Op 22 augustus 1989 werden de eerste postzegelautomaten van het merk Klüssendorf in gebruik genomen. Nieuw voor Nederland was het feit dat de waarde-aanduiding van de postzegel pas op het moment van de instelling van de automaat door de klant werd aangebracht. Anders dan bij een afdruk van een frankeermachine op een etiket konden deze zegels op een willekeurig ander moment [zolang de zegels frankeergeldigheid bezaten] en plaats [binnen Nederland] voor frankering worden benut. In de loop van 4 jaar werden zo'n 30 verschillende frankeerwaarden instelbaar gemaakt op de automaten. De NVPH heeft in de editie 2003 ten lange leste deze 30 postzegels opgenomen in de catalogus zij het in een aparte rubriek en niet gewoon als langlopende frankeerzegel-emissie. |
Voor zover bekend zijn van de voorbedrukte zegelrollen - de rollen van 2000 stuks werden in de automaat geplaatst - niet meer dan 3 oplagen aangemaakt bij Joh. Enschedé en Zonen in Haarlem. Alle 3 oplagen zijn goed te onderscheiden dankzij kenmerken als raster en drukrichting plus perforatiegat. De zegelrollen waren om de 5 zegels voorzien aan de achterzijde van een 4-tallig rugnummer. We maken onderscheid in de rugnummering naar de afmetingen van de cijfers, de richting waarin de nummers oplopen, de stand van de nummers ten opzichte van het zegelbeeld en de mate waarin de cijfers dicht opelkaar staan. Alles bij elkaar zijn er 5 'types' rugnummers waarbij de eerste 3 types alleen in de eerste oplage voorkomen. Kunnen we dus de drie oplagen onderscheiden dan is het rugnummer alleen bij de eerste oplage nog verder uit te splitsen. |
Er waren twee soorten automaten - een met een afgifte van 14 verschillende zegelwaarden [de 'grote'] en een met afgifte van 10 verschillende [de 'kleine']. Daarnaast waren er mogelijkheden om een combinatie van 3 verschillende of een 5-tal meest gebruikte frankeerwaarden tegelijk te krijgen. De 'kleine' automaten konden als 'wisselgeld' ook postzegels teruggeven. Lange tijd konden de waarden van 5c en 10c alleen als wisselgeld getrokken worden. In de loop der tijd zijn zo'n 50 verschillende automaten in gebruik geweest die in het algemeen onderling niet aan de zegels zijn te herkennen. Daarnaast beschikte de filatelistische dienst in Groningen over een apparaat om zelf afdrukken te maken ten behoeve van hun klanten. 'Groningen' had in het begin de beschikking over onbedrukte zegelrollen die qua rugnummering afweken van wat er elders in het land aanwezig was. Dat type rugnummer kon dus alleen uit Groningen worden betrokken. Daarbij speelde een grote geluksfactor. In een set van 14 zegelwaarden die ik uit Groningen kreeg zat b.v. maar één zegel met rugnummer! Ook ging Groningen vanaf een bepaald moment "op stap" met een automaat [Roermond no 4, ook Delft ] op filatelistische evenementen. |
Welke waarden uit de automaat gehaald konden worden hing voor een deel samen met de posttarieven. Qua inhoud zijn 4 chronologische periodes te onderscheiden. Sommige zegelwaarden in combinatie met rugnummervariant waren slechts gedurende een korte periode uit slechts enkele automaten te verkrijgen. In de automaat werden de zegelrollen bedrukt met een inktlint dat normaliter zwart is. Er zijn echter ook zwart/rode en blauwe inklinten gebruikt bij enkele kantoren als noodmaatregel wanneer de centraal geregelde vervanging van de standaard linten nogal op zich liet wachten. In principe zouden de linten te onderscheiden zijn qua structuur van het lint - dit is ook inderdaad zo en kan analoog aan het opmeten van de rastermaat bij de druktechnieken gedaan worden worden het aantal inktstippen horizontaal en verticaal op te meten. Maar omdat per automaat ook het inktlint vaak moest worden vervangen kan zal de uitwerking van zo'n specialisatie door verzamelaars nog wel uitblijven! |
Er waren 3 oplagen met duidelijk verschillende kenmerken:
|