Albanië De filatelistische geschiedenis van Albanië is altijd een nogal onrustige geweest. Ondanks de vrij geisoleerde geografische ligging een mikpunt van intriges en verwikkelingen. Met name van uit Italië. Albanië is een van die weinige landen met een leesbaar westers schrift waarvan toch de landsaanduiding op postzegels op geen enkele manier in verband lijkt te staan met de hier gangbare benaming Albanië: Shqiperia, soms afgewisseld met R.P. [E] Shqiperise, en na de nieuwe grondwet van 1976 vanaf 1977 R.P.S. E Shqiperise [met R.P. voor Volksrepubliek, en S. voor socialistisch]. Na het onafhankelijk worden vanuit de turkse overheersing in 1913 zouden afgezien van allerlei locaal postzegel-gefröbel zegels gedrukt worden bij de staatsdrukkerijen van Oostenrijk [Wenen], Italië [Rome], Duitse Rijk [Berlijn], en Frankrijk [Parijs] resp. bij Aspiotis Elka [Athene]. Vanaf 1930 echter is de italiaanse invloed ook te merken op zegelgebied. De zegels worden tot in 1943 gedrukt bij de Italiaanse Staatsdrukkerij [Instituto Poligrafico dello Stato, IPS] te Rome. |
Nadat in 1944 de vrijheid was herwonnen en de socialistische verworvenheden hun intrede deden, werden de eerste naoorlogse zegels [1946-47] gedrukt bij de staatsdrukkerij te Tirana: in boekdruk, rasterdiepdruk [?] en steendruk. Dan volgt er een lange periode, 1948-1957, waarbij alle zegels in de postzegeldrukkerijen van de socialistische bondgenoten werden gedrukt. Twee emissie in de zomer [juni/juli] van 1948 werd in offset gedrukt in de staatsdrukkerij te Belgrado: de spoorlijn van Durres naar Tirana, en 5 jaar Volksleger. Beide emissies waren net op tijd in Jugoslavië gedrukt. Begin 1948 was er nog sprake van een inlijving van Albanië door Jugoslavië maar de uitstoting van de Jugoslavische communistische partij door de Kominform in augustus 1948, de breuk tussen de beide Josefs, Josip Tito en Josef Stalin, en de start voor talloze show-processen tegen andersdenkende communistische politici, keerde dit ene onheil. Albanië kreeg prompt andere bescherm-heren: De zegeldrukkerijen in Budapest, Hongarije: de Staatsdrukkerij in rasterdiepdruk van 1949-1956, en de Bankbiljetten-drukkerij in plaatdruk 1950-1951. |
In het begin van diezelfde periode: 1949-1950, werden ook zegels gedrukt in Praag, in plaatdruk resp. rasterdiepdruk. Na afloop van de Hongaarse periode [1957] kwam de Staatsdrukkerij in Praag nog even terug met zegels in gecombineerde plaatdruk en rasterdiepdruk op moderne Zwitserse WIFAG persen. Kenmerken voor de periode 1949-1957 is ook het geringe aantal zegels dat verscheen [zie grafiek]. Slechts twee langlopende frankeerseries verschenen:
|
Pas in 1957 werd de aanmaak van postzegels in eigen land weer hervat. Vanaf 7 november 1957 weer zegels in rasterdiepdruk [alleen de zegels 40 jaar Octoberrevolutie, uitgifte 07-11-1957], en daarna nog uitsluitend in offset. Aanvankelijk met nogal grove lijn - en kamtandingen 10 3/4, en éénkleurig uitgevoerd [1957-1961]. In october 1961 vindt de openlijke breuk met Moskou plaats, daarna neemt de Volkrepubliek China de rol van beschermheer en geldschieter over. Eveneens vanaf october 1961 deed de meerkleurige offset haar intrede en iets later wordt de grove lijntanding vervangen door de verfijndere kamtandingen zoals 14 [1961-1963], en 12 1/2:12 [1963 =>] resp. 12 1/4:11 3/4 [1963 =>]. De zegels moeten het duidelijk hebben van een goede afwerking. Het is dan ook niet zo logisch dat anders dan bij de meeste andere landen in de deze serie te bespreken in Albanië nooit zegels voor de andere socialistische landen zijn gedrukt. De druktechniek zal het probleem niet zijn geweest maar wel het politieke isolement. Het aantal nieuwe bijzondere uitgiften neemt in de jaren `60 grof toe. Het aantal langlopende frankeerseries zou echter zeer beperkt blijven, dit in schrille tegenstelling tot de verderop de bespreken frankeerzegels van Bulgarije. |
Echt gelopen stukken zijn mede door de geisoleerde geografische en politieke situatie niet zo eenvoudig te vinden. Het was tot aan de 80-er jaren zeer moeilijk zo niet onmogelijk om als westerling in Albanië binnen te komen. Wie daarin slaagde, b.v. met reisorganisaties die zich hadden gespecialiseerd in bezoeken aan Socialistische Landen als Cuba en Noord Vietnam en daarmee ook expliciet blijk gaven van een politieke verwantschap, realiseerde zich meestal niet hoe filatelistisch interessant zijn/haar verstuurde post en overgehouden zegels konden zijn. |
De toonzetting van het uitgiftebeleid van Albanië is in de 50-er jaren nogal socialistisch maar in de 60-er jaren neemt dat drastisch af. Op de ruim 800 uitgegeven zegels in de periode 1961-1970 vinden we maar 134 zegels met een duidelijk socialistisch onderwerp. Afgezien van de eerstgenoemde langlopende frankeerserie [1949] met de beeltenis van de `grote leider` Enver Hodja komen we deze staatsman incidenteel afgebeeld tegen op de zegels. Pas vanaf de eind 60-er jaren komen we series tegen die de zoveelste verjaardag van Hodja herdenken: 1968 60 jaar; 1978 70 jaar; 1983 75 jaar. De dood van Hodja in begin 1985 wordt uiteraard passend herdacht, en ook de 80e geboortedag wordt in 1988 nog filatelistisch gevierd. |
In de periode 1964-1974 vinden we nogal enige zegels terug hoe de volksrepubliek China te vriend gehouden wordt: het 15 resp. 20 en 25 jarig bestaan in 1964, 1969 en 1974; de 75ste resp. 80ste verjaardag van Mao Tse Toeng in 1968 en 1973; en de Chinese ruimtevaart successen in 1971! [Waren ze de amerikanen toch nog voor op de maan?] De opvolger van Hodja, Ramiz Alija, al sinds 1961 lid van het politburo als plaatsvervangend voorzitter van de communistische partij, zien we niet op postzegels terug. De recent gehouden verkiezingen in Albanië hebben nog steeds een `overwinning` opgeleverd voor de partij van de man die zich voordoet als hervormer maar al te lang samen met Hodja meeliep. (mid_pag) In zijn kleine meesterwerk `The Observer`s Book of Postage Stamp` geeft de architect Anthony S.B. New enige rake schetsen van de Albaanse postzegel: `Albanian issues could hardly be less important in the context of general stamp history, but they perfectly illustrate the strivings of a backward nation to imitate her stronger neighbours.` Geen originele kunstwerkjes dus. Het uitgifte-patroon [zie de grafiek] is vergeleken met de andere socialistische landen zeer ingetogen. Zowel qua aantallen zegels als qua aantallen emissies resp. blokken. |
Gedurende enige tijd waren de zegels van Albanië uitsluitend gedrukt in het buitenland:
Een aantal `socialistische onderwerpen` in de 60-er jaren:
|