Home Home Albanie - Albania

Raad voor Wederzijdse Economische Hulp

Dit artikel was in 1989 geschreven en kan nog steeds gezien worden als een kapstok waaraan de studie van de moderne Oost_Europese filatelie kan worden opgehangen.

Inleiding

Met de vergaande perestrojka in Oosteuropa is de belangstelling ook op filatelistisch gebied voor deze landen weer teruggekomen. Oost-Duitsland [Deutsche Demokratische Republik] is een afgesloten gebied geworden en zeker voor Duitsland verzamelaars een geaccepteerd en gezocht verzamelterrein. Een herwaardering van de Oostblok-staten op economisch en politiek gebied zal ik overlaten aan de historici, op filatelistisch terrein is er echter de laatste 45 jaar ook veel gebeurd dat de moeite van het verzamelen waard was en is. Het begrip Oostblok of Oosteuropa kan op een paar manieren worden opgevat.

De voornaamste landengroepering is de tegenhanger van de [west] Europese Gemeenschap: de Raad voor Wederzijdse Economische Hulp.

In het Engels: COuncil for Mutual ECONomic Aid, en van daar meestal COMECON genoemd. Deze afkorting had bovendien nog de behaaglijke associatie met communisten . Opgericht in januari 1949 maakten van het begin af deel uit van de RWEH:


Albanië trad een maand later toe maar doet sinds de breuk met de USSR in oktober 1961 niet meer mee. De Deutsche Demokratische Republik trad in 1950 toe, in 1962 de Volksrepubliek Mongolië, in 1972 Cuba, en in 198. de Volksrepubliek Vietnam. Jugoslavië vroeg in 1964 een gedeeltelijk lidmaatschap aan en ook andere landen waaronder Finland [1974] knoopten bijzondere banden aan. De RWEH zal als gevolg van de perestrojka binnenkort omgebouwd worden tot een meer op de markt-economie ingestelde gemeenschap. De in Februari j.l. te houden zitting was de laatste in oude stijl.

Andere groeperingen van de Oostblok-landen vinden we in:

Het Warschau Pact dat op 14 mei 1955 werd opgericht als reactie op de toetreding van de Bondsrepubliek tot de NAVO [Pact van Parijs 23 oktober 1954]. Deel hiervan maakte uit de USSR, DDR, Polen, Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Bulgarije, Roemenië en [tot in september 1968] Albanië. Op 25 februari 1991 werd een punt gezet achter het Warschau Pact.

De OSS = Organisatie tot Samenwerking [Sotroednitsestwo] van de Socialistische landen op het gebied van post en telecommunicatie omvattende alle RWEH landen met erbij Noord Korea, en China, werd opgericht in 1958 op grond van een overeenkomst op 21-12-1957 te Moskou.


De opzet van dit artikel is tweeledig:

Aan de ene kant is het de bedoeling een aanzet te geven voor een overzicht van die zegels die binnenkort tot het verzamelgebied Verenigd Europa zullen behoren. Daaronder vallen in ieder geval bijzondere RWEH-zegels, en de zegels voor de OSS-conferenties. Vergelijk de RWEH met de E[uropese] G[emeenschap] voor K[olen] en S[taal] resp. de EEG, en de OSS met de C[onference] E[uropeenne] des P[ostes] et des T[elecommunication]. De herdenkingszegels voor het Warschau Pact zijn te vergelijken met de NAVO zegels.

Bovendien komen ter sprake de zegels die een uiting waren van een stukje wederzijdse samenwerking . Zoals zal blijken bestond al in direct na het einde van de tweede wereldoorlog een samenwerking die tot uitdrukking kwam in het drukken van postzegels voor elkaar. In het kader van de RWEH echter was pas in 1967 afgesproken [op grond van het principe van Socialistische Verdeling van de Arbeid] dat afzonderlijke landen zich zouden specialiseren op bepaalde economische en industriele terreinen. Polen kreeg b.v. de scheepsbouw toegewezen. Het uiteindelijke fiasco van deze politiek buiten beschouwing latend kunnen we een filatelistische erfenis aanwijzen in de vorm van postzegels, zegelautomaten e.d.


We vinden namelijk het volgende:

  • rolzegels zijn te drukken bij de VEB Wertpapierdruckerei te Leipzig.
  • automaten voor rolzegels zijn te fabriceren bij Fok-Gyem te Hongarije.

En aan de andere kant een overzicht van de gewone langlopende frankeerzegels.

Er is betrekkelijk weinig gepubliceerd over de zegels van de Oostblok landen. De belangstelling die zeker de laatste 10 jaar groeiende was betrof veelal de vooroorlogse emissies of de posthistorie. De langlopende frankeerseries krijgen weinig aandacht, laat staan de postzegelboekjes resp. rolzegels of postwaardestukken van deze landen. In de 60-er jaren is in het Ned. Maandblad voor Philatelie nog wel eens wat aandacht besteed aan de zegels van de DDR. En zeer recent staan de Baltische gebieden nogal in de belangstelling maar wordt voornamelijk de historie belicht.


Motieven

De postzegels van het Oostblok hadden en hebben geen goede naam. Een aantal factoren speelden een rol:

  • de socialistische propaganda functie van de zegels.
  • de zegel als middel om harde valuta te krijgen waarbij vaak speciale voorwaarden werden geschapen om zegels te kunnen bemachtigen. De beruchte Sperrwerte.
  • het aan het eind van de jaren `50 op grote schaal nadrukken van zegels [van nieuw gemaakte drukvormen]. O.a. bij Hongarije, Polen, en de DDR, maar ook Noord-Korea.
  • de in de 60-er jaren doorgezette stortvloed van nieuwtjes.

` Vooral de laatste factor [zie de grafieken] maakt het praktisch ondoenlijk nog een landenverzameling bij te houden. Zijn door Nederland sinds 1945 zo`n 1000 nieuwe zegels uitgegeven, bij de Oostblok-landen varieert het van een bescheiden 2000 [Albanië] tot 5000 [Rusland]. Als we de aanleiding tot de diverse bijzondere emissies onder de loupe gaan nemen valt op dat weliswaar in de jaren '50 nogal eens de zoveelste partijdag van de Communistische Partij of het zoveelste 5-jarenplan wordt bedacht met zegels maar dat met de groei van het aantal uitgiften in de jaren '60 relatief weinig socialistische motieven te vinden zijn. Het gaat dan naast voornoemde aanleidingen nog om onderwerpen als:

  • Wereldvakbondscongressen,
  • 50jaar October Revolutie,
  • 20jaar Volksleger,
  • 100e geboortedag van Lenin


Onderwerpen waarvan het socialistische karakter nog ter discussie kan staan en waarbij 20 Jaar einde Wereldoorlog II, en 20 Jaar Volksrepubliek buiten beschouwing zijn gelaten. Op de circa 800 zegels voor Polen vinden we nog slechts 63 van zulke zegels, bij ruim 800 zegels van Roemenië maar 34, maar daarentegen bij Albanië zo`n 134 op de rond 800!

Bij de veelheid van onderwerpen vinden we tot onze grote schande ook enkele motieven die in Nederland niet geleid hebben tot zegels als:

  • DDR 1965 monument voor de slachtoffers van Putten
  • Roemenië 1983 400e geboortedag Hugo Grotius

Verder de nodige afbeeldingen van werken van Nederlandse schilders, een uitgebreide herdenking van Rembrandt, etc.


Verkoop-praktijken

Zoals ook bij de Nederlandse postzegels waren in de vroege 50-er jaren de oplagen van bijzondere uitgiften niet erg hoog. De doorsnee verzamelaar had in die dagen het geld wel voor andere zaken nodig. Toen eind jaren '50 / begin '60 de portemenee op krachten kwam en het aantal verzamelaars toe nam zorgden hier de lage oplagen voor hogere prijzen. Een duidelijk kapitalistisch principe. Zo niet in het Oostblok. Zegels werden opnieuw aangemaakt, noodgedwongen meestal van geheel nieuwe drukvormen, zowel ten behoeve van de eigen verzamelaar als de rijk aan harde valuta buitenlandse.

En ook het begrip Sperrwerte was niet typisch voor de oosteuropese situatie. De Nederlandse hoge waarden van Konijnenburg, Kon. Wilhelmina ontw. Hartz werden met mondjesmaat postfris aan de geregistreerde verzamelaar verstrekt. Maar de Nederlandse Sperrwerte bij uitstek de 15 en 25gld luchtpost zijn puur voor de deviezen uitgegeven. Van de guldenswaarden van Konijnenburg zijn in 1949 nog op verzoek kleine oplagen bijgedrukt weliswaar van het zelfde drukmateriaal, maar toch! Al met al was de handelswijze in Oosteuropa niets slechter dan die in Westeuropa met name in Nederland.


De Oost-Europese verzamelaar was in een aantal opzichten er beter aan toe.

  • Het waanidee het land compleet in de verzameling te moeten hebben was grondig gefrustreerd. Maar voor de echte die-hard was er nog de mogelijkheid een abonnement te nemen bij de staatsfilatelistische dienst en de zegels een keer in het kwartaal te komen ophalen. Sommige delikatessen waren dan toch echt bestemd voor de buitenlandse valuta maar zo af toe waren er zwartdrukken zonder waardeaanduiding voor de trouwe klanten.
  • echt begrotelijke naoorlogse zegels waren er nauwelijks
  • de veelheid van motieven in de ontwerpen met nog een educatief tintje maakte het verzamelen voor nieuwkomers aantrekkelijk. Hoe saai is immers het Nederlandse uitgiftebeleid: zomer, europa en kind, en dan nu ook de korting, laten maar uiterst weinig ruimte voor zegels ter gelegenheid van gebeurtenissen en herdenkingen. Was in 1990 het feit dat Nederland meedeed en intens meeleefde met de wereldkampioenschappen voetbal, geen jaarlijkse aangelegenheid overigens, niet op zich al voldoende voor de uitgifte van een zegel van 75c? Voor Oosteuropa geen enkel punt, en niet 1 zegel maar enkele. Te begrotelijk? Toch niet veel meer dan een pakje sigaretten of een pilsje?
  • afgezien van de sperrwerte waren de zegels gewoon aan het loket te krijgen en te gebruiken voor frankering. De ruime verscheidenheid aan nominale waarden zorgde voor een bonte versiering van de correspondentie. Filatelistische frankering hoefde niet te worden uitgevonden!
  • en voor de eigentijdse super-specialist nog volop research-plezier bij de langlopende frankeerzegels. Diverse beeldformaten, tandingen, watermerken e.d. Zaken die in het Nederland van na 1945 praktisch niet meer voorkomen!


De bijzondere uitgiften OSS, RWEH en Warschau Pact

Voor de OSS

De 1e conferentie van PTT-ministers werd in 1958 gehouden in Praag. Zegels voor die gelegenheid werden uitgegeven door:

De 2e conferentie in 1959 in Berlijn wordt bedacht door:


In 1961 wordt de conferentie gehouden in Warszawa:

In 1963 in Budapest:

In 1965 werd de 6e conferentie gehouden in Peking. Alle zegels hebben een gemeenschappelijk basis-ontwerp: de afbeelding van Marx en Lenin, en daaronder bij een aantal nog een demonstratieve optocht.


Hierna was de vaart er enigszins uit pas in 1969 werd de 7e conferentie gehouden in Bukarest:

  • Roemenië 15-05-1969

In 1971 werd de 8e conferentie gehouden in Varna, Bulgarije.

In 1978 werd de conferentie gehouden in Tblisi, en tevens kon het 20 jarige bestaan worden gevierd:

Nadien nog slechts incidentele uitgiften:

  • DDR 24-08-1982 ? conferentie te Karl Marx Stadt
  • Hongarije 10-09-1984 14e conferentie te Budapest
  • Bulgarije 24-09-1986 15e conferentie te Sofia
  • Tsjecho-Slowakije 23-09-1987 30 jaar OSS


Voor de Raad voor Wederzijdse Economische Hulp

Binnen de RWEH waren er conferenties en vaste commissies waarvan de zittingen zo nu en dan herdacht werden met postzegels:

  • Polen 12-12-1961 15e Conferentie RWEH te Warszawa [afbeelding o.a. pijplijn der Vriendschap]
  • Hongarije 04-07-1961 congres verkeersministers, te Budapest
  • Noord-Vietnam 23-02-1965 10e congres verkeersministers te Hanoi
  • Polen 21-06-1977 31e Conferentie RWEH te Warszawa [briefkaart]
  • Tsjecho-Slowakije 29-05-1978 14e zitting vaste PTT-commissie, te Praag

De 25e zitting vaste PTT-commissie, gehouden te Krakow. In Polen niet geeerd met een postzegel, maar met een briefkaart op 17-05-1984 zonder enige verwijzing naar het feit dat de zitting in Krakow werd gehouden!

  • DDR 08-05-1984
  • Hongarije 21-05-1984
  • USSR 21-05-1984
  • USSR 12-06-1984 ?e Conferentie RWEH
  • Polen 14-06-1985 40e Conferentie RWEH [briefkaart]
  • Bulgarije 17-10-1988 transportcommissie, te Sofia


Jubilea van de RWEH

Voor het Warschau Pact

  • 20 jaar in 1975
    • USSR 16-04-1975
  • 25 jaar in 1980
  • 30 jaar in 1985
    • DDR 14-05-1985
    • Polen 14-05-1985
    • USSR 14-05-1985

In het verdere verhaal komen elk op hun beurt de diverse landen van de Raad voor Wederzijdse Economische Hulp aan bod.


Copyright © Printing Matters (Contact Rein Bakhuizen van den Brink)
Last updated on 13 juli 2016

Home Home Albanie - Albania