingen genomen die kunnen leiden tot zegels die op bepaalde punten afwijken van de allereerst gedrukte. Deze productie-historie moet geschreven worden en wel door filatelisten, omdat in het algemeen noch de drukker noch de PTT de geschiedenis goed genoeg bijhoudt. |
Most philatelists are only concerned about what goes wrong during stamp-production: missing colours or perforations, printing plate flaws etc. It's so typical that the terms flaw and error get so much attention that we call everything that looks slightly different that way. And of course we think that we got a gold mine at hand. The word Specialisation usually is understood in terms of adding flaws, erors and other aberrations to our collection of ordinary stamps. My personal view is that everything that went wrong during the production process should have been removed and destroyed. Should you buy a magazine or book that has sone faulty pages, the first thing you do is return that copy to the bookshop and demand a flawless one. Collectable - and some may find this pretty harsh - is only that what had been produced according to the specifications of the order issueing part - the Postal Administration - and naturally is without flaws. Errors and flaws shouldn't be in a collection unless as examples to explain us what can go wrong during the production process. The stampprinter - in the Netherlands that was until recently Joh. Enschedé Stamp Security Printing of Haarlem, but since 1998 also British printers -Walsall Security Printers (and for during some time also House of Questa) play an enormous role - has certain manoeuvering margins. Those are broader when it concerns the definitives stamps and narrower in the case of commemoratives. During the production - and most certainly during the somewhat longer period of definitives - both printer and the PTT make decisions that influence the appearance of the stamp compared to the originally issued or printed one. This history, this record of stamp-production - of all our stamps - can only be written by the philatelists themselves since no other party involved - nor printing house nor postal administration - is willing or capable to keep a good record. |
Op een aantal punten kan tijdens de carriere van een postwaarde wijzigingen op de oorspronkelijke specificatie worden aangebracht. Welke zijn dat en hoe komen we er achter dat dit gebeurt?
Het zijn voor een groot deel de bekende klassieke punten waar ook in de bloeitijd van de Nederlandse filatelie, de 20-er/30-er jaren volop aandacht is besteed. Helaas bleef de systematische bestudering van zegels beperkt tot die van de 19e eeuw. De 20e eeuwse zegels, en zeker die van na 1924 zijn tot de beginjaren '70 zeer verwaarloosd. Voor een deel was dit terug te voeren op een neerkijken op 'moderne' druktechnieken. Pas met de komst van studiegroepen sinds 1968 is er systematisch onderzoek gedaan. In de bulletins van enkele studiegroepen maar vooral in het Maandblad voor Philatelie is dit vastgelegd voor het nageslacht. De hulpmiddelen zijn wat verfijnder geworden doch in wezen onveranderd:
Ik zal de punten van aanpassing met voorbeelden aanhalen, en proberen duidelijk te maken hoe zoŽn aanpassing te herkennen is. |
At certain points of a postage stamp's career modifications of the original specification have been made. What sort of modifications? And how can we find out that they have happened?
These are the well-known classical aspects that had been studied during the heydays of Dutch philately, in the twenties / thirties of the 20th century. Alas, rather applied to 19th century stamps only. 20th century stamps - more specifically those issued between 1924 and 1970 - seem to have been forgotten. One of the reasons being a disdaign for 'modern' stamp production methods. With the rise of studygroups - from 1968 onwards - also fresh systematical research took place. The results of which can be found in the magazines published by these groups but foremost in the Maandblad voor Philatelie. Our tools may have gotten somewhat more refined but are principally unchanged:
All aspects will be described with all examples necessary. |